Kling, boem, knal
Volume is ongekend aanwezig en tegelijkertijd ongrijpbaar. Omvang, hoeveelheid, sterkte en intensiteit. Voor de nieuw verschenen monografie / HEAT / BLAST van Jap Sam Books schreef Laure van den Hout Kling, boem, knal: een tekst over het werk van kunstenaar Han Schuil. Gelijktijdig met het verschijnen van het boek opende in Landhuis Oud Amelisweerd een solotentoonstelling van zijn werk. Zowel de publicatie als de tentoonstelling beslaan de afgelopen twintig jaar van Schuils praktijk.
U missen en u niet ontgaan. Het is wellicht te romantisch om af te trappen met deze dichtregel van J.H. Leopold (1865-1925). Ik doe het toch omdat het is waaraan ik onbewust moest denken toen ik nadacht over wat ik zou schrijven over de schilderijen van Han Schuil. Zulk soort invallen heb ik leren te vertrouwen.
Han Schuil zegt over zijn praktijk dat hij intuïtief tot beelden in de wereld om zich heen aangetrokken wordt – een wegmarkering, gerepareerd wegdek, een oog van een tekenfilmfiguur, een sporter die juichend over de finishlijn komt, een thermogram, een explosie. Bijna altijd zijn het dingen die door de mens gemaakt zijn. Die indrukken nestelen zich in zijn hoofd, worden daar alvast composities en die moeten eruit. Ze moeten geschilderd. Hij ziet een beeld, herkent daarin een motief, dat hij vervolgens isoleert en destilleert. Hij zet het om in een nieuwe realiteit.
De gedichtencyclus waar de regel ‘u missen en u niet ontgaan’ deel van uitmaakt, opent met ‘verborgen half en half verstaan’. Het zijn beide formuleringen die ik wel en niet snap. Gevoelsmatig denk ik te begrijpen wat er staat, maar als ik echt probeer om mijn vinger erop te leggen ontglipt het me. De regels lijken in eerste instantie een tegenstelling in zich te dragen, maar als ik er langer over nadenk doen ze dat volgens mij niet. Ze bevragen eerder wat aanwezigheid is. Is iets alleen aanwezig als je er oog in oog mee kunt staan? Of kan het ook een gedachte zijn, een afgeleide of een spoor van iets? De dichtregels benadrukken de meervoudigheid van aanwezigheid: de verschillende staten waarin iets zich kan aandienen en de ongrijpbaarheid daarvan.
Wat ik bedoel is dat Leopold, door de manier waarop hij woorden tegenover elkaar zet die in een bepaalde context voor elkaar in de plaats kunnen komen, maar die elk ook een eigen betekenis hebben, laat zien dat het genuanceerd ligt of en wanneer dingen met elkaar kunnen samenvallen. ‘Missen’ en ‘ontgaan’ zijn niet hetzelfde, maar kunnen hetzelfde betekenen, net als ‘half verborgen’ en ‘half verstaan’. In het tegenover elkaar plaatsen wordt iets prijsgegeven. Doordat hun betekenis deels overlapt en deels verschilt, verhullen en onthullen ze elkaar. Waarin ze overlappen en waar ze langs elkaar heen scheren is voor de rekening van de lezer. Interpreteren is spannend, het doet een beroep op je associaties. Jouw lezing of interpretatie van iets geven, is iets van jezelf onthullen.
‘U missen en u niet ontgaan’ laat zien dat een combinatie van woorden iets scherper kan omlijnen en het tegelijkertijd meer diffuus kan maken. Een meervoudigheid: het is het een noch het ander, het is het een en het ander. Het is een nieuwe realiteit, waarin al je associaties en verwijzingen die je tot dat moment gekend hebt, een plek kunnen vinden. Verbeelding en werkelijkheid ontmoeten elkaar, en roepen verwondering op over de totstandkoming van nieuwe beelden in je hoofd. Het gemaakte – zij het een gedicht, schilderij of anderszins – is zorgvuldig gecomponeerd, een door de maker afgestemd geheel, waarbij de waarde erin is gelegen dat het tijd en ruimte even stilzet.
Wat nu zo geweldig is aan dat gestolde beeld en moment, is dat het bij de kijker nieuwe beweging in gang zet. Er is de verstilling en concentratie van het moment, het stilstaan bij, en er is de snelheid en lenigheid van de associatie. Je denkt iets te kennen, maar herkent het nog niet. In dit kader is het goed te begrijpen wat Han Schuil over zijn eigen schilderijen zegt, namelijk dat het er niet toe doet of de kijker het motief dat de aanleiding vormt voor het werk herkent, sterker nog, elke interpretatie is voor de rekening van de toeschouwer. Wat uitmaakt is de intensiteit van het werk waardoor het de kijker naar zich toe trekt. Han Schuil gebruikt het woord ‘signaalwerking’: het werk zuigt je naar zich toe, vraagt om aandachtige beschouwing.
Over beschouwing gesproken. Als ik oog in oog sta met een schilderij van Han Schuil ervaar ik dat het niet alleen dat is: oog in oog. Natuurlijk, er is veel te zien, het opvallend heldere kleurgebruik en hoe die kleur is aangebracht op de drager, bijvoorbeeld. Maar het is een ervaring die meerdere van mijn zintuigen direct aanspreekt. Allereerst heb ik de neiging het werk aan te willen raken omdat het oppervlak dikwijls gebutst, gedeukt of met nagels geklonken is. Deze kwetsuren zijn herkenbaar, en ik heb mezelf meer dan eens betrapt op een prozaïsche associatie. Zo moest ik een keer denken aan de beschadigde lak van mijn auto, daar waar de hoekige achterkant vergezeld wordt door de zachte rondingen van de bumper.
De schilderijen van Han Schuil kennen allerlei vormen: vierkant, rond, rechthoekig of variaties daarvan. Het aluminium dat Han Schuil als drager gebruikt is omgevouwen aan de randen, het frontale oppervlak soms glanzend glad, dan weer ongelijkmatig. Doordat aluminium verbogen en vervormd kan worden, werkt de dimensie van de drager meer mee in de ruimte die het schilderij is. Bovendien zorgt het niet-egale oppervlak ervoor dat de schilderijen het licht op een andere manier vangen dan doek dat doet; ze nemen de ruimte in zich op en kaatsen haar terug, met extra dynamiek tot gevolg.
De butsen, perforaties en deuken die het oppervlak van Han Schuil’s werken tekenen, appelleren niet alleen aan de tastzin, maar ook aan het gehoor. Het zijn impressies die geluid oproepen – kling, boem, knal. Er is geluid zonder dat er geluid klinkt – een vreemde vorm van aanwezigheid. Door te kijken hoor ik het nauwelijks met een onomatopee te omschrijven geluid van het aan elkaar klinken van metalen platen of de knal die gepaard moet zijn gegaan met een deuk van deze omvang. Met andere woorden, de werken hebben volume.
Volume is geluidsterkte, het is de intensiteit waarmee trillingen je oor en lichaam binnendringen. Volume is tevens een ander woord voor de hoeveelheid van iets en voor de inhoud. De ‘grootte van een lichaam’ zegt het woordenboek en bedoelt daarmee niet alleen dat van een mens, maar ook zichtbare of tastbare objecten. Zoals daar zijn een kubus, kegel of cilinder, de meetkundige lichamen, of de maan en de sterren, de hemellichamen.
Een ander woord voor inhoud?
Omvang
Een ander woord voor omvang?
Hoeveelheid
Een ander woord voor hoeveelheid?
Sterkte
Een ander woord voor sterkte?
Intensiteit
Han Schuil zet de formele aspecten van de schilderkunst – kleur, vorm, ruimte – in om een beeld met een bepaalde intensiteit te bewerkstelligen. De knal die ik hoor maar niet hoor als ik naar het gedeukte volume aan de muur kijk, voel ik ook. Over intensiteit gesproken. Het effect dat het schilderij sorteert is affect.
Zoals het daar aan de muur hangt omvat het ambigue aanwezigheden, van het afwezige-aanwezige geluid, maar ook van het motief waarin het zijn oorsprong vindt. Op dat motief zoomt Han Schuil dikwijls nog verder in of uit, waardoor er zich soms zelfs weer nieuwe motieven openbaren, die gek genoeg een visueel verwantschap kunnen hebben met de niet door mensenhanden gemaakte werkelijkheid. Zoals bijvoorbeeld gaswolken in de kosmos, sterrenstelsels of een bacteriekolonie. Voor de transformatie van die beelden tot een nieuwe werkelijkheid in verf, kleur en vorm, maakt Han Schuil gebruik van contrasten die het werk spanning verlenen. Hij speelt met wat een contour kan zijn: strak omlijnd of juist diffuus. De verfhuid van zijn schilderijen wisselt van industrieel aandoend hoogglans tot mat en poederig als krijt. Han Schuil trekt rechte lijnen en gebruikt streken waarin zijn handschrift meer zichtbaar is. Hij zet knalhard geel naast een morsig groen, babyblauw naast diepzwart.
Het Engels kent de uitdrukking to speak volumes (about/for something/somebody), waarbij zonder woorden veel gezegd wordt over iets of iemand. Een schilderij van Han Schuil speaks volumes. Zonder dat je motief kent, herken je het beeld. Wat je mist is niet wat je ontgaat.
—
De tentoonstelling SOLO is nog tot en met 12 november te zien en maakt deel uit van de reeks tentoonstellingen die Centraal Museum van 2022-2026 in samenwerking met Hartwig Art Foundation op de bovenverdieping van Landhuis Oud Amelisweerd maakt. Het zijn artist-driven-tentoonstellingen: elke kunstenaar krijgt een open podium om werk en wensen te presenteren in wisselwerking met de historische kamers. Han Schuil is de vierde kunstenaar in de reeks van deze vijfjarige programmering.
/ BLAST / HEAT, uitgegeven door Jap Sam Books is hier te bestellen.