Koopdrift
We hebben ingeslagen. Glinsterende strikken, zwarte balonnen, milkshakerietjes in vier kleuren, anti-kras kurkplakkers, miniweefgetouwtjes van doorschijnend plastic, herstellende vochtinbrengende collageen gezichtsmaskers, tien soorten schuursponsjes, glanzende plastic stootbolletjes, gevouwen papieren trappetjes ter opvulling van kadomanden, een rol anti-slib mat in bejaardenhuisbruin, een toverstaf die opgloeit in het donker, en nog veel meer. Dezelfde wegwerpluxe die je in Nederland bij de Action kan kopen. Made in Taiwan. Made in Korea. Maar vooral Made in China.
Onze voorraad komt alleen dit keer niet uit de Action, maar uit de 99 Cent Only Store in Los Angeles. Een leugenachtige winkelnaam, want soms kost iets opeens toch anderhalve of zelfs twee dollar. Toch is deze troepgigant een schatkamer voor de arme kapitalist die ongebreideld wil shoppen. We bezitten nu een indrukwekkende verzameling massaproducten van beroerde kwaliteit. Ruim 100 dollar hebben we stukgeslagen, we kunnen met de oogst een kast vullen.
We hebben onze koopdrift bevredigd in een filiaal in een sjofel hoekje van Hollywood. Al op de parkeerplaats merken we dat de clientèle voor een aanzienlijk deel stevig gedrogeerd is. Terwijl we ons uit onze kleine Toyota Yaris Hatchback wurmen, spreekt onze parkeerbuurvrouw ons bezorgd aan. Voelen we ons veilig in onze minuscule auto? Zelf is zij in het bezit van een solide pick-up truck. Haar ogen staren ons stralend aan, veraf maar intens – zo stoned als een garnaal. Ze dringt aan: durven we met ons kruimelautootje de snelweg op, worden we dan niet door iedereen van de sokken gereden? We stellen haar gerust en laten haar met vriendelijke groet achter bij haar superieure voertuig.
Ook in de winkel struinen vele gelukzaligen rond. Vol verbazing surfen ze traag langs de eindeloze schappen, zich als drenkelingen vastklampend aan hun winkelwagens. Ik zie een vrouw met openhangende mond en mistige blik vier keer hetzelfde gangpad inslaan, tot ze uiteindelijk aanmeert bij een plank geurkaarsen. Ze maakt er een open, drukt hem stevig tegen haar neus en begint het aroma met gesloten ogen diep en langdurig te inhaleren.
Vermoedelijk is de klandizie in hoger sferen dankzij crystal meth. Daphne vertelt dat een deel van de ingrediënten waarmee deze voordelige drugs thuis te brouwen is verkijgbaar zijn bij de 99 Cent. Zo schijnen bijvoorbeeld aceton (nagellakverwijderaar) en de gel uit ‘coldpacks’ van pas te kunnen komen. De manier waarop crystal meth thuis gemaakt kan worden met goedkope supermarktmiddeltjes doet me denken aan de cocktailrecepten uit het boek Moskou op sterk water van Venedikt Jerofejev (1938-1990). Dit schitterende, sombere boek met als protagonist een alcoholistische intellectueel is gedrenkt in exotische mixjes met politoer, vernis, middelen tegen zweetvoeten en insectenverdelgingsmiddel.
Het drankje ‘Tranen van een Komsomolmeisje*’ maak je bijvoorbeeld met onder meer berkelhaarwater, nagellak, mondspoelmiddel en limonade. Jerofejev beschrijft de wonderbaarlijke effecten van de tranen als volgt: ‘als je daar honderd gram van zuipt, hou je een geheugen als een ijzeren pot, maar je gezonde verstand is foetsie. Drink je nog eens honderd gram, dan sta je van jezelf te kijken: waar komt al dat gezonde verstand zo ineens vandaan? En waar is dat ijzeren geheugen gebleven?’
Jerofejev schreef Moskou op sterk water in 1969, maar het mocht niet in Rusland worden uitgegeven tot 1988. De wanhoop van de hoofdpersoon en zijn afwijzing van het leven waren niet welkom in de sovjetliteratuur. Daar was slecht ruimte voor collectieve hoop en arbeidersvreugd. In Nederland verscheen het boek in 1979, als onderdeel van de reeks Russische Miniaturen.
Na onze strooptocht door de 99 Cent Only Store ben ik uitgeput. We hebben onze eksterachtige begeerte de vrije loop gelaten, nu ebt de roes van het graaien weg en zet de kater in. Maar de buit is binnen. Tenminste wat betreft het aandeel hedendaagse kapitalistische spullen dat we willen gebruiken voor ons project. Nu op naar het museum voor historisch sovjetmateriaal.
*De Komsomol was een communistische jongerenorganisatie in de Sovjet-Unie.
Richtje Reinsma en Daphne Rosenthal ontdekken de voorbije cultuur van het alledaagse sovjetbestaan in het Wende Museum, midden in het hyperkapitalistische Los Angeles. Daarover rapporteren zij op mister Motley. Hun project wordt gesteund door het Mondriaan Fonds.