Lenneke van der Goot beweegt
Als een potlood op papier
De tekeningen van Lenneke van der Goot (1979) bestaan uit een opeenvolging van omtrekkende bewegingen om de kijker te benaderen. Ze sluipt ongezien op je af om haar tanden in je hals te zetten als je er het minst op verdacht bent. Ze laat niet meer los en bijt stevig door. Ze is een weerwolf die niet alleen bij volle maan toeslaat. De aard van haar werk is een ongemakkelijk combinatie van een natuurlijk talent en complexe rationele overwegingen. Je ziet landschappelijke en urbane, realistische en abstracte componenten in elkaar verstrikt raken. Er is een dierlijke gesteldheid in het werk die tegelijkertijd ontroerend en bedreigend is, naast een bijna rekenkundig aandoend patroon dat compositorisch het wankele evenwicht binnen de tekening schraagt. Haar tekeningen zijn inderdaad schragen: je kunt er een blad opleggen en dan heb je een tafel waar je bovenop kunt kijken.
Traditioneel is een klein formaat werk dat je op de hand of liggend op een tafel bekijkt. Lenneke van der Goot is een kunstenaar die haar werk van de tekentafel heeft afgehaald en verbeelding in de ruimte projecteert. Die projectie tekent ze waardoor de ruimtelijkheid ervan een constructie is die je visueel na kunt lopen. De consequentie is dat een deel van haar werk niet langer tweedimensionaal is, maar het karakter krijgt van een reliëf of zelfs een vrijstaande sculptuur.
In haar atelier doet haar werkwijze zich heel vanzelfsprekend voor, omdat ze in haar ranke lange gestalte erin beweegt als een potlood op papier. Ze heeft een aanwezigheid die bijna verontschuldigend is voor de onontkoombaarheid ervan.
Haar werk van een aantal jaren geleden had titels als ‘Inner Wolf’ en de wolf als deel uitmakend van de roedel – het pak – en de daaruit verstoten eenzame wolf waren aspecten van haar kunstenaarschap die je bijna een-op-een op haar verschijning kon toepassen. Het was de zoektocht om na te gaan waar je als kunstenaar deel van uitmaakt en hoe je daarbinnen een onderscheidende positie kunt hebben.
Een paar jaar later speelt dat aspect nog altijd een rol, maar er is veel meer zekerheid ontstaan over de persoonlijke noodzakelijkheid van het kunstenaarschap. Dat ze inmiddels twee kinderen heeft, draagt aan dat besef nadrukkelijk bij. Nu er een andere onontkoombare verantwoordelijkheid haar leven bepaalt, is het kunstenaarschap wezenlijker dan ooit.
Dat wezenlijke is binnen haar tekenen terug te vinden in hoe ze zich verhoudt tot objecten en lichamen die een meetkundige aard hebben en die altijd enigszins uit het lood zijn gebracht. Het zijn bouwsels die geen functionaliteit laten zien en die als zelfstandige elementen als dode zielen in de tekeningen hun plaats krijgen. Het zijn vaak scherpe, hoekige vormen, veelvlakken en vouwpatronen die als een onvatbare architectuur zich verhouden tot menselijke figuren. Die mensen hebben een schaalgrootte die de hele tekening en de abstracte objecten in het bijzonder bevraagt. Je zoekt binnen de tekening naar een verhouding die je er zelf mee kunt aangaan en het is niet eenvoudig daarin te slagen. Dat kost enige moeite. Doordat Lenneke van der Goot beschikt over een overtuigende tekenhand slaagt ze erin je mee te nemen in dat kijkproces. Er zit een gemak in het werk dat verhult met hoeveel moeite het tot stand komt. Zeker als ze driedimensionaal op grote schaal in de publieke ruimte werkt of binnen kunstruimtes grotere installaties bouwt, valt het op hoe vaardig ze vormproblemen oplost. Daardoor is haar werk ook inhoudelijk meteen overtuigend omdat ze de techniek waarmee ze haar werk uitvoert, gelijkschakelt aan wat ze daarmee laat zien. In haar werkwijze moet ze voortdurend een weerstand in zichzelf overwinnen. Het tekengemak mag niet de overhand krijgen op de weerbarstigheid van het onderwerp. Tegelijkertijd is de tekenlust onontbeerlijk voor de kwaliteit van het werk. Daarom varieert ze voortdurend in middelen en materiaalgebruik. Ze probeert beetje bij beetje binnen bereik te brengen wat daar voortdurend net buiten ligt. Door de uitbreiding van het arsenaal en de mogelijkheden groeit haar kunstenaarschap zowel ambachtelijk als ideematig.
Lenneke van der Goot gaat met die materie redelijk laconiek om. Het is ook zoals het is. Dat geeft haar tekeningen een vanzelfsprekende aanwezigheid waar je ze ook aantreft. Ze bestaan op zichzelf en zijn in zichzelf waarachtig en overtuigend. Met haar werk gaat ze een relatie met de wereld en het leven aan, die in haar dagelijks bestaan is geïntegreerd. De onnatuurlijke elementen die zich daarin voordoen gaat ze te lijf door ze in haar tekeningen te incorporeren. Ze verstaat zich met het wezensvreemde en het kunstmatige door haar verstandhouding ermee in kaart te brengen. Ze gaat er vrij letterlijk bovenop zitten om te zien wat het is.
Het winnen van de EposPress Tekeningenprijs in 2014 heeft haar tastbaar de erkenning gebracht die ze in de Nederlandse kunst gestaag heeft verworven. Lenneke van der Goot is geen kunstenaar die even opvalt om daarna weer uit beeld te verdwijnen. Haar aanwezigheid in de kunst neemt langzaam in kracht toe en wint zo meer en meer aan belang en betekenis.