Jans Muskee
In het boek Mystiek voor goddelozen van Henk van der Waal worden we vanaf de eerste bladzijden geconfronteerd met een lawine aan vragen. Wie zijn we eigenlijk? Wat doen we hier? Waar stevenen we op af? Dat zijn de drie eerste vragen die hij stelt en tegelijkertijd antwoord hij door te schrijven “dat je die vragen het liefst recht in hun gezicht uitlacht. Je bent immers veel te verstandig en te volwassen geworden om je door dergelijke vragen uit het veld te laten slaan. Je leeft je leven, bent voor 90 procent gelukkig en daarmee basta”.
Dan ineens zijn er in de inleidende proloog twee gesprekpartners. De welwillende en de raadselachtige. De welwillende, ik in dit geval, bezocht de tentoonstelling Absoluut Misschien van Jans Muskee in het Drents Museum in Assen. Ik zag de kunstenaar maar even voor het gemak als de raadselachtige, want er kwamen vele vragen bij mij op bij het zien van die toch zeer overtuigende tekeningen. Grote werken waarop protagonisten figureerden op bijna ware grootte, kleinere tekeningen met vaak details van het menselijk lichaam en een serie al dan niet provocerende werken van een man en een vrouw die, elkaar vaak letterlijk betastend, leken te genieten van de intieme aanrakingen en die er zichtbaar geen moeite mee hadden dat de kunstenaar hen in deze intieme poses afbeeldde. De menselijke condities en de wijze waarop we soms anderen kunnen waarnemen worden door Jans Muskee in grote tekeningen op precieze en delicate wijze vastgelegd. Ironisch, met een knipoog. Dubbelzinnig ook. Het is vaak het dagelijkse leven dat botst met een intiem leven.
Soms zien die scenes er uit als stills uit een film. Je kunt je gemakkelijk voorstellen dat er veel aan is voorafgegaan, maar ook dat er nog scenes zullen volgen, zelfs situaties die misschien in relatie tot seksualiteit onze blikken niet mogen zien. Alle nu getoonde grote pasteltekeningen van Jans Muskee zijn direct zo overtuigend dat je je er nauwelijks van kunt losmaken. Ze roepen ook vragen op. Wat willen de afgebeelde personen precies? Wat wil de kunstenaar dat wij ervaren? Wat denkt de man in pak die zich verwijderd van een naakte vrouw op een divan die een telefoon in haar hand heeft? Wat denkt de vrouw? Met de titel Marcel en Eve krijgen we over de gedachten en gevoelens niet veel duidelijkheid. Hier dus dat begin van dat raadselachtige en ik hier de schrijver nog steeds als de welwillende. In de meeste grote tekeningen van 2 x 3 meter, ligt een spanning besloten, tussen dat dagelijkse dat in veel van de taferelen duidelijk is en het al dan niet door schrijver dezes vermeende intieme. Er zit een fijnzinnige weerstand in het werk, dat me soms even doet afkeren van de tekeningen als ik misschien denk betrapt te worden als ik te expliciet kijk naar die prachtig getekende borsten. De voyeur en de analist botsen in gedachten en gevoelens. In die zin zijn vrijwel alle werken verbeeldingen van het lichaam, van het leven zelf dus en lijken de tekeningen niet ‘bedoeld’ om per se lust op te wekken. Hoewel soms provocatief, als er duidelijk naar pornografische afbeeldingen wordt verwezen, zijn de tekeningen van borsten en vagina’s te delicaat om als ordinaire provocatie te worden gezien. Jans Muskee verleidt juist met zijn realistische manier van tekenen. Toch is de vraag ook hoe realistisch zijn de tekeningen nu in feite?
In de roman Elizabeth Costello van J.M.Coetzee, schrijft hij de gedachten van een van de figuranten in het boek over het realisme als volgt op: “Het realisme heeft nooit goed raad geweten met ideeën. Dat kan ook niet anders: realisme is gebaseerd op de gedachte dat ideeën geen autonoom bestaan hebben, maar alleen kunnen bestaan in dingen. Dus wanneer het om ideeën gaat, zoals hier, is men in het realisme gedwongen situaties te bedenken – een wandeling op het land, gesprekken – waarin personages uiting geven aan tegenstrijdige ideeën en ze daarbij in zekere zin belichamen. Het “begrip” belichamen blijkt cruciaal te zijn. In dat soort discussies gaan ideeën niet vrij hun gang, en dat kan ook niet: ze zijn gebonden aan de sprekers door wie ze worden verkondigd en ze komen voort uit het geheel van individuele belangen van waaruit de verkondigers handelen.”
Dat realisme speelt in de basis met betrekking tot het werk van Jans Muskee een wezenlijke rol. Zonder te streven naar een classicistische perfectie moet een tekening van een lichaam, een borst, een vagina, of zelfs een kat deels kloppen. Dat kloppen is wel gerelateerd aan het realisme, maar tegelijkertijd verwacht ik dat er in een werk een zekere weerstand groeit tegen een al te realistische benadering, door dingen niet al te letterlijk en precies te verbeelden. Er is materieel, in de manier van het gebruik van het pastel ook structuur, het is niet gladjes, terwijl het er op bepaalde punten omgaat het zo helder mogelijk te laten zien. Soms zijn de gezichten met enige nonchalance opgezet, zijn het geen uitgesproken karakters. Doel lijkt steeds dat er een zekere spanning ontstaat in het beeld, die je daardoor dwingt om alle onderdelen beter te bekijken. Iets wat dus ook voor de gelaagdheid in de tekening opgaat.
In Stay tuned or live zien we een jong koppel een ijsje eten terwijl aan de rechterkant van de tekening een vrouw wat ongemakkelijk op de grond zit en de staande man zich niet direct hulpvaardig toont om haar overeind te helpen. Wat is hier aan de hand? Ben ik toch weer de voyeuristische kijker als ik denk dat ze hem haar slipje wil geven? Mooi voorbeeld trouwens van hoe de beelden en composities van Muskee tot stand komen want in de catalogus staat op de bladzijde na Stay tuned of live een foto van vermoedelijk zijn ateliertafel waarop we een identieke scene tussen man en vrouw zien afgebeeld op een foto uit een boek of blad. Vraag blijft wie nu Stay tuned is en welk koppel live? Zeker is dat het eten van de ijsjes het jonge koppel onschuldig maakt, dat kun je van die spanning die voelbaar is bij het oudere stel niet zeggen. Aarzelt de man? Waarom? Wat wil de vrouw precies? Het blijft een raadsel.
Jans Muskee heeft met zijn oeuvre, waarvan nu dus een deel in het Drents Museum wordt getoond, eens te meer aangetoond dat het hedendaagse tekenen leeft als nooit te voren. Zijn werk is niet weg te denken uit die positieve ontwikkelingen in het huidige kunstenspectrum van een van de oudste technieken. Frappant misschien dat er in 1767 in Amsterdam door Pieter Myer al een boek werd uitgegeven met de titel Triomf der Teekenkunst. En dat we dat nu als actueel kunnen citeren: “Toegezongen aan … Jonas Witsen, burgemeester der stad Amsteldam … als opper-directeur van de Teeken-Akademie der stad, en voorts aan de heeren directeuren … ter gelegenheid dat … burgemeesteren … de heeren leden der Teeken-Akademie een vertrek in het stadhuis dezer stad, ter hunner oeffeninge goedgunstig hebben gelieven te verleenen” In dit lofdicht geschreven dus voor de Burgemeester van Amsterdam gaat de schrijver zich artistiek te buiten, al dan niet in rijm, met als doel de stad te bewegen om tot een gebouw te komen waar men de edele Teekenkunst kon zien en beoefenen. In het laatste couplet wordt dit nog eens op deze wijze bepleit:
Men hoort de tong der Kunst den Burgervadren loven.
De Stroomgod steekt verheugd de grijze kruin naar boven,
Op ’t zien dat Teekenkunst haar hatren magt ten toon,
In ’t vorstlijk Stadsgebouwd geleid word naar den troon.
Het zou te hopen zijn dat meerdere musea in Nederland aandacht toonden voor de ontwikkelingen van het hedendaagse tekenen. Kunst is immers, zoals Oek de Jong ooit schreef, een exploratie van de werkelijkheid, ingebed in verbeelding en fantasie, en het betreedt de ruimte van de ziel. En die ziel is als een hulpmiddel om en geeft de mogelijkheid om dan even eenzaam naar die tekeningen van Jans Muskee te kijken, je ermee te verstaan, ze te bewonderen, je met vragen op te schepen en ze te beoordelen. In de hoop een manier te ontdekken om toegang te krijgen tot die mysterieuze wereld van vooral de grote tekeningen. Henk van de Waal schrijft dat: de eenzaamheid is zo de kroon op de verinnerlijking die de mensheid een paar duizend jaar geleden heeft ingezet. Maar het is ook de prijs die we moeten betalen voor die verinnerlijking.
En ik, de welwillende nog steeds, kwam door de fraaie tentoonstelling Absoluut Misschien met tekeningen van Jans Muskee tot bovenstaande bespiegelingen
De tentoonstelling Absoluut Misschien van Jans Muskee is nog tot en met 7 januari 2018 te zien in het Drents museum. Klik hier voor meer info.