Kim van Erven, MILK en Arti et Amicitiae
Gisterenavond opende in de Arti et Amicitiae een expositie van MILK met werk van Kim van Erven. Deze tentoonstelling is onderdeel van de samenwerking die het hedendaagse kunstinitiatief met de kunstenaarssociëteit heeft. De open ruimte met grote ramen zorgt ervoor dat de show van buitenaf al te zien is. Mister Motley sprak met de initiatiefnemers van MILK, Linda Koene en Kim Nathalia, over het werk van Kim van Erven, maar ook over de toekomst van jonge kunst in Nederland.
Wat is er nu te zien in Arti et Amicitiae?
Kim van Ervens installatie komt voort uit haar nieuwe onderzoek ‘Soft works’ en eerdere projecten. De kunstenaar bestudeert de eenvoud van normale voorwerpen en de manier waarop deze gepresenteerd wordt. Hierbij zoekt zij de mogelijkheden van kleur, glans en vorm van materialen. Welke ontwerpen zijn comfortabel en tot welke kleuren en stoffen voelen we ons aangetrokken? Haar sculpturen doen denken aan een te strakke leren broek, zachte stoel of glimmend snoepje; is het viezig of eigenlijk toch wel lekker? De al dan niet oogstrelende objecten zijn herkenbaar en misleidend tegelijk, zoet en onschuldig met een sexy knipoog.
Waarom hebben jullie gekozen om te werken met Kim van Erven?
Wij vragen ons af hoe kunstenaars en hun werk zich verhouden tot stylish etalages en de dagelijkse stroom windowshoppers. Het werk van Kim van Erven vinden wij passen bij het ‘etalage concept’ en het spel der verleiding, wat is mooi en niet mooi? Zij speelt met esthetiek en weet met humor en lichtheid de kijkers te vangen.
Hoe kiezen jullie überhaupt kunstenaars voor MILK? Zijn er bepaalde eigenschappen waar een maker aan moet voldoen?
Dat hangt erg van de mogelijkheden van de ruimte af. Maar de ruimtes die we programmeren hebben meestal een open karakter, waardoor we ervoor kiezen om performances en presentaties zichtbaar naar buiten te richten. Bij zo’n show treden kunst en publieke ruimte automatisch in verbinding met elkaar. Ze geven elkaar een betekenis die door een installatie versterkt of veranderd kan worden. Zo kan het beeld een rustpunt, spiegel, bewustwording, verademing of herkenning bieden. Daarom vragen wij vaak onderzoekende kunstenaars die zich bewust zijn van deze dynamiek om site-specific en toegankelijk te werken. Zij passen met hun werkwijze, thematiek of ontwikkeling qua vorm en inhoud bij de locatie. Deze kunstenaars bestuderen de betekenis die de omgeving en ruimte aan hun werk geeft en de betekenis die zij haar willen geven.
Welk onderdeel van de installatie of welk werk uit de expositie is voor jullie erg bijzonder?
Dat is het rode wandobject uit de serie ‘Soft works’! Omdat deze op een bokshandschoen lijkt en tegelijk op een zoete glimmende lolly, maar zeker ook op een te hoog opgetrokken latex broek. Dit werk is duidelijk dirty, zoet en gevaarlijk in één. Alles speelt hier een rol; de kleur, de vorm en het materiaal, het schept verwarring en tegelijk is het een heilige drie-eenheid.
Kim van Erven heeft een installatie over de esthetiek van het alledaagse gemaakt. Wat is er zo esthetisch en bijzonder aan het alledaagse?
Dat zijn de vormen die we kennen. Deze vormen, kleuren en materialen die we elke dag om ons heen zien lijken we voor lief te nemen, maar wat als je deze uitvergroot? Dan zien we plooien, glans en onverwachte rondingen. Als we de vorm van een strijkplank serieus bekijken, wat vinden we hier dan van? Wat voelen we bij een zacht materiaal waarover een harde stof is gespannen? zoals een bank of kussen? Daar voelen we eigenlijk veel meer bij dan we denken..
Kim van Erven:
Ik vind het vooral interessant wanneer het design van dagelijkse voorwerpen niet helemaal is gelukt. Wanneer je ziet wat het streven is geweest, maar dat dat doel toch niet bereikt wordt, wanneer het een soort lulligheid heeft. Zo kocht ik in de Action (mijn lievelingswinkel) ooit een keer een zwarte vaas, met in sierlijke letters het woord “Summer” erop. Die sloeg helemaal nergens op. Nog nooit zo’n mistroostige vaas gezien! Je weet dan meteen dat die vaas ook in een gele en een roze versie te koop is, maar dat er ergens in het ontstaansproces van die vaas iemand heeft geroepen “we moeten ook een zwarte doen, voor de mensen die niet van kleur houden”.
Ook vind ik het interessant wanneer je ziet dat er een worsteling is geweest om een bepaald product aantrekkelijk te presenteren. Dat ze er niet helemaal uitkwamen, zeg maar. Dat zie je vaak in de categorie make-up en verzorgingsproducten. Make-up en zeep lijkt in reclames meestal op eten en drinken. Een fles foundation wordt uitgegoten alsof het een fles chocomel is. Dat is natuurlijk omdat je er verder niet zoveel mee kunt, qua presentatie. Tenzij je de nadruk op het flesje zelf legt, dat er dan heel mooi moet uitzien. Dat is weer wat ze bij parfum vaak doen.
Kunnen jullie iets vertellen over de werkperiode van 3,5 jaar van MILK in de Witte de With straat en over jullie programmering van 2014 tot 2016 in het Redlight district?
In 2012 openden we een doorlopende expositieruimte in een gemixte buurt, een plek voor experiment, ontwikkeling en nieuwe relaties tussen jonge kunst en een breed publiek. De naam MILK verwijst zowel naar de straat waar deze gevestigd was (Witte de Withstraat) als naar de voeding die nodig is om sterk en gezond te worden, MILK is jong en klein.
Wij cureerden hier een hoekruimte van ca 25 m2, waarbij de grote etalageramen ervoor zorgden dat de installaties bijna op straat leken te staan. We vroegen kunstenaars om de ruimte over te nemen en contact te leggen met de omgeving. Dit uitte zich vaak in poëtische en interactieve installaties. De omwonenden kwamen altijd langs met hun mening, vragen of een praatje. Een enkele keer werd een installatie met negatieve emoties ontvangen. Hoe daar mee om te gaan blijft een interessante vraag. Nadat we eens een werk hebben aangepast door klachten, hebben we een debat georganiseerd over het censureren van kunst in de openbare ruimte.
In 2015 zijn we vertrokken uit De Baarsjes om verder te gaan op de Wallen, waar we al sinds 2014 zaten. In een voormalig bordeel bouwden we twee peeskamers op de begane grond om tot expositiekamers. Het ludieke pand, met drie verdiepingen, had meer te bieden en daarom creëerden we werkstudio’s voor kunstenaars. Zij werden uitgenodigd om hier een paar weken tot een aantal maanden te verblijven en zich letterlijk ‘in te bedden’ in één van de meest inspirerende plekken van Amsterdam. In deze periode onderzochten zij de buurt, legden contact en betrokken de omgeving op eigen wijze bij hun proces en verhaal. Het resultaat werd getoond in de expositiekamers, die dag en nacht zichtbaar waren voor een breed en groot publiek. Hiernaast werden ook performances, lezingen, open dagen, filmavonden, wandelingen georganiseerd. Alle kunstenaars die hier verbleven ontwikkelden nieuw werk.
Jullie werken met jonge hedendaagse kunstenaars. Is er een tendens die jullie opvalt onder de jonge makers van nu?
Het is wat lastig te vergelijken met ‘vroeger’ omdat we nog niet zo lang bezig zijn maar ons valt de open instelling op. Zij staan open om buiten het kunstnetwerk te treden en een breder publiek aan te spreken, mensen die zelden een tentoonstelling bezoeken. Met hun werk gaan zij buiten de paden van de ‘White Cube’ en kiezen ook vaak voor een samenwerking met bijvoorbeeld sociale instellingen, bewonersgroepen of commerciële organisaties. Jonge kunstenaars lijken de wisselwerking met andere disciplines als wetenschap, techniek, religie of voeding op te zoeken. Er zijn veel jonge kunstenaars die hun werk op festivals of in een openbare route presenteren, een laagdrempelig podium met een groot bereik.
Wat is de toekomst van de jonge kunst in Nederland?
Om ons heen zien wij dat jonge kunstenaars geliefd zijn en veel gevraagd worden om bij te dragen aan evenementen en tentoonstellingen, dat is op zich een positieve ontwikkeling. Kunst is tegenwoordig ook een middel om andere maatschappelijke of economische doelstellingen te realiseren, zoals leefbaarheid en participatie, en wordt vaak ingezet voor stadsvernieuwing. Jonge kunstenaars lijken daarom veel kansen te krijgen om zich te presenteren.
Maar daarnaast zien we wel een tekort aan ruimtes om te experimenteren waarbij de uitkomst niet van te voren vaststaat. Dit kan in het eigen atelier maar ook in dialoog met een publiek, wat dan meer bijdraagt aan nieuwe invalshoeken en reflectie. Voor een duurzame ontwikkeling van jonge kunst denken wij dat het belangrijk is dat hier meer ruimte voor komt, een plek waar de jonge kunstenaars een volledige carte blanche krijgen om bijvoorbeeld een lang gekoesterd idee uit te proberen.
De expositie van Kim van Nerven is nog tot en met 30 september te zien in Arti et Amicitiae. Klik hier voor de website van MILK voor meer informatie.