Mogen Hebben Kunnen
Voordat ik begon had ik vele gedachtes. Je denkt toch een beetje na over hoe het zal verlopen. Je maakt een kansberekening van hoeveel je kan verdienen, hoelang het ongeveer gaat duren, wat men ervan kan vinden. Je stippelt iets uit en berust je hierbij op je eigen ervaringen. Je calculeert misstap, nijd, onmacht en armoe in. Maar toch. De verbazing over mijn eigen onvermogen te hebben kunnen bevatten hoe dit verloopt, is zo groot als het aantal werkwoorden dat in deze zin mogen hebben kunnen zitten.
Ik had echt serieus niet verwacht dat nu na stap 6 nog steeds de helft van de kopers mee zou doen.
Ik had niet verwacht dat als ik me voorstelde als Aukje, mensen zouden zeggen “Aukje Dekker? Van dat project?” (Het celebrity gevoel speelt zich vooral af rond de Nieuwmarkt hoor, ik loop niet naast m’n schoenen.) En ik loop ook echt niet naast m’n schoenen, want ik slaap tegenwoordig in de galerie en de vloer is hier erg vies.
Het is boven verwachting. En het is moeilijker te schrijven als het goed gaat. Wanneer m’n moeder doodgaat is de regel dat haar beste vriendin als eerste langskomt, linea recta naar haar kamer rent, om daar, met lucifers en een ton? al haar dagboeken te verbranden. Dit komt, zegt ze stellig, omdat wij anders denken dat ze haar hele leven ongelukkig is geweest. Want ja je schrijft nou eenmaal minder snel; “vandaag was het zo leuk, ik kreeg korting bij de drogist,” dan; “die tering kinderen van me, ik heb zin om er een dood te knijpen.”
Gelukkig belt koper Barbara Broekman en heb ik toch wat om te pennen. Ze vind het zo lelijk, is wat ik begrijp, dat ze graag langskomt om te praten. (kom ik zo op terug)
Barbara Broekman zit er namelijk nog steeds in, net zoals negen andere kopers, en hoewel ik dus blij ben met de hoeveelheid mensen die nog meedoet, baart de motivatie daarvan me altijd zorgen. Steeds als we een nieuwe stap uploaden doen we met de galerie een pol: wie gaat eruit, wie blijft nog doorgaan. Ik ben altijd de negatiefste en zeg pertinent per stap dat er minimaal 8 uitgaan, Meier is gemiddeld en Ruben zoals altijd onredelijk optimistisch. Voor deze stap, stap 6, dachten we dit: ( ik ben de eerste, Meier de tweede, Ruben de derde)
GIJS&THEKLA JA/NEE/NEE
TOM JA/NEE/NEE
TOON NEE/NEE/NEE
WENDELA NEE/NEE/NEE
BO JA/JA/JA
KEES NEE/NEE/NEE
VINCENT JA/JA/NEE
BARBARA JA/NEE/NEE
BRORDUS NEE/NEE/JA
PIETER NEE/JA/JA
PETER JA/JA/NEE
MELLE JA/NEE/NEE
LOES JA/NEE/NEE
Vervolgens doe ik de komende 48 uur niks anders dan appeltje R indrukken om de excel waarin te zien is wie sticked en wie twist te refreshen.
Na 10 uur: Melle Sticks. gevoel: YES opluchting. Waarom: er heeft iemand gekocht dus deze stap is bewaard. Na 14 uur Wendela Twist: gevoel: YES opluchting. Waarom: ik mag ook nog door, dit is niet het einde van de trip. En bij de derde twister denk ik ook nog yes en bij de vierde ook: want als er maar een doorgaat dan is het project vanaf dat moment ook weer een ander ding geworden en moet ik mijn bewaarde nageboorte voor die laatste koper op het doek smeren ofzoiets. Toen gingen ook de vijfde en de zesde en de zevende door en toen kreeg ik het benauwd.
Ik heb namelijk voor mezelf ook altijd de extra vraag: Waarom gaan ze nog door?
De vorige ronde deden Bo en z’n vriendin nog 1 biertje als in dat dat niet perse perse het laatste biertje/de laatste stap is, maar dat dat net zo goed wel zou kunnen. Het fenomeen een laatste biertje is, denk ik, zo’n situatie dat je het gezellig hebt, maar morgen een morele verplichting. Je geniet enerzijds van het gesmeek van je vrienden: “blijf!” en anderzijds ben je zo’n type dat op het hoogtepunt naar huis gaan cultiveert: zodat iedereen je mist en jij met een goed gevoel kan afsluiten omdat het feest minder is zonder jou. Hun vorige laatste biertje is nóg een rondje geworden. Waarom gaan ze nog door? Zijn ze dronken en weten ze niet waarmee ze zichzelf inlaten? Of zitten ze nog steeds te wachten op het echte hoogtepunt om gedag te zeggen?
Verwacht iedereen een orakel?
Terug naar Barbara Broekman, want zonder (o.a) haar had ik bijna niks te schrijven gehad. Barbara Broekman heeft na stap 6 met Meier gebeld: ze vind het eigenlijk niet echt mooi. (zo bracht Meier het in ieder geval) ik hoorde vooral: Barbara vind het zo kut, ze zit er nog in, omdat eruit gaan ook geen optie is. Ik moest er heel hard om lachen om er vervolgens al 106 x aan te denken.
Ze kwam langs in de galerie en het was heel tof om haar te ontmoeten, met haar te praten over eigenlijk heel veel behalve het schilderij, het gaahaat ook helemaal niet perse om het schilderijhij. Dat hele schilderij vond ze na het gesprek volgens mij al veel leuker en daar zit weer de clue en angel van dit project. Dronken of niet, orakel of dom, mijn overwegingen om wel of niet op te schrijven dat Barabra Broekman (en stiekum ook Thekla Reuten en Gijs Naber) hun ogen niet meer kunnen openen voor dit schilderij. Omdat subjectiviteit een feit is en straks iedereen met een ‘kut’ oog naar het beeld kijkt.
Ben je medeplichtig als je niet precies weet waaraan je meedoet. En wie bepaalt. En wiens schuld is dat. DAT is een biertje.