Jouw tijd is niet mijn tijd
‘Time is something that scares me… or used to. This piece I made with the two clocks was the scariest thing I’ve ever done. I wanted to face it. I wanted those two clocks right in front of me.’
Twee identieke massa-geproduceerde klokken, die in ieder huis aan de keukenmuur zouden kunnen hangen. Een muur die lichtblauw is geverfd. De klokken lopen precies gelijk. Het werk ‘Untitled’ (1991) van kunstenaar Felix Gonzalez-Torres lijkt ogenschijnlijk simpel, echter pas na verloop van tijd gebeurt er iets wat niet in dit eenvoudige beeld past: als gevolg van de autonomie van de verschillende batterijen, de wet van de entropie, of de kwaliteit van de individuele klokken, zullen ze steeds minder synchroon gaan lopen. Je zou kunnen zeggen dat ze zich op die manier steeds meer van elkaar verwijderen. En uiteindelijk zal er ook een zijn die eerder stil zal staan dan de ander.
De ondertitel van het werk laat zien wat die wringing symboliseert: ‘Perfect Lovers’. De twee klokken staan symbool voor twee personen, twee geliefden, die samen leven. Op het moment dat ze samen komen lopen ze synchroon met elkaar, zijn ze als één, echter hoe langer de tijd doortikt, hoe meer de eigen tijd van het individu naar boven komt, en ervoor zorgt dat ze steeds minder synchroon gaan lopen, tot er uiteindelijk één stopt met tikken. Het is een prachtige metafoor voor de spanning in een situatie waarin twee personen zij aan zij leven terwijl het leven zich vooruit beweegt in de richting van zijn uiteindelijke bestemming. Gonzalez-Torres maakte dit dubbelportret toen zijn partner werd gediagnosticeerd met aids, maar ook daarvoor maakte hij al eerdere versies, een voor ieder van zijn partners, met wie hij, op de een of andere manier, uiteindelijk niet meer synchroon liep.
Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke (idee van) tijd, zijn eigen ritme, ervaring, zijn eigen tikkende klok. Je kunt je nooit (letterlijk) verplaatsen in de ander, en dus zullen we ook nooit weten hoe de ander de tijd ervaart. Dit heeft enerzijds te maken met, zoals ik in mijn vorige artikel schreef, dat de ervaring van tijd vaak anders is dan de tijd die op de klok voorbij gaat. Maar daarnaast is er ook nog een verschil tussen hoe verschillende personen een zelfde tijdsspanne ervaren en voelen, en hoe lang ze bijvoorbeeld over een zelfde soort handeling of gedachtegang doen. Deze persoonlijke tijd zou deels gevolg kunnen zijn van bijvoorbeeld opvoeding of cultuur, maar komt daarnaast (denk ik) ook echt vanuit jezelf. Met andere woorden: jouw tijd is niet mijn tijd.
En om nog een keer terug te komen op die kloktijd, of de standaardisering van tijd in maateenheden en tijdzones; het dwingt ons om, net zoals massa geproduceerde klokken, synchroon te lopen, leven, zijn, terwijl we dat per definitie niet zijn: juist daarom vormen deze zo’n paradox. En dat blijkt, net zoals in Gonzalez-Torres’ werk, pas na verloop loop van tijd. We worden verwacht om onze dagen op een zelfde manier in te delen, terwijl onze tijd misschien om iets heel anders vraagt. Ik heb bijvoorbeeld zo’n zes dagen nodig gehad om dit artikel te schrijven, waarvan ongeveer vijf en een halve dag bestond uit denken, lezen, onderzoeken en voor me uit staren. Een stuk moet groeien, rijpen, rijzen als een bal deeg. En uiteindelijk duurt het echte schrijven bij elkaar misschien maar een paar uur duurt. Jij had het waarschijnlijk heel anders gedaan, sneller, langzamer, of helemaal niet. Ik schrijf overdag, maar er zijn er ook veel die ’s nachts schrijven, of alleen tijdens het ontbijt, voor slechts vijf minuten per keer of in één ruk vierentwintig uur achterelkaar. Maar de standaardisering van de tijd vertelt ons dat we 8 uur per dag moeten werken, overdag, van 9 tot 5, dan slapen, dan weer werken, voor vijf dagen, en dan hebben we twee dagen vrij. Maar is dat ook wat ons eigen innerlijke klokje ons vertelt? Als we bijvoorbeeld kijken naar de routines van bekende schrijvers, denkers, artistieken, dan zien we dat ze er vaak specifieke gewoontes op nahielden wat betreft het indelen van hun tijd. Betekent dat dat zij wel synchroon liepen met hun eigen innerlijke, persoonlijke klok?
Een gevolg van de stelling dat iedereen zijn eigen tijd heeft, is dat dus geen enkele tijd van een persoon hetzelfde is als die van de ander, en dat je dus nooit met iemand werkelijk compleet synchroon zal lopen. Ook het werk ‘127109’ & ‘127110’ van kunstenaar Lotte Geeven vormt een metafoor voor deze gedachte. Toen ze in een vliegtuig boven de immensiteit van de Noord-Atlantische Oceaan vloog vroeg ze zich af of het mogelijk zou zijn dat twee objecten elkaar in dit 76.762.000 km² grote gebied zouden tegenkomen. Deze vraag vormde het uitgangspunt voor haar werk. Ze liet twee (soort van) robot-bollen met rokvormig aanhangsel, met de namen 127109 en 127110, te water aan weerszijden van de Atlantische oceaan: de een in de Golf van Mexico en de ander aan de kust van Portugal. De robots werden uitgerust met geavanceerde apparatuur en konden gevolgd worden via een GPS signaal. Met behulp van een speciaal samengebracht team van wetenschappers berekende ze dat deze, als gevolg van de stromingen en tijden van het water, na een jaar elkaar precies in het midden zouden moeten ontmoeten; een doel wat even onmogelijk als poëtisch lijkt.
Vanaf het moment dat de robots te water gelaten werden, was het aan de oceaan om hun lot te bepalen. En wat blijkt: ook de oceaan heeft zijn eigen wil, ritme en bestemming. Alles liep voorspoedig maar na vier maanden maakte 127109 ineens een rare beweging: de robot bewoog zich inrichting de kust van Marokko, in een lijn zo recht dat deze alleen maar door menselijke hand veroorzaakt kon worden. Het signaal leidde Geeven naar een klein vissersdorpje aan de Marokkaanse kust genaamd Asilah, waar ze anderhalve week na het incident op zoek ging. Eerst leek het een verloren zaak te zijn, maar nadat ze haar project duidelijk had gemaakt aan de plaatselijke bevolking, lag de robot plotseling de volgende ochtend op de stoep van het politiebureau, ongeschonden. Ze spoorde de visser op die de bol uit het water had gevist, en leerde dat het verhaal wat hij vertelde nog mooier was dan dat waar ze in eerste instantie op uit was geweest; de visser had het moeilijk, hij ving weinig, en ging daarom op een nacht ver de zee op om zo meer vis te vinden. Toen hij het signaal op zijn radar volgde kwam hij bij de bol terecht, waarvan volgens zijn zeggen de rok vol zat met zilveren vissen die in het maanlicht glinsterden. Hij zag dit als een teken van God en doopte de robot als zijn nieuwe vis-vang-device, waarmee hij zijn visvangst weer nieuw leven mee kon inblazen. Toen hij Geeven had gesproken beloofde hij om de bol goed te bewaren, om hem later, bij goed water, mee te geven aan een schip van de NOAA (het Nationaal Oceanografisch instituut in Amerika), die hem dan weer op koerst konden brengen om zijn weg naar 127110 te vervolgend. Na vertrek uit Marokko bleek echter dat het signaal weer verplaatst was, naar een andere plek in de stad, en daarna op weg eruit, tot het signaal verloren ging. De locatie en het lot van 127109 zijn tot nu toe onbekend.
Het werk van zowel Felix Gonzalez-Torres als dat van Lotte Geeven laten ons zien dat de dingen vaak niet gaan zoals je had verwacht, gedacht of gehoopt; de werkelijke en gedachte gebeurtenissen lopen niet synchroon. Zo is het ook met mensen, en tussen mensen. Je zult de ene wel tegenkomen en de ander niet, en met geen van hen zal je ooit precies synchroon lopen. De werken van Gonzalez-Torres en Geeven laten de melancholie van deze constatering zien. En tegelijk zien we dat juist deze realisatie, in beide gevallen, de kern het werk vormt, en daarmee vooral ook de waarde en schoonheid van deze melancholie.
Om dit te illustreren kunnen we tegenover de Perfect Lovers van Gonzalez-Torres ook een reactie zetten die ontwerper/kunstenaar Tobias Wong maakte in 2002. Het werk heeft (bijna) dezelfde titel: Perfect Lovers, maar het is opnieuw de ondertitel die laat zien waar de essentie van het werk in schuilt, in dit geval: (Forever). Ook op het eerste gezicht lijkt Wong’s werk een exacte kopie te zijn, echter blijkt ook pas na verloop van tijd het verschil: de klokken blijven, als gevolg van een radio-ontvanger die gekoppeld is aan de U.S. Atomie Clock, synchroon lopen. Tot op een seconde, over een periode van een miljoen jaar. Wong geeft hiermee een antwoord op het probleem wat Gonzalez-Torres de toeschouwer voorlegde in zijn werk (en waar hij géén antwoord op verschafte). Als je de twee werken vergelijkt, zie je echter dat als je de discontinuïteit van het werk wegneemt, oftewel: de eigen identiteit van de individuele klokken, hun eigen ritme, je juist ook de poëzie en de essentie van het oorspronkelijke werk verliest. Laat dit een metafoor zijn voor de eigen tijd tegenover de gestandaardiseerde tijd, en we zien dat juist die veelheid van verschillende persoonlijke tijden, die niet synchroon lopen, maar die elkaar wel (zij het kortstondig) kunnen ontmoeten, van grote waarde kan zijn.
– – –
Kunst heeft het vermogen de tijd te kunnen vervormen; te vertragen, stil te zetten of er doorheen te reizen. In een serie artikelen onderzoekt kunstenaar Sanne de Vries kunstwerken die de verschillende aspecten van tijd te onderzoeken.