Madame Noorda
Ruchama Noorda had in 2008 haar coming out in de Lakenhal in Leiden. Coming out. Deze woorden kiest ze voor haar expositie Statisch Vooruitgangsmonument. Het is de eerste expositie waar ze de beeldende kunst op een persoonlijke manier met spiritualiteit verweeft. Het is een magnum opus, een schitterende samenkomst in beeld van de vele invloeden in haar leven tot dusver.
Leiden is de stad waar ze is geboren, naar de Vrije School gaat, waar haar moeder nog altijd in een bibliotheek van de antroposofische vereniging werkt. Pas wanneer je je roots verlaat kun je ernaar toe terugkeren. Iemand die altijd op dezelfde plek blijft kan lastig met een afstand ernaar kijken. Noorda groeit op met een bewustzijn dat er meer is dan dat we zien. Er is betekenis buiten het tactiele en feitelijke. Maar juist als je spiritueel wordt opgevoed is de kans dat je er op latere leeftijd een aversie tegen keert aannemelijk. Zo ook bij haar. De interesse in alternatieve denksystemen, verlichting en geloof is altijd in haar leven aanwezig geweest en groeide mee met haar persoonlijke ontwikkeling. Als twaalfjarige pre-puber las ze voor het eerste een blaadje dat op de eettafel lag van de antroposofische vereniging. ‘Ik snapte er helemaal niets van, maar ik werd steeds aangetrokken door het mystieke karakter ervan. Het deed met verlangen naar inzichten in het hogere.’ Niet veel later stortte ze zich op een boek van Steiner dat ze destijds evenmin begreep ‘heel droog, heel Duits, geen greintje humor’ maar haar evenzeer fascineerde. Iedere zondag gaan Ruchama, haar broers en zusje en ouders naar de gereformeerde kerk en later de hervormde kerk totdat ze veertien is en zelf mag beslissen mee te gaan. ‘Ik ben toen gestopt met het bezoeken van de kerk en keerde me af tegen de aannames binnen een geloof of stroming. Ik ontwikkelde persoonlijke autonomie die er ook voor zorgde dat ik nadacht over mijn eigen jeugd en wat je als kind vertelt wordt in de kerk of op de Vrije School.’ Jaren later stort Ruchama Noorda zich op de Universiteit van Leiden op de reformbeweging in het kader van haar PHD Arts. De weg daarnaar toe is er eentje met zijwegen en eilandjes. Het is bizar hoe je weer terug kan komen bij de overtuiging die je als kind van je opvoeders hebt meegekregen. Niet omdat het van je verwacht wordt, of omdat het nou eenmaal zo hoort, maar middels intrinsieke beweegredenen. ‘Ik zie mezelf niet als een antroposoof. Ik waardeer uitingen van spiritualiteit, maar als ik mezelf iets zou moeten noemen dan is het een anarchomistiekeling, een vorm waarbij je op een anarchistische manier met verschillende spirituele stromingen om mag gaan.
Na de Vrije School studeert Noorda op de Koninklijke Academie in den Haag. ‘Ik had op de Vrije School veel over kleuren, materialen en technieken geleerd, maar wist werkelijk niets van hedendaagse kunst.’ In de jaren die volgen verdiept Noorda zich in de grote kunstenaars van alle tijden en laat ze de antroposofie even voor wat het is. ‘Kort na een jeugd vol alternatieve opvattingen is het, achteraf gezien, goed om afstand te nemen. Ik ontwikkelde een aversie tegen geloof, niet vanwege het geloof zelf, maar de mensen die klakkeloos de informatie tot zich nemen en die vervolgens herkauwen. Dat vind ik eng, onnadenkend en schijnheilig. Het is vreemd om te zien dat mensen makkelijk zomaar iets aanhangen waarover ze zelf niet hebben nagedacht. De vragen en twijfels zijn essentieel’. Ruchama vertelt hoe vrienden van haar zich interesseren in occultisme en geloof, misschien omdat dit juist nieuw is in hun bestaan. Naarmate haar omgeving zich opent voor andere opvattingen verzet zij zich meer en meer. Dat is de geest die zich bevrijdt van aannames. ‘De aversie tegen antroposofie heeft me kritisch gemaakt, onderzoekend. Uiteindelijk is het de weerstand geweest die me mijn onderwerp geschonken heeft.’
Statisch Vooruitgangsmonument
Na de academie maakt Noorda de tentoonstelling in de Lakenhal nadat ze er eerder een paar jaar als suppoost werkte. In de vijf zalen koppelt ze de vaste collectie van het museum, werken van De Stijl, met haar eigen sculpturen, films en installaties, en verzameling van attributen uit haar jeugd. De aquarel van E. Bys uit 1937, een volgeling van Steiner uit de tentoonstelling hangt in haar huiskamer boven de schouw.
De Stijl en Rudolf Steiner hebben een verborgen connectie. Mondriaan en Steiner kenden elkaar, althans: er stamt een brief uit 1921 van Mondriaan aan Steiner waarin hij hem vraagt zich te verdiepen in de spirituele opvattingen van het Neoplasticisme. Er zijn overeenkomsten. De tentoonstelling noemt ze het Statisch Vooruitgangsmonument, waarin ze de oorsprong van de antroposofie bevraagt en daarmee ook haar eigen wereld onderzoekt. Naast Steiner verdiept Noorda zich in madame Blavatsky een Duits- Russische occultist die voor de tijd van Steiner een meter aan boeken schreef over alternatieve spirituele stromingen. In de tentoonstelling werkt ze met euritsmisten die ze laat dansen bij De Nederlandse Bank in de goudkluis, bij het Van Heutsz-monument op de Apololaan (tegenwoordig het Indië- Nederland monument), het Olympisch stadion aan het stadionplein en in het houten theater van haar oude Vrije School. In de tentoonstelling benadrukt ze de rol van Steiner als economisch visionair. Op het bureau van de tentoonstelling ligt een klein meditatie-boekje met spirituele oefeningen die Steiner in de sigarettenblikjes meegaf in de Eerste Wereldoorlog voor alle soldaten aan het front. De selectie van het depot, de artefacten van Steiner en Noorda’s kunst leveren een doordacht Gesamtkunstwerk op.
Een zak met ijs boven je hoofd
Soms kun je in een woede-uitbarsting om God vragen. Of bij tegenslagen in het leven. Waar ben je nou, als ik bescherming nodig heb? De hulp van bovenaf blijft stil. Na een ongeluk, of bijna-dood ervaring keren mensen zich vaker tot spiritualiteit, misschien omdat het betekenis geeft aan de ramp die zij ternauwernood wisten te ontsnappen. Ook Ruchama daagde de grotere krachten uit op momenten van woede, maar er gebeurde op dat moment niets. Toch is de kreet naar boven een eerste vorm van het persoonlijk openstellen naar de spirituele wereld. Het is een bewust gevoel. Na jaren aversie daagt ze de goden uit: als jullie bestaan geef me een teken. Vanaf die dag is er een verandering in gang gezet. Op een doordeweekse avond zit Noorda in de trein van Maastricht terug naar Amsterdam na het bezoeken van een tentoonstelling. Het is niet druk in de coupe. De trein staat al een tijd stil vanwege een storing (waarschijnlijk). De mensen in de trein raken met elkaar in gesprek. Vier mensen, Ruchama Noorda, een vrouw die met dolfijnen communiceert, een Koreaanse muzikant en een antroposofische zangeres. Vier vreemden die elkaar ontmoeten door de stilstand van een trein. De vrouw van de dolfijnen vertelt dat ze die dag een bepaalde handgreep had geleerd die je op het hoofd moet uitvoeren en die ervoor zorgt dat je communicatie met ‘boven’ bevorderd. Ze praat gehaast en heel erg snel, alsof ze haast heeft. Ze vraagt de antroposofische zangeres of ze het op haar hoofd mag tonen, waarop de vrouw weigert. De dolfijnenvrouw kijkt naar Ruchama die het gevaar er niet van in ziet. De zangeres waarschuwt nog: ‘Met dit soort dingen moet je uitkijken!’ Noorda laat de vrouw de handen op haar hoofd leggen. Er gebeurt niks. Althans, op dat moment. Die nacht wordt ze met een vreemd, heel hevig gevoel wakker. ‘Het voelde alsof mijn hoofd open spleet en er heel veel licht in kwam. Onverdraaglijk was het gevoel. Heel mooi en tegelijkertijd heel eng. Het gehaaste gevoel dat de dame die middag in de trein had kreeg ik ook. Ik begon heel snel denken en mijn gedachten vervoerden me meteen naar waar ik aan dacht. Plotseling bevond ik me buiten het gesloten raam halverwege de straat. Ik schrok en hees mezelf uit bed. Angstig kroop ik achter het internet waar ik op Google opzocht hoe ik deze intense ervaring een halt toe kon roepen. Ik las dat ik een grote zak met ijs boven mijn hoofd moest visualiseren. Met alle concentratie die ik in mij had heb ik dat ijs boven mijn hoofd laten hangen net zolang totdat het gevoel afnam. Ik ben een paar maanden behoorlijk van slag geweest van die ervaring.’ Na deze ervaring is de interesse in occultistische gemeenschappen gewekt. Ingewijde antroposofen houden zich hier ook mee bezig, aldus Noorda.
Zwarte historie
Het werk van Ruchama heeft een seance functie, om de idealen van de reformbeweging naar boven te halen. Ze is kritisch en beschouwend en legt uit dat ze met name kiest voor de mooie delen van de reformbeweging. ‘De zwarte historie die aan dit soort denksystemen is gekoppeld wil ik niet uit de weg gaan. Daar kijk ik natuurlijk ook wel naar, maar sommige elementen vind ik echter heel duister. Die beschrijf ik alleen en pas ik niet toe.’ Tijdens de reformbeweging werd er wild gespeculeerd over evolutie. In dezelfde tijd dat Darwin met de Beagle de wereld over trok om ieder organisme te bestuderen, uiteindelijk leidend tot the Origin of Species, waren er ook andere verlichte denkers aan het filosoferen over de menselijke herkomst. Blavatsky omschreef dat zij via telepathie verhalen kreeg toegereikt, die zij in dienst stelde van de theosofie. Als grondboek voor de theosofie heeft zij De geheime leer geschreven. Blavatsky zei dat de inhoud van haar boeken gegeven Koet Hoemi en Morya: volgens haar boeddhistische meesters die ergens half verborgen in de Himalaya leefden. Zij formuleerde zodoende een spirituele evolutie, waarin verkeerde dingen voorkomen, zoals Root races ‘wortelrassen’ waarvan delen ook weer opgenomen zijn in de antroposofische evolutieleer. Noorda bestudeert het allemaal om vervolgens heel kritisch een eigen visie te vormen. Niet alles wat ze leest of ervaart kan ze kwijt in haar kunst. Het is een manier van leven: als onderzoeker, kunstenaar als criticus.
Geachte Heer Steiner,
Aangezien ik verscheidene van uw boeken heb gelezen, zou ik willen weten of u tijd hebt mijn hierbij gevoegde brochure ‘Le Néo-plasticisme’ te lezen. Het neoplasticisme is volgens mij de kunst van de nabije toekomst voor alle ware antroposofen en theosofen. Het neoplasticisme realiseert de harmonie door de gelijkwaardigheid van twee uitersten: het Universele en het Individuele. Het eerste door openbaring, het tweede door deductie. Kunst brengt beeldend de evolutie van het leven tot uitdrukking: evolutie van de geest en (maar in tegenovergestelde richting) evolutie van de materie. Het is slechts mogelijk een betrekkelijk evenwicht te bereiken door de vorm te vernietigen en te vervangen door een nieuw universeel beeldend middel. Ik zou graag uw ideeën over dit onderwerp willen weten, als u er voor voelt mij te antwoorden. Mijn verontschuldigingen dat ik u in het Frans schrijf; ik beheers het Duits onvoldoende.
Met gevoelens van de meeste hoogachting,
P. Mondriaan