Ivon Spee werkt op het water
Ivon Spee woont en werkt op een boot, een dekschuit met een opbouw die ze zelf heeft getekend. Voor iemand met watervrees is het wat eigenaardig om al veertig jaar zo te leven, maar voor Ivon Spee die de dingen in het gezicht wil zien, is het een levensvoorwaarde geworden. Dat is van jongs af aan zo voor haar geweest. Het kunstenaarschap is niet iets wat ze zich eigen heeft moeten maken, maar een bestaansgrond die ze naar haar hand heeft gezet. Altijd heeft ze door vorm te geven aan haar verbeelding de zin in en van het leven van betekenis voorzien. Het kunstenaarschap is iets wat ze voluit beleeft. Het komt uit haar zelf voort en ze verhoudt zich er daardoor direct tot wat ze meemaakt en wat haar overkomt, tot wat ze zich voorneemt en tot stand brengt. Haar woon- en werkschuit op het water aan de rand van Alkmaar is de beweeglijke bodem van haar avontuurlijke. Het schip is de stolp om haar heen van waaruit ze de wereld bekijkt die om haar heen beweegt als kolkend water waarin ze rondtolt. Alles stroomt en ze vaart erop.
De handschriftelijkheid van haar beeldtaal bepaalt grotendeels de kwaliteit van haar werk waarmee ze uiting geeft aan een vanzelfsprekende en onophoudelijke verbeelding. Als kind en middelbare scholier was dat al een houvast om zich staande te houden in de omgeving waar ze opgroeide. Als ze niet tekent staat ze ‘uit’, zou je kunnen zeggen. In alles wat ze doet, is kunstzinnig denken en daar op een professionele wijze artistiek mee omgaan doorslaggevend voor haar positie in het bestaan. Vanaf haar zestiende ontwikkelde ze een ‘gemengde beeldpraktijk’ waarbij ze het maken van vrij werk ook toepast in allerlei vormen van creatieve educatie en sociale projecten. Ze was al dertien jaar aan het werk voordat ze besloot om haar interesse voor grafische technieken in een opleiding aan de kunstacademie studieus te gaan opvatten. Ze was toen al moeder van twee kinderen, voorzag in haar eigen inkomen en studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie waar ze in 1985 cum laude afstudeerde. Ze vatte haar bestaan als kunstenaar niet op als een besloten praktijk binnen een gesloten circuit, maar zette haar werk zo breed mogelijk in. Ze sloot geen discipline en techniek uit als ze die kon inzetten om haar doel te bereiken om via de verbeelding iets te bereiken waar de ratio en de logica in gebreke blijven. Altijd voegt ze iets aan het denken toe.
Ivon Spee kijkt met haar lichaam en beperkt wat ze ziet niet tot wat haar ogen observeren. Het wonen op een schip draagt bij aan het vinden van die lichamelijke balans in het leven. Wonend op water zoekt ze altijd naar de balans om zich overeind te houden. Waar ze vaste grond onder haar voeten heeft, raakt ze aan het wankelen. Die lijfelijke benadering van de perceptie geeft haar werk een innerlijke kracht, een energieke bron die er nu eenmaal is. Die heeft enerzijds iets rusteloos en ongedurigs, maar is anderzijds ook betrouwbaar en natuurlijk. Die combinatie geeft de beelden die ze tekent, schildert, fotografeert, filmt, soldeert of anderszins verbeeldt een alert karakter. Het is waakzaam en zelfverzekerd werk. Je voelt de massa ervan, de ruimte die het inneemt en het volume dat ermee wordt gevuld. Naast haar woning op het water heeft Ivon Spee een smalle strook land met planten en bloemen. In de wisselwerking tussen de wal en het schip zoekt ze naar een verstandhouding tussen haar en de wereld. Op het water en in het land doet ze vondsten die ze zintuiglijk onderzoekt; zaaddoosjes van planten, maar ook de visueel overeenkomstige taps toelopende afgebroken tuit van een metalen theepot die ze delft bij het graven in haar tuin kent ze waarden toe die alleen in de hun beeldende verwerking geldig zijn.
De laatste jaren hanteert Ivon Spee een persoonlijke grafische techniek waarbij ze met een soldeerbout tekent op thermisch materiaal, lange rollen faxpapier. Een toevallige ontdekking leidde ertoe dat ze die werkwijze tot in de finesses is gaan onderzoeken en beheersen. Daarbij ontdekte ze onder meer dat bij langduriger hitte er kleurverschillen in het thermische materiaal worden geactiveerd. Dat maakt het mogelijk om in het beeld tal van nuances aan te brengen. De manier waarop ze met de soldeerbout met hitte tekent geeft een gloeiend beeld van wie ze is, waarbij de autobiografische omstandigheid dat ze de dochter van de stadssmid van Haarlem is, geen toevallige is.
De materialiteit is in het werk van Ivon Spee van grote betekenis. Of ze nu op rijstpapier of fotoprints werkt, ze laat de aard van die ondergrond mede de eigenschap bepalen van het werk. Als we het ‘aards’ noemen dan is het ook ‘waters’. De elementen aarde, water, vuur en lucht hebben bij haar geen gratuite mythische pretentie, maar zijn de tastbare en zichtbare bestanddelen van haar werk. De verhouding tussen water en land is in haar beeldtaal volkomen vanzelfsprekend. Het een gaat als abstractie op in de figuratie of vice versa. Hoe herkenbaar naar de waarneembare werkelijkheid veel van haar werk ook is, altijd is er daarin sprake van een verhouding met het vormeloze en ongeziene dat als een floers of zweem, als een trilling van warmte of luchtverplaatsing aanwezig is.
Het werk van Ivon Spee torst iets mee zoals ook haar dekschuit dat doet. Onder de oppervlakte koeken kokkels en algen aan en bij tijd en wijle moet het schip op de helling om daarvan te worden ontdaan. Door die baard van het schip te verwijderen wordt de bodem plaatselijk dun en die sleetse plekken worden met gelaste zegels hersteld. Zoals de hellingbaas met het schip omgaat, zo gaat Ivon Spee om met de kunst. Eens in de zoveel tijd moet alle overbodige aangroei van het werk worden afgebikt om er weer een tijd tegen te kunnen. Ze begint dan opnieuw, met de wetenschap van wat ze achter zich laat.
Ivon Spee denkt met haar tekenende hand. Bij haar is de smaak van het water de kleur van het weten. Ze is naturel. Ze doet het, ze is het, ze leeft het.