Lichaam Hoofd Kruis
Griet Menschaert
Ik voel het trillen van de aarde, de kwaadheid der natuur. Ik voel de oerdrang om mijn territorium veilig te stellen. Ik voel het verlangen om nu en dan met een ander mens dat territorium te vergeten, zowel in tijd als in plaats. Tegelijk wil ik dat mijn verlangen onvervulbaar is, zodat ik het kan blijven… Wat kan ik daarmee als kunstenaar? Ik wil graag ‘nuttig’ zijn voor de aarde. Ja: ik denk groot. Al zie ik mezelf niet als een propagandist, een verkondiger van een of ander heilig woord of een milieuactivist. Ik ben slechts een neerslag. Ik gebeur deze wereld. Mijn wil is beperkt.
Het is die afwezige aanwezigheid die beslist wat er met mijn aanwezigheid gebeurt. Ik voel soms enorme weerstand daartegen. Dat is de Jackson Pollock in mij: het gevecht met het materiaal. Het weten dat het moet, maar tegelijk niet goed begrijpen wat er met je gebeurt terwijl je werkt. Het overdonderd worden door de kracht van je mogelijkheid en van je onmogelijkheid. Vechten met de primitiviteit en tegelijk niet anders kunnen dan luisteren naar die primitiviteit.
Dat donkere in je werk kan toch niet alleen vanuit je lichaam komen? Of zou dat toch kunnen? Zou ons lichaam van nature niet schoon en puur zijn en alleen door het leven vertroebelen vanuit het denken? Of vertroebelen we door andere aanwezigheden, door oudere lichamen en geesten die ons baren en rare gevoelens en gedachten aanleren?