L’Histoire d’un type
Fotoportretten van Vera Claessen
In de foto’s van Vera Claessen (1966) gaat het erom hoe mensen te voorschijn komen. In de analoge fotografie is dat vooral ook een kwestie van de visuele verschijning in het ontwikkelbad. Met de digitale camera is het niet meer zozeer een chemische reactie als wel de uitkomst van een inhoudelijk voornemen, het resultaat van een meer of minder geregisseerde verwachting.
Bij het maken van de portretten voor het boek ’Portraits of Contemporary Circus’ had Vera Claessen meestal niet meer dan een uur om haar foto’s te maken. Ze had zich voorgenomen de voor het boek geschreven typeringen van uitgesproken persoonlijkheden van het nieuwe circus aan te vullen met ‘schone portretten’. Het zijn foto’s ontdaan van het overbodige zonder te schraal of sober te worden. Dit betekende wel meteen dat de foto’s zwart-wit moesten zijn en dat ze geen sets bouwde, maar werkte met wat ze ter plekke aantrof en met natuurlijk licht. De dertien circuskunstenaars heeft ze zoveel mogelijk ontdaan van stereotype attributen en hen getroffen in hun pure aanwezigheid. Zo is in de serie een typologie te zien die wordt bevestigd door de benoeming van de reeks als ‘L’Histoire d’un type’.
De iconen van het hedendaagse circus die ze fotografeerde zijn geworteld in een traditie waaraan ze enerzijds trouw zijn en waar ze zich anderzijds aan ontworstelen. Die dualiteit en de psychologische reflectie daarvan in hun fysieke verschijning weet Vera Claessen met haar onomwonden benadering in beeld te brengen.
Het talent van Vera Claessen is dat ze niet op de voorgrond treedt. Ze gaat in het fotograferen op. Ze verdwijnt zelf in het beeld. In haar onzichtbaarheid komt degene die ze portretteert tot zijn recht. Juist door er bijna niet te zijn, is ze toch aanwezig.
Voor het boek heeft ze die ‘schone portretten’ aangevuld met aan het circustheater gerelateerde foto’s. Hierdoor geeft het project in zijn totaliteit een beeld van een artistieke cultuur die tegelijkertijd heel oud en heel jong is. We zien mensen die weten dat ze iets uitzonderlijks kunnen, maar die zich niet op die uitzonderlijkheid laten voorstaan. Het is eerder zo dat de foto’s laten zien dat uitzonderlijkheid in iedereen kan worden aangetroffen als je het maar wilt zien; dat het iets is wat je in jezelf moet durven erkennen, zodat het door een ander kan worden opgemerkt.
Een klassiek gegeven in het circusvak is de verstandhouding tussen onderman en bovenman. Hoe virtuoos je talent ook is, je bent altijd afhankelijk van hoe je elkaar steunt of opvangt. Je ziet in deze foto’s dat de artiesten zich vanuit dat gegeven aan Vera Claessen hebben durven uitleveren. Ze zijn als onbekenden met elkaar geconfronteerd, maar hebben zich binnen een paar uur aan elkaar bekend.
Vera Claessen komt heel dichtbij zonder ongepast te worden. In alle foto’s is er een zachtheid die de scherpte omringt van de focus die Vera Claessen kiest. Daardoor vertolken de foto’s iets van de persoonlijke levenssfeer zonder ook maar een zweem van voyeurisme. Deze portretten zijn een kwestie van vertrouwen.
Het zijn stille werken die oorverdovend werken. Je vertrouwt blind op hun waarachtigheid.
De foto’s van Vera Claessen zijn tot en met 16 oktober te zien bij Majke Hüsstege Projects in ’s-Hertogenbosch en van 21 t/m 30 oktober bij Festival Circolo