Mogelijke werelden in galerie NEUS
Onlangs opende galerie NEUS in Nijmegen haar deuren. Momenteel wordt het werk van een groep vooral jonge kunstenaars en makers aan ons gepresenteerd. In het veld van de beeldende kunst zijn dat Bram Ellens, Merel de Haan, Paula Strunden en Anna Sophie de Vries. Op het gebied van de vormgeving treffen wij Merle Bergers, Bram Ellens, Diego Faivre, Helena van der Veen en Eli Walter – laatstgenoemde is overigens tevens een van de oprichters van de galerie, naast modeontwerper Sophie Roumans en kunstacademiestudent Jan Morales. En op het raakvlak van mode en kunst is tenslotte Merel van Glabbeek vertegenwoordigd. Hoewel ik me moet haasten erbij te vermelden dat het onderscheid tussen verschillende kunstdisciplines door bijna alle bovengenoemde exposanten wel ter discussie wordt gesteld. Of beter gezegd, dat deze scheiding dusdanig wordt geproblematiseerd dat zij er eigenlijk niet meer zo toe doet. Want als er één overeenkomst is tussen deze op het eerste gezicht soms wat uiteenlopende werken, dan is het wel dat zij allemaal de vroegere grens tussen kunst en design een beetje meer doen vervagen.
Verder valt op dat in het overgrote merendeel van de geëxposeerde werken wordt geflirt met wat weleens mogelijke werelden zouden kunnen zijn. En hoewel onze tijd regelmatig tot stemmige overpeinzing aanzet, met al zijn politieke polarisatie en duurzaamheidsvraagstukken, weten bovengenoemde kunstenaars ogenschijnlijk met de grootste geriefelijkheid net zo gemakkelijk een positieve kijk op de toekomst te vinden. Heel fijn is dat, als je het mij vraagt.
Verder valt op dat in het overgrote merendeel van de geëxposeerde werken wordt geflirt met wat weleens mogelijke werelden zouden kunnen zijn
Ontwerper Bergers maakt zogenoemde smellscapes: nauwgezette en fijntjes gestileerde omgevingen bestaande uit geuren die ons in de vorm van mist begroeten wanneer wij het pand van NEUS aan de Tweede Walstraat 106 binnen stappen. En deze omgeving (lees: figuurlijk gesproken dan) is niet terug te brengen tot een tastbaar object, zoals dat bij design het geval zou zijn, of simpelweg te kenmerken als een parfum, dat toch meer tot het domein van de mode behoort. Haar smellscapes luiden dan ook een geheel nieuwe categorie in, te weten die van het geurkunstwerk.
Zo’n verschuiving van design naar kunst zie ik herhaald worden bij de minute manufactured meubelen van de aan de Design Academy Eindhoven afgestudeerde Faivre.
En dan komen we bij het werk van de in Keulen geboren Strunden, die een even indrukwekkend als veelzijdige loopbaan heeft gevolgd. Naar mijn mening toch wel het hoogtepunt van de expositie. Strunden studeerde aan de kunstacademie in Wenen en ging toen verder in de richting van architectuur op het Franse École Nationale supérieure d’architecture Paris-Malaquais. Tenslotte rond ze haar onderwijstraject af met een studie aan het prestigieuze Barltlett School of Architecture, dat onderdeel is van University College London. Verder doet ze ervaring op bij verschillende vooraanstaande organisaties in de wereld van de architectuur, waarvan met name het wereldberoemde architectenbureau Herzog & de Meuron het noemen waard is. In de benedenverdieping van galerie NEUS krijgen wij de kans om een recent werk van Strunden te ondergaan. Micro-Utopia is een zogeheten mixed reality werk waarin de toeschouwer een glimp opvangt van huiselijkheid in de nabije toekomst.
In het werk van Strunden overlapt de virtuele wereld (die toeschouwers tot zich nemen via bril en koptelefoon) met de tastbare wereld, wat ook wel mixed reality wordt genoemd. Met behulp van een tracking camera, die beweging registreert en coördineert, wordt voorts de virtuele beleving kracht bijgezet doordat toeschouwers zich nu kunnen begeven door de tastbare ruimte waarin zij zich bevinden. Hierboven zie je mij op handen en voeten dichtbij de grond. In mijn beleving kruip ik door een ouderwetse stenen open haard om eventjes later in een prachtig buitengebied te belanden.
In Strundens Micro-Utopia treffen wij een ware mengeling aan van alles wat haar tijdens haar studies moet hebben gefascineerd, zo redeneer ik. Vormgeving komt terug in de details van de door haar geschapen virtuele wereld (veelal marmer en romaanse bogen wat de klok slaat, al is het nergens kitsch). En ook in de presentatie van het tastbare werk in de daadwerkelijke ruimte zien we dit oog voor design terug. Deze groene blokken die futuristische meubels maken, zijn ook los van hun functie in de virtuele dimensie van het werk prachtig om te zien. Architectuur alsook het denken over hoe wij ons toekomstige leven wenselijkerwijs willen vormgeven, komen teneinde eveneens aan bod in de kostbare wereld die eventjes voor ons toegankelijk is gemaakt. Tezamen creëren ze een prachtige belevenis die zich niet laat categoriseren in een van de verschillende kunstdisciplines.
Alleszins maakt Strundens Micro-Utopia mij nieuwsgierig naar de verdere invloed die recente technische ontwikkelingen op kunst hebben. En ik durf daarbij de stelling wel aan dat haar werk visionair genoemd mag worden. Niet alleen omdat de technieken die Strunden gebruikt zo nieuw zijn, maar veeleer juist omdat zij deze aanwendt om belangrijke vragen te stellen over hoe onze toekomst eruit ziet. Hoe verhoudt de gestaag groeiende individualiteit en de intrinsieke menselijke behoefte tot verbondenheid zich tot de mogelijkheid van een gepersonaliseerde en private ontspanningsruimte bijvoorbeeld?
Alleszins maakt Strundens Micro-Utopia mij nieuwsgierig naar de verdere invloed die recente technische ontwikkelingen op kunst hebben
Samenvattend beklijft mij het idee dat de werken die deze talentvolle jonge kunstenaars aan ons tonen, getuigen van een hernieuwde en frisse blik op de wereld om ons heen. Mogelijke werelden worden aan ons voorgesteld; vaak verleidelijk en vol kleur, hoewel soms ook onhoudbaar of op het vertederende af naïef. Maar in ieder geval steeds vol zelfvertrouwen over de mogelijkheid om fantasie en werkelijkheid zonder tussenkomst van cynisme naast elkaar te laten bestaan. Hoe frivool dit streven op het eerste oog ook mag lijken, des te belangrijker vind ik het wanneer we de kunstwerken in de huidige context plaatsen. Doet de tijd waarin wij leven – voltrokken van politieke polarisatie en duurzaamheidsvraagstukken – immers geen appel op kunstenaars die ons niet slechts een spiegel voorhouden, maar ons tegelijkertijd een beetje de weg wijzen? Ik vind het een dappere keuze dat NEUS positie inneemt en een expositie inricht waarin deze thema’s volop de aandacht krijgen.
De tentoonstelling is nog tot en met 9 mei te zien. Klik hier voor meer informatie.
Alle foto’s uit het artikel zijn gemaakt door Talita Tikai.
Omslagfoto: Helena van der Veen.