Kunst in Nederland: Arno Kramer over Overijssel
Maandelijks vraagt Mister Motley aan een kunstenaar om een stuk te schrijven over zijn of haar provincie. Vanaf aanstaande donderdag gaan de musea weer open, maar het blijft in deze tijd lastig om een tentoonstellingsbezoek op reisafstand te plannen. Daarom willen we de komende maanden kunstenaars uit heel Nederland vragen om inzicht te geven in de bijzondere, artistieke plekken uit hun eigen omgeving. Zijn er voorgevels in Friesland die we niet over het hoofd mogen zien? Welke etalage in Brabant toont maandelijks nieuwe kunstwerken en wat zijn de presentatieplekken in Zuid-Holland die deze winter experimentele kunst tonen? Door de bril van de hedendaagse kunstenaar kunnen de lezers van Motley door heel Nederland toch in aanraking komen met kunst dichtbij huis. We trappen vandaag af met kunstenaar Arno Kramer die schrijft over Overijsel.
Hoewel de aanleiding om in 1971 in Overijssel te gaan wonen prozaïsch was, namelijk het beginnen met een nieuwe betaalde halftime baan in Deventer, is die provincie steeds meer voor me gaan betekenen. De reis van Arnhem, waar ik destijds woonde, naar Deventer duurde in 1971 langer dan nu. Er liep nog geen snelweg tussen Arnhem en Apeldoorn. Dat verrekte hobbel traject naar Apeldoorn had ik in jaren daar weer voor vele malen afgelegd vanwege het volgen van een schoolopleiding in Apeldoorn, maar dit terzijde.
Land
Schrijven over zoiets als de provincie noopt ook om na te denken over karakteristieken. Hier zijn dat in Salland de coulisselandschappen. Weiden en akkers vaak omzoomt door iets verhoogde wallen, waarop bomen en struiken groeien. Daar is natuurlijk door dichters over geschreven:
Onderweg
Alles werd even gevat in Gaandeweg, een titel. De route bleek er
een van rust en spreken. De heldere randen van het water lieten
zand zien en verderop slingerde een winterkoninkje door het beeld
en klom in het riet. Er was de stilte van het rustige water. Dode
dennenappels onder de schoenzolen vertrappend liepen we verder.
Elke route heeft zijn nut, elk gevoel bestaansrecht en elke stap is er
een die ergens naar toe leidt. Het spreek zo voor zichzelf, maar moet
nog hier benoemd. De naam geschreven en de woorden bezegeld.
Overijssel heeft twee kunstacademies, ARTEZ in Zwolle en in Enschede de AKI, waar ik zo’n 20 jaar met veel plezier heb lesgegeven. Mijn taak was om het tekenen daar enigszins kwalitatief te liften en of dat gelukt is moeten anderen maar zeggen. Die focus op ontwikkelingen in het hedendaagse tekenen werd steeds intensiever en inventiever. Niet alleen in mijn eigen werk, en ook niet alleen in het maken van tentoonstellingen die de ontwikkelingen lieten zien, maar ook in het schrijven over hedendaagse tekeningen. Met grote dynamische musea zoals De Fundatie in Zwolle en Rijksmuseum Twenthe in Enschede is er hedendaagse als ook oudere beeldende kunst in Overijssel te zien. Jammer genoeg zijn er om allerlei redenen steeds minder zogenaamde kunstenaarsinitiatieven. Al heeft Zwolle met ’t Langhuis en Enschede met Villa De Bank zeker enkele van de oudsten initiatieven in Nederland.
Dat er in deze kleine speurtocht in Overijssel hier veel aandacht is voor hedendaagse tekeningen is nu puur toeval.
Diepenheim
Rijd je van Salland naar Twente dan is het de moeite waard om eens in Diepenheim uit te stappen en er de Kunstvereniging en het Drawing Centre Diepenheim te bezoeken. Kunstvereniging Diepenheim bestaat al ruim 30 jaar en in 2008 kwam daar Drawing Centre Diepenheim bij. Het tot nu toe enige kunstinstituut in Nederland dat zich richt op de ontwikkelingen in het hedendaagse tekenen. In de herfst en de winter is er een solo tentoonstelling te zien van Jantien Jongsma. Zij refereert in haar expositie, die Het Nieuwe Bouwen heet, aan Slotervaart in Amsterdam. Geen nadruk op de natuur in haar werk, niet het tekenen van de werkelijkheid, maar kleurrijke werken op papier, die verhalend van karakter zijn en die een persoonlijke, vaak gemythologiseerde visie op haar directe leefomgeving laat zien. Voor de presentatie van haar werken op papier beschilderde zij de wanden van Drawing Centre Diepenheim in bepaalde, vaak strakke motieven en in verschillende kleuren. Ruimte vullende muurschilderingen waarop recente en al langer bestaande tekeningen en collages in random opstelling zijn samengebracht. In haar tekeningen ontwikkelt ze soms complexe nieuwe werelden waarin dingen kunnen botsen, waarin soms bijna naïef getekende personen figureren, die dingen doen, die dingen laten, soms met een knipoog naar de werkelijke wereld. Jantien Jongsma zegt over die titel: ‘Het Nieuwe Bouwen is als een wandeling door Slotervaart te Amsterdam, mijn huidige woonplaats. Al dwalend door de tekeningen ontwaart de kijker hopelijk de idealen van de jaren vijftig: “licht, lucht en ruimte” en de hoop op een nieuw leven. Architectuur- en kleurelementen, die kenmerkend zijn voor de toenmalige stedelijke vernieuwing’. Zij combineert dat met dagelijkse observaties en gedachten over haar leven in Slotervaart.
Het tot nu toe enige kunstinstituut in Nederland dat zich richt op de ontwikkelingen in het hedendaagse tekenen.
Plaats
Drawing Centre Diepenheim heeft ook altijd kunstenaars uitgenodigd om tijdelijk in Diepenheim te komen werken. Soms gekoppeld aan een solotentoonstelling, soms alleen als onderzoeksactiviteit. Op uitnodiging van Drawing Centre Diepenheim verbleven onlangs Susanne von Bülow (Münster) en Emmy Bergsma (Zwolle) twee weken als Artists in Residence in Diepenheim in het kader van hun samenwerkingsproject Mapping Paradise. Het project is onderdeel van taNDem, een kunst- en cultuurprogramma waarin Duitse en Nederlandse kunstenaars met elkaar samenwerken.
Drawing Centre Diepenheim heeft ook altijd kunstenaars uitgenodigd om tijdelijk in Diepenheim te komen werken.
Het Paradijs
“Uitgangspunt voor ons samenwerkingsproject is dat hét Paradijs een fictieve plek is, een plek die je wel kunt zoeken, maar nooit zult vinden. Maar soms is het andersom: terwijl we onder een dicht bladerdak van een boom rusten, dan vindt het Paradijs óns. In het Bijbelse paradijsverhaal wordt geschreven over De Boom des Levens en de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. Het lijken gewone bomen, maar ze zijn tegelijkertijd de dragers van de waarheid, de geheimen van het leven en de wijsheid over ons bestaan.”
Susanne von Bülow en Emmy Bergsma stellen zichzelf de vraag of de bomen die nu groeien, uit hetzelfde DNA zouden kunnen bestaan als de bomen in de Hof van Eden. In een poging om dichter bij het Paradijs te komen en om de natuurlijke relatie tussen mensen en bomen verder te onderzoeken bekeken ze een aantal oude bomen in de Euregio. Ze gebruiken o.a. hun intuïtie, zintuigen, artistieke visie en associatieve vermogens om de bomen te ‘verstaan’. Ze werken daarvoor afwisselend ter plekke en in hun Diepenheimse studio’s. Zij maken bij al dat onderzoek gebruik van verschillende tekenmaterialen en -technieken, zoals frottage en getekende animatie.
Susanne von Bülow en Emmy Bergsma stellen zichzelf de vraag of de bomen die nu groeien, uit hetzelfde DNA zouden kunnen bestaan als de bomen in de Hof van Eden.
Mapping Paradise was als informele tentoonstelling enkele malen beperkt voor publiek toegankelijk en liet zowel in tekeningen als in foto’s zien hoe beide kunstenaars de omgeving veelal als inspiratie hebben gebruikt. In al die onderzoeken is te zien dat er niet direct naar resultaat van een geslaagde tekening werd gestreefd.
Enschede
Rijd je van Diepenheim door naar Rijksmuseum Twenthe in Enschede dan is het wel een wonderlijk toeval voor mij dat daar ook erg veel tekeningen te zien zijn. De solotentoonstelling van Carlijn Kingma kreeg met De architectuur van het Onzichtbare zelfs landelijk ruime aandacht, zowel op tv als in de kranten, en dat is niet verwonderlijk, want in haar werken schept ze werelden die alles lijken te bevatten. En die dan paradoxaal genoeg weer een nieuwe wereld vormen. Aspecten van de werkelijkheid, surreële verzinsels, mythische interpretaties, wonderlijke combinaties, niets lijkt onmogelijk in haar delicate en precieze techniek, alles met eindeloos geduld getekend met een dunne pen. In de tentoonstelling heeft ze een verzameling schetsen en knipsels bij elkaar gebracht die een boeiend beeld opleveren van waar zij inspiratie uithaalt.
In haar werken schept ze werelden die alles lijken te bevatten
Totaal anders, en in zekere zin veel risicovoller en avontuurlijker is de andere tentoonstelling in het museum van Nicole Schulze en Mirna Limon Invisible Breath. Ook al een Duits-Nederlands samenwerkingsproject. Beiden deden al eens eerder mee aan een project in Drawing Centre Diepenheim.
In het werk van zowel Limon als Schulze staat de innerlijke wereld en het menselijk gedrag centraal. Beide kunstenaars benaderen deze thema’s op verschillende wijze. Zo is Mirna Limon (Hengelo, 1973) op zoek naar een verbinding tussen het alledaagse en een parallelle wereld, die eerder voelbaar dan zichtbaar is en die het alledaagse overstijgt. Een wereld die zich volgens sommigen meer en meer ontsluiert, wanneer je jezelf beter leert kennen en je lichaam als heiligdom beschouwt. In haar werk gebruikt Mirna Limon haar eigen beeld op kinderfoto’s om universele boodschappen als ‘remember your spirit’ en ‘what the mind doesn’t know, the heart fills in’ te tonen. Het maakproces ziet ze als een ontdekkingstocht waarin de mogelijkheden van het materiaal worden verkend. Die experimenten leiden tot indringende beelden, waarin die ontdekte technieken van ondergeschikt belang zijn.
In het werk van zowel Limon als Schulze staat de innerlijke wereld en het menselijk gedrag centraal.
Waar Mirna Limon op zoek is naar energie en bewustzijn, zoekt Nicole Schulze (Salzwedel, 1978) in haar tekeningen naar een bepaalde spanning of weerstand. Ze combineert en verstoort het realistische beeld met ingrepen van spontane vormen en lijnpatronen. Ze is in staat om op virtuoze wijze materialen te combineren en ze maakt hierbij dikwijls gebruik van collages, foto’s, garen en textiel. Zo creëert ze sensitieve, collageachtige tekeningen vol metaforen en lagen, waarmee ze verwijst naar de mens en zijn gevoelens. In combinatie met haar titels, die een belangrijk deel van haar werk vormen, ontstaan er op de realiteit gebaseerde statements met een humoristisch en surrealistisch karakter. Steeds vrijer gaat zij om met ‘onderdelen’ die soms onafhankelijk van elkaar in vorm ontstaan en die hun plek krijgen in meer samengestelde werken. Opgeblazen zelfgemaakte foto’s kunnen dienen als achtergrond voor tekeningen.
Ondanks de verschillende werkwijzen van de kunstenaars vertonen de werken ook overeenkomsten, bijvoorbeeld in kleur- en materiaalgebruik. Daarnaast wordt het werk van beiden gekenmerkt door tegenstellingen als figuratie versus abstractie en fijnzinnige details versus grovere vlakken.
Opgeblazen zelfgemaakte foto’s kunnen dienen als achtergrond voor tekeningen.
Zwolle
Museum De Fundatie heeft met de keuzes van Ralph Keuning zich nadrukkelijk uitgesproken voor werk van Duitse kunstenaars. Met solo’s van Neo Rauch, en andere Leipziger schilders Martin Kobe, Mirjam Volker, Robert Seidel en Titus Schade. Indrukwekkend vakmanschap op vaak grote formaten met een mix van figuratie en abstractie. Zeer realistisch is het werk van een oudere Duitse schilder Michael Triegel. Een heel klein beetje in de lijn qua onderwerp is het werk van Anneke Wilbrink nu te plaatsen. Haar schilderijen schotelen je een wereld voor die op kleine punten herkenbaar is, maar die vooral ook een briljante losgeslagen eigen wereld schept. Soms lijkt het, zoals het persbericht schrijft, of de wereld in een deeltjesversneller terecht is gekomen. Futuristische landschappen zijn gevuld met wolkenkrabbers, psychedelische bloemen en bomen geplaatst tegen een achtergrond van blauwe luchten en rots massieven. De beeldende connecties maken het de kijker niet makkelijk, maar het is juist een van die magische kwaliteiten dat je blijft speuren naar persoonlijk te maken connecties. Zo kom je de Erasmusbrug in Rotterdam en de Nieuwe Toren in Kampen tegen in haar werk. Maar die beelden lossen direct daarna op in het visuele spektakel van overschilderingen, stippen en vlekken en water. Snelheid, energie, een krachtig lijnenspel, verschillende al dan niet figuratieve vormen buitelen over en door elkaar heen in eenzelfde compositie. De dynamische landschappen zijn samengesteld als een collage, vaak vol en druk, zoals ook het dagelijks leven zich aan ons opdringt. Ze is een schilder ‘pur sang’ en zoekt in elk doek naar de balans tussen materiaal, compositie en kleur. Het is krachtige, pure schilderkunst, vermomd als sciencefiction.. Zelf zegt Wilbrink dat haar werk ‘een protestsong’ is, ‘maar dan zonder gepreek’.
Haar schilderijen schotelen je een wereld voor die op kleine punten herkenbaar is, maar die vooral ook een briljante losgeslagen eigen wereld schept.
Ten slotte
En voor al diegenen die na een bezoek weer terugkeren naar hun domein, met hopelijk een fraaie herinnering, dan dit:
Teruggekeerd, niet teruggekeerd
Je zou opnieuw vermoeide stappen zetten
in nieuwe straten. In parken en op pleinen.
Je zou in je stad dwalen en met herinneringen
overladen worden. Je zou niet weten wat je
overkwam. Je zou ook een nieuw verleden
moeten dragen en daarin terugkeren, omdat
je daar terug zou zijn. Omdat daar je liefde
haar eigen oorzaak is. Omdat het telkens
terugkeert, omdat jij er was.
De tentoonstellingen in Overijsel gaan vanaf a.s. donderdag weer open en zijn te zien tot:
Rijksmuseum Twenthe Enschede:
Invisible Breath Mirna Limon en Nicole Schulze (Tot en met 3 januari 2021)
Architectuur van het onzichtbare Carlyn Kingma (Tot en met 10 januari 2021)
Drawing Centre Diepenheim:
Het Nieuwe Bouwen Jantien Jongsma (Tot en met 3 januari 2021)
Mapping Paradise Emmy Bergsma en Susanne von Bülow (7 mei- 6 juni 2021)
De Fundatie Zwolle:
Lofoten Anneke Wilbrink Tot en met 3 januari 2021