Materie en meer
Bij Upstream Gallery is de solotentoonstelling Guardians van Frank Ammerlaan te zien. ‘Lang niet alle betekenis is direct afleesbaar van een werk, maar dat hoeft ook niet’, schrijft Gerrit Willems erover. ‘Je hoeft niet te weten dat lood is ontstaan uit uranium en ons nu beschermt tegen radioactieve straling, en dus beschermt tegen ‘zijn voormalige zelf’.’ Maar bij wie goed kijkt, komt er vanzelf iets binnen van wat in de materie besloten ligt.
Bij Upstream Gallery in Amsterdam laat Frank Ammerlaan in de tentoonstelling Guardians zijn nieuwste werk zien. Die titel verwijst niet naar de superhelden uit een Marvel-verhaal, maar naar de Poolsterren waarop je kunt navigeren en je koers kunt bepalen. Deze sterren zijn door lichtvervuiling nauwelijks nog zichtbaar en dat voelt Ammerlaan als een verlies. De verbinding van de stadsmens met de kosmos en het bovenaardse is aan het verdwijnen en juist die verbinding is voor hem een belangrijke bron. Je mag zijn werk daarom best zien als een verholen kritiek op onze vervuilende samenleving, maar dat is niet het eerste wat hem als kunstenaar bezighoudt. Het is juist de tijdloze levenskracht van het universum waar het voor hem om gaat, niet de tijdelijke beschadiging daarvan.
De selectie die Ammerlaan toont, geeft een goed beeld van zijn veelzijdigheid, het is niet minder dan een kleine vlootschouw van zijn kunnen. Je moet in zijn geval ook echt van ‘kunnen’ spreken. Voordat hij naar de Rietveld Academie ging en later het Royal College in Londen, volgde hij een opleiding tot meubelmaker. Daar leerde hij precies en gedetailleerd werken, met gevoel voor materialen. Dat vakmanschap vormt nu de basis van zijn praktijk. Hij streeft naar een perfecte uitvoering, liefst geen onvolkomenheden of slordigheden, een werktekening wordt nauwgezet gevolgd. Voor Ammerlaan geen bruikbare ongelukjes als hij eenmaal bezig is.
Zelf deelt hij zijn werk ook in naar het materiaal waarvan het gemaakt is. In Mirror of Matter, de titel van een groot overzicht vorig jaar bij galerie Simões de Assis in Brazilië, presenteerde hij de verschillende kunstwerken in groepen bij elkaar. Werken van lood en verzinkt metaal, doeken waarop olievlekken zijn gefixeerd, schilderijen van door het weer verkleurd doek en doeken waarvan de verf is verrijkt met onder meer geoxideerd ijzer en vermalen meteoriet.
Materie is voor Ammerlaan geen passief onderdeel van een schilderij, maar een actieve constituent van vorm, kleur en betekenis. Hij gebruikt de eigenschappen van een materiaal om zijn verwondering over de wereld en de kosmos te verbeelden. Ondergeschikt daaraan gebruikt hij de mogelijkheden van dat materiaal om tot aantrekkelijke beelden te komen. Wat hem vanaf het begin van zijn kunstenaarschap fascineert, is de constante verandering van alles. Niets in het uitdijende universum is stabiel. Alles is in beweging, vergaat, ontstaat, groeit, verandert. Leven vervalt tot stof en uit stof ontstaat leven. Ideeën voor nieuw werk komen bij hem niet uit de kunst, maar uit wetenschappelijke kennis van het weefsel van de wereld, en uit zijn belangstelling voor wat die kennis overstijgt: fysica en metafysica, chemie en alchemie, wetenschap en religie. Een schilderij is geslaagd wanneer hij naar zijn gevoel die kennis van het stoffelijke heeft kunnen samenbrengen met gedachten over het onstoffelijke.
‘Ik organiseer een proces waarmee ik het emotionele, het ongrijpbare en onbenoembare een plaats geef’, zegt hij. Een schilderij komt dus niet spontaan tot stand en het is niet afhankelijk van een inval of een plotseling inzicht. Geen improvisatie of expressie. En ook al werkt hij vaak lang aan iets, hij is geen kunstenaar die steeds iets verandert totdat hij het gewenste resultaat heeft.
Hij zegt ook ‘ik onderzoek de mogelijkheden van de abstractie voor mijn schilderijen’. Maar anders dan de abstracte kunst, waar vorm, kleur en materiaal er alleen voor zichzelf zijn, die zich verzet tegen tekst, symboliek en fantasie, beschouwt Ammerlaan een inhoudelijke lezing van zijn schilderijen niet als een inbreuk op de perceptie daarvan. Juist integendeel, hij is erop uit schilderijen te maken die iets verbeelden van het raadsel van de kosmos en die dat door hun materiaal ook daadwerkelijk representeren.
Neem de ‘patchwork’ schilderijen, die zijn samengesteld uit lappen katoen of jute, die hij eerst een tijd buiten heeft gelegd in de tuin bij zijn atelier. Die stoffen verbleken door de straling van de zon en verkleuren door invloed van het weer, ze absorberen de buitenwereld. Vervolgens heeft hij met behulp van een computer een patroon ontworpen van driehoeken die wat vorm en kleur betreft zo in elkaar passen dat er een aantrekkelijk beeld ontstaat. Bij deze schilderijen wilde hij graag dat de vlakken een geometrisch patroon vormen dat visueel ruimtelijkheid suggereert. Je zou zeggen, daar komt dan toch de schilder in hem naar boven en dat is ook zo. Net als vakmanschap een basis vormt, vormt de schilderkunst dat ook. Hij denkt als een schilder. ‘Schilderen is een medium waarmee ik vertrouwd ben. Van daaruit heb ik me verder ontwikkeld’. Toch refereren zijn composities niet direct aan de schilderkunst, maar aan hoe in de exacte wetenschap feiten en inzichten worden geïllustreerd of gevisualiseerd. Die diagrammen, spiralen en isometrische figuren worden door Ammerlaan losjes geïnterpreteerd en overgenomen voor zijn composities. De patronen en lijnen van de doeken met meteoriet bijvoorbeeld zijn gebaseerd op bogen, golven en halve cirkels, die doen denken aan de banen van planeten. En in de werken met lood zie je gaten en uitstulpingen die gebogen kosmische ruimtes zouden kunnen verbeelden.
De olievlekschilderijen komen anders tot stand. Hier geen compositie of patroon dat hij in de hand kan houden, maar wel een vast procedé om ze te maken. Ammerlaan wilde de vluchtige waarneming van een olievlek zoals je die weleens ziet op de weg of op het water vasthouden op een schilderij. Zo’n vlek verschijnt en verdwijnt met de positie van de waarnemer en met de hoek waaronder het licht erop valt. Net zoals bij een regenboog. Door samen te werken met een scheikundige lukte het om zo’n olievlek aan een doek te hechten. In een bad met water wordt met een mengsel van chemicaliën een olievlek gemaakt. In die bak ligt een doek en door het water te laten weglopen, wordt de vlek op het doek gefixeerd. Zo wordt een fragiel en veranderlijk natuurfenomeen tot de orde van de kunstenaar geroepen.
Lang niet alle betekenis is direct afleesbaar van een werk, maar dat hoeft ook niet. Je hoeft niet te weten dat lood is ontstaan uit uranium en ons nu beschermt tegen radioactieve straling, en dus beschermt tegen ‘zijn voormalige zelf’. Kijk naar de welvingen van over elkaar gestapelde stukken lood, naar de kleurvariaties die in de loop van de tijd weer heel anders kunnen zijn. Je hoeft niet te weten dat er meteoriet is gebruikt of ijzervijlsel. Kijk naar de tintelende patronen die ermee gemaakt zijn, kijk hoe het zware lood licht oogt en danst als pakpapier. Spectaculair iriserende olievlekken, complexe constellaties van driehoeken die het oog niet snel vervelen. Als je er zo naar kijkt, komt er vanzelf iets binnen van wat er in de materie ligt opgesloten.
Guardians is nog tot en met 15 juni te zien bij Upstream Gallery.