Lost in Time
Iedereen ervaart wel eens hoe tijd steeds een andere functie in het leven kan hebben en lijkt te veranderen per situatie. Een uur kan ontzettend snel gaan wanneer wij bezig zijn met iets waar we plezier in hebben, tegelijk kan het hetzelfde tijdssegment eindeloos duren wanneer het bijvoorbeeld een ingewikkeld sollicitatiegesprek betreft of het wachten op een trein die al veel eerder had moeten komen. Hoe vaak heb ik mijzelf al niet horen zeggen dat naarmate ik ouder word, ik de jaren steeds sneller voorbij vind gaan? Dit zou betekenen dat vooral de ervaring van tijd is gewijzigd en niet zozeer het daadwerkelijke verstrijken ervan, dat blijft immers altijd hetzelfde. Hoe sterk het ook kan voelen dat de tijd stilstaat, zowel in positieve als in negatieve zin, de realiteit zal steeds opnieuw uitwijzen dat de klok toch echt verder tikt. Dit betekent dat ik iedere dag weer iets ouder word en dat naarmate dit proces vordert de tijd voor mij er ooit op zal zitten. Een ding staat namelijk vast in het leven en dat is het feit dat er een onoverkomelijk einde aan zal zijn. Dit betekent voor de tijd an sich eigenlijk niks, die blijft namelijk rustig doorgaan en bestaan. Wij maken maar een belachelijk klein onderdeeltje uit van dit immense kader dat geen wezenlijke afbakening is. Toch ervaren wij tijd wel zo, omdat we er allerlei afspraken over maken en het in zekere zin beheersbaar proberen te maken.
Onlangs was de film Lost in Time van de Canadese kunstenaar Patrick Bernatchez in de Grote Kerk in Den Haag te zien, met deze vertoning vond de vierde editie van het Volkspaleis plaats, georganiseerd door West Den Haag. in tegenstelling tot eerdere jaren was het werk dit keer alleen deze avond en nacht (van 22.00 tot 05.00) te zien op deze locatie. Een duidelijk afgebakend en niet zo veel voorkomend tijdsbestek dus als het om het bekijken van beeldende kunst gaat.
Zoals de titel van het werk al aangeeft vormt tijd een belangrijk aspect van de film, misschien alleen al door het feit dat de film een onderdeel vormt van een al langer bestaand werk met dezelfde titel. Bernatchez breidt het werk, dat niet alleen bestaat uit film maar ook objecten, als het ware steeds verder uit naarmate de tijd vordert. Zo was reeds in 2012 in West een filmloop van de kunstenaar te zien met de titel Lost in Time, Fraction 1. Hierin werd een zwart paard met een eveneens volledig in zwarte kleding gehulde berijder al galopperend door een niet ophoudende sneeuwstorm getoond, ruiter en paard dragen een zelfde soort helm die doet denken aan een motorhelm. Een object dat wij niet direct associëren met het berijden van een paard, evenmin is het een bekend hoofddeksel dat vaker door dit dier ‘gedragen’ wordt. Het lijkt als een soort masker te fungeren die mens en dier ontdoen van gezichtskenmerken. Dit maakt ze anoniem, duister en ongrijpbaar, maar versterkt op hetzelfde moment de eenheid tussen beiden, alsof zij met elkaar versmolten zijn. Het uiterlijk doet ook denken aan een moderne versie van een ouderwetse geharnaste ridder te paard, die klaar is om de strijd aan te gaan.
De huidige film Lost in Time begint met deze reeds eerder vertoonde beelden, waardoor voor mij een gevoel van herkenning optrad en het besef dat mijn eerdere kennismaking met het werk nog sterk in mijn geheugen was gebleven, waardoor er voor mij vrij letterlijk een besef van tijd en het verstrijken ervan ontstond. Paard en ruiter bevinden zich in een totaal onduidelijk gebied, het is er wit en oneindig, de sneeuw bemoeilijkt hen de tocht. Door het gezang van het jongenskoor op de achtergrond moest ik denken aan engelen in de hemel, een plek die hoogstwaarschijnlijk niet bestaat en waar in elk geval geen mens (ook degenen die er wel in willen geloven) van weet hoe het er precies uitziet. Wel denken we dat als er zo’n plek bestaat, tijd er geen rol meer zal spelen zoals wij daardoor beheerst worden tijdens ons aardse leven. Er is dan geen einde meer, we kunnen er gewoon zijn en bestaan zonder druk van eindigheid dat is dan immers vervangen door eeuwigheid.
Op de plek waar paard en ruiter zich bevinden lijkt de tijd inderdaad bevroren in een soort vacuüm waar zij niet meer uit lijken te kunnen komen. Maar prettig en rustgevend (zoals het in de hemel toch zou moeten zijn) is het er niet. Een gevoel van doelloosheid die al snel omslaat in machteloosheid wordt door de beelden opgeroepen. Het engelengezang maakt plaats voor elektronische en meer duistere muziek, die het onheilspellende gevoel versterken. Uiteindelijk bezwijkt het paard en komt in de sneeuw te liggen, de ruiter neemt moedeloos naast hem plaats. Hij moet afscheid nemen om zijn tocht, waarvan het doel of eindpunt nooit duidelijk zal worden, te continueren.
Tijdens de scenes waar de ruiter alleen rondloopt wordt meer van de omgeving getoond, die blijkt te bestaan uit een uitgestorven en besneeuwd berglandschap, waar alleen soms de punten van rotsen en bergen als zwarte markeringen de witte uitgestrektheid doorbreken. Op een zelfde manier lijkt de man en eerder ook nog het paard op te gaan en onderdeel te worden van de omgeving, terwijl het toch juist een situatie is waaruit zij lijken te willen ontkomen. Zoals de zwarte en witte elementen met elkaar contrasteren, zo tegenstrijdig is ook de nogal futuristisch uitziende kleding van de man, die niet alleen een helm draagt, maar ook een soort rugzak met allerlei slangetjes eraan (waarvan het doel niet duidelijk is: biedt het hem warmte of zit er bijvoorbeeld zuurstof in?) en zijn ‘drager’ die eerder in vroegere tijden door de mens veelvuldig als vervoermiddel werd gebruikt.
Tussendoor worden nog beelden getoond van een soort vriescel waar een enorm vierkant blok in ligt, het blijkt om een langzaam smeltend blok ijs ligt te gaan. Boven het blok draaien ventilatoren net als wijzers van een klok in de rondte en naarmate de film vordert wordt duidelijk dat het paard in het blok ijs verscholen lag. De ruiter zet zijn tocht voort en vindt op een bepaald moment een horloge in het ijs. We horen het tikken van het voorwerp, de tijd is hiermee ineens letterlijk aanwezig. Het horloge is een bestaand voorwerp dat door Bernatchez in samenwerking met een horlogemaker is ontwikkeld, de wijzer van het apparaat zal maar een keer in de duizend jaar rondgaan. Een tijdbestek dat natuurlijk enorm is ten opzichte van een mensenleven, de drager zal dit moment nooit mee gaan maken, maar het moment van rondgaan zal wel ooit plaatsvinden en benadrukt de nietigheid van het menselijk bestaan.
De beelden van de vriescel en de tocht van de ruiter wisselen elkaar steeds af, waardoor er een duidelijk contrast ontstaat tussen ‘binnen’- en ‘buitenwereld’. Aan het eind van de film verdwijnt de ruiter onder een laag sneeuw, terwijl het paard juist weer tot leven komt. Zijn warmte wint het van de kou, zijn helm ligt los naast hem, zijn hoofd krijgen wij niet te zien. Hoewel de film is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken en in die zin een begin en een einde heeft, kunnen we ons afvragen of het paard nu inderdaad is verrezen uit de dood in het sneeuwlandschap of dat de reis met zijn ruiter nog moet gaan plaatsvinden. Is de ruiter omgekomen of heeft het ondergedompeld raken in de sneeuw hem kunnen redden, zoals ook het paard vanuit het enorme blok ijs bevrijd is geraakt?
Het werk van Bernatchez laat de kijker denken over tijd, waardoor het duizelingwekkende gevoel optreedt dat wij ons weliswaar constant tot de tijd verhouden maar er uiteindelijk nooit van zullen winnen.
De film ‘ Lost in Time’ is nog tot en met 3 oktober 2015 te zien in West Den Haag.