Kunst maken is precies de regels volgen
Als je het uitgebreide terrein van de enige academie van Bhutan binnenloopt zie je aan je rechterhand een winkeltje vol thangkas (afbeeldingen op stof), kleibeelden van goden, koperen kommen en andere handwerk producten. Maar ook al kun je hier van alles kopen, wat hier geleerd wordt is niet bedoeld voor de toeristenindustrie, maar is een serieuze zaak.
De godin van klei met de vele armen is een waar meesterstuk waar vele jaren van gedisciplineerd oefenen aan vooraf gaan. De leerlingen worden opgeleid in de boeddhistische kunst en hun werkstukken hebben als bestemming de altaren in de kloosters of bij de mensen thuis. De afbeeldingen zijn heilig en moeten precies volgens de regels worden gemaakt, steeds dezelfde kleuren, vormen en attributen waaraan je de personen of goden kunt herkennen. Een lotus, een schelp, een bliksem of een bedelnap. Maar wacht eens, het boeddhisme kent toch geen goden? Ik vraag het Passang, onze gids. Ja, er zijn allerlei afbeeldingen van goden zoals ‘the lord of dead’, een centrale figuur in populaire religieuze festivals. Aan hem wordt geofferd omdat hij over de verschillende onderwerelden heerst en oordeelt over de dood op het moment dat de ziel reist in de tijd tussen de dood en de wedergeboorte. Hij beoordeelt de goede een slechte daden die je als mens hebt begaan en hoe je volgende leven er uit zal zien. Toch moeten we deze goden weer niet al te letterlijk nemen, maar meer als metaforen. Ook in de bergen leven geesten, die moeten te vriend worden gehouden en daarom is in Bhutan het bergbeklimmen van hoge bergen verboden. De geesten moet je met rust laten. Misschien kun je het zien als een eerbied voor de natuur. Ook is er een god van de oorlog, een wraakzuchtige militaire leider wiens afkomst echter de ‘verlichte compassie’ is. Hij vecht voor het goede en zuivere boeddhisme en helpt je als individu om op het goede pad te blijven. De afbeeldingen van de goden zijn heilig, het is zelfs zo dat als je niet heel precies de maten volgt je slechte karma verzamelt. Kunstenaar is hier een gevaarlijk beroep. Op het moment dat we de school bezoeken zijn er net examens aan de gang. Dankzij onze gids Passang Tobgay die hier in het verleden zelf leerling was, mogen we toch overal naar binnen. Het is tien jaar geleden dat Passang hier voor het laatst was. Hij studeerde er zes jaar maar wilde toch graag vrijer kunnen werken en is daarna naar de Rietveld academie in Amsterdam gegaan.
Zijn docenten herkennen hem. Sommigen van hen maken naast het leraarschap en de aan strikte regels gebonden boeddhistische kunst ook eigen werk. Ze laten het zien op hun telefoon, een beetje stiekem alsof dat nog meer slechte karma gaat opleveren. Meestal zijn het duistere variaties op de traditionele afbeeldingen.