Kardinale deugden: Prudentia
Sytske van Koeveringe vindt veel lappen tekst op websites (om nog maar te zwijgen over de vormgeving) saai terwijl de inhoud vaak belachelijk interessant kan zijn, zoals de vier kardinale deugden van de mens. De deugden waar het om draait. Elke deugd is verweven in een andere deugd: hoe dan? Dat lees je hieronder.
Vaak worden de kardinale deugden binnen de kunst voorgesteld in vrouwelijke gedaanten. Zie hier iedere week een mogelijk nieuwe interpretatie+ vrouwelijke kunstenaar én /of schrijver van de karaktereigenschappen waar het dus kennelijk om te doen is, in het leven. Oftewel DE leven.
1.
Kardinale deugden volgens het internet:
Prudentia:
1. Voorzichtigheid.
2. Verstandigheid.
3. Praktische levenswijsheid. (+ tekst met kleine letters, op een blauw/grijze achtergrond met aan de linkerkant drie plaatjes waarvan je niet duidelijk ziet wat het is, eronder staat dat ze uit het jaar 1500 komen.)
Dus opnieuw:
Kardinale deugden volgens Sytske van Koeveringe
Prudentia: Dagvangst van kunstenaar én schrijver Miek Zwamborn:
1. Voorzichtigheid:
Alles wat nieuw is, of nee niet alles, nieuwe kleding niet meegerekend.
Maar: nieuwe situaties. Een nieuwe dag? Iedere dag is een nieuwe situatie.
Of, in iedere dag zitten meerdere nieuwe situaties. Zo nu en dan een grote beslissing, en dan niet die beslissing zelf, dat ook eng is (sowieso keuzes, maar dat voor later), ik heb het over de tijd in die nieuwe situatie.
Dát is nieuw.
Dát is eng.
Dát is donker: een constante schemering waarin je je handen via muren de weg bepalen. Je moet voelen waar je je voeten kan neerzetten, je moet aftasten of je rechtdoor moet of dat er een bocht aankomt. (er zijn mensen die routes uitstippelen met zo weinig mogelijk bochten.)
Je moet je toch ergens door laten leiden?
Je moet toch iets hebben om te volgen?
Miek Zwamborn kreeg de optie om op een huis aan de Schotse westkust te passen.
‘Hoe lang?’
‘Twee tot vier jaar? Misschien langer. Hangt er een beetje van af…’
Ze liet me op een landkaart zien waar het was, het was van bovenaf gefotografeerd. Wat ik zag waren kleuren: bruin, groenachtig en veel blauw. Ze wees naar een stipje, het huis: een vrijstaand huis.
‘Wanneer ik dit ga doen, betekent dat dat ik maar eens in de week mensen zie en naar de supermarkt kan, voor de rest zal ik mijn eigen brood bakken, groenten kweken, vis vangen. Ik zal daar (totaal) aan mezelf overgeleverd zijn.’
Opnieuw tijd indelen, dingen herontdekken, zoals kinderen wiebelig hun eerste stappen zetten.
Wiebelen is twijfelen.
Twijfelend lopen?
Ja, kan: papier vervoeren, thee, een vaas met dode bloemen (dat dan per stap, per trilling een blaadje loslaat, of dat spul dat middenin een bloem zit, dat als het valt het lijkt of je suiker hebt laten vallen), rode wijn in een kroeg, een kikker, een gieter met water, een druipende vuilniszak, jaja.
Lopen in nieuwe omgevingen.
Wanneer je zonder Google Maps, zonder telefoon, zonder afspraak (dus zonder doel) de deur uitgaat is wandelen ansich ook als een zich uitstrekkende nieuwe situatie. Het enige wat je weet is de handeling. Hoe je je door de dingen, de landschappen heen beweegt. Voorzichtig voelend, luisterend, struikelend, kijkend.
2. Verstandigheid:
Communiceren. Dat je dit blijft doen.
Óók wanneer het moeilijk wordt, wanneer je bang bent voor confrontatie, of om de ander te kwetsen. Zolang er anderen zijn, je niet in een huis in Schotland zit, is het kennelijk nodig om signalen af te geven aan de ander. Dat je niet ineens niets meer van je laat horen omdat je bijvoorbeeld ontdekt hebt dat je je niet aangetrokken voelt tot de ander (ik noem hier een willekeurig voorbeeld).
(Waar zit aantrekkingskracht? Hoe ziet het eruit? Is dat hetzelfde ondefinieerbare beeld als hormonen, een ziel of angst? En waarom kan je het leuk hebben met een persoon maar je lichamelijk niet aangetrokken voelen tot diegene (maar die ander wel tot jou)?)
Dus eerlijk zijn? (maar ja, wat voor de een eerlijk is, is voor de ander…)
Duidelijk.
Wees duidelijk.
Je kan dus gewoon weggaan naar een ander land.
Maar is ‘gewoon’ weggaan niet een vlucht?
Is vluchten niet een zwakte? (de oorzaak van de vlucht even terzijde)
Dus opnieuw:
Verstandigheid is duidelijk zijn, en duidelijkheid is weggaan met een doel, of niet eens met een doel maar wel iets dat, dat, dat, dat je iets ervaart?
Dat het je iets geeft?
(Heeft alles een doel nodig? Zo ja, dat zou toch zonde zijn?)
Moet het je iets geven?
Moet het om voldoening gaan?
Je komt aan en dan?
In de eerste mail van Miek ontving ik een bijlage met een paar foto’s, dat ze het er goed had maar nog niet aan haar eigen werk was toegekomen.
Een foto van een net.
Een foto van lucht.
En eentje met schapen (die waren losgebroken).
Nu ik haar website bezoek, blijf ik lang hangen bij Dagvangst.–bestaat er een mooiere titel?
Het enige wat je weet is dat er een nieuwe dag aanbreekt.
Een nieuwe situatie. In Dagvangst is een klein deel vastgelegd van zo’n nieuwe situatie. Een klein moment, niet schreeuwerig, niet Miek zelf, niet te veel willen, maar alleen de observatie.
Navigeren.
Een aangespoelde ui tussen stenen, een andere dag een vijver (in progress) met vloerbedekking bodem, een dag twee verloren boeien, een dag enkele rietstengels.
Alsof ik erbij ben. De wind door mijn haren, het zand of drassige gras onder mijn schoenzolen.
Nu ik weer over die fotoserie scroll vraag ik mezelf af: waarom fascineert me dit? Ben ik degene die weg wil? Afgezonderd wil zijn. Afzondering geeft een hele andere dimensie van tijd.
Verstandigheid heeft zeker ook te maken met geduld.
Je komt het iedere dag tegen.
De mogelijkheid om tijd te nemen.
Aanrommelen.
Aandacht.
Is vaak ook wachten.
Wachten op wat?
Misschien tot er nieuw werk ontstaat?
Je maakt niets in een dag, iets ontstaat gaandeweg.
Verveling.
Verveling zorgt voor lucht in je hoofd.
Dat mensen vragen: ‘Jezus, wat is er met jou aan de hand?’
Dat je antwoordt: ‘Niets ik verveel me gewoon.
En ja, ook bij jou.
En bij jou.
En bij jou.
Mag ik weg?’
Dus communiceren –het liefst met oogcontact.
3. Praktische levenswijsheid
Zes koeien en twee schapen.
Regendruppels op een ruit.
Een trekkerband om een kei.
Een ui tussen stenen (gewoon nog een keer, mijn favoriet bij uitstek).
Een rubberboot gevuld met water in een dicht struikgewas.
Een aangewaaid papiertje met: ‘Have fun’ in het gras.
Bestaat er nog natuur of is de mens echt overal?
Toch weer aandacht.
Aandacht voor de natuur. Dat is óók Dagvangst.
Misschien wordt aandacht geven en ontvangen bedoeld met praktische levenswijsheid. (maar ook met verstandigheid en toch ook met voorzichtigheid.)
Even tussen neus en lippen door: die kardinale deugden zitten tot zover steengoed in elkaar.
Waar was ik?
Weer die aandacht:
Niet alleen voor de ander, maar ook voor jezelf, de dingen die je meemaakt, ervaart, hoort en bovenal ziet.
En nee, geen mindfulness-gedoe.
Maar gewoon: tijd nemen omdat kijken tijd nemen kost.
Omdat denken tijd nemen kost.
Hoeveel?
Denken en kijken kun je niet in tijd afmeten.
Net als zorgen voor jezelf of zorgen voor de ander.
Lezen. (lees trouwens, nu ik Miek toch op een sokkel aan het tillen ben, ook haar boeken, bijvoorbeeld Oploper)
Schrijven.
Rouwen.
Liefdesverdriet hebben (dat gun je niemand).
Kost allemaal tijd.
Misschien is dat het enige wat je niet kan opzoeken op internet.
Natuurlijk heb je fora, waar mensen hun ervaringen vertellen, waarin jij je weer herkent, maar jij bent die mensen niet.
Jij bent jij. Hier doe je verder (helaas?) niets aan.
Ik ben een voorstander van het niet weten.
Maar is niet weten niet gewoon naïef?
Of zelfs dom.
Het niet weten past zeker niet bij praktische levenswijsheid.
Maar het zorgt wel voor beweging.
Beweging is in zekere zin onderzoek. En onderzoek, het voorzichtig lopen, het aftasten in het onbekende, het proces ansich zit in Dagvangst. Miek tast
haar omgeving af door vast te leggen wat ze ziet, door te navigeren.
Het niet weten wat de dag je brengt is over het algemeen bekend. Maar in Dagvangst (en in haar andere werk) is het overduidelijk dat controle hebben niet bestaat en totaal overbodig is zolang je maar goed kijkt.