‘Ik ben kunstenaar als een daad van verzet’ – op atelierbezoek bij Annemieke Alberts
Annemieke Alberts beschouwt kunst mede door haar orthodox-christelijke opvoeding als een vorm van verzet en vrijheid. Haar schilderijen kenmerken zich door een unieke benadering van ruimte, kleur en licht. Alex de Vries bezocht haar atelier en sprak met Annemieke over haar praktijk. ‘Het begrip vrijheid – het verlangen daarnaar – is een rode draad in al mijn werk. Het manifesteert zich als een ruimte waarin je alle kanten op kunt.’
In het atelier van Annemieke Alberts (Krommenie, 1963), in een bedrijfsverzamelgebouw op een industrieterrein in Amersfoort, hangt een roodbruin schilderij dat al haar andere werk in een nieuw perspectief plaatst. Haar kleurrijke landschappen en interieurs opgebouwd uit heldere kleurvlakken, krijgen door dit aardse doek een ander gehalte. Ze worden niet alleen meer bepaald door licht, kleur en ruimte maar krijgen een menselijk karakter. Ze zijn niet langer schilderijen waar je tegenaan kijkt, maar weerspiegelen de persoonlijkheid van de maker en de toeschouwer. Het roodbruine doek rekent af met alles wat Annemieke Alberts van huis uit heeft meegekregen.
Tien jaar geleden kwam ik voor het eerst in het atelier van Annemieke Alberts. Haar schilderijen van die tijd lieten vooral architecturale constructies zien die als vrije ruimtelijke schilderkunst waren uitgewerkt. Ze deden zich bewoonbaar voor, je kon er als het ware doorheen lopen en van kamer naar kamer bewegen op verschillende niveaus. Opvallend waren de doorzichtige kleurvlakken die de onderlinge ruimtes ten opzichte van elkaar definieerden. Van voor naar achter en van onder naar boven liepen de ruimtes in elkaar over, terwijl ze ook afzonderlijk te beleven waren.
Veel van die benadering van licht, kleur en ruimte is in haar werk van de afgelopen tien jaar in allerlei gedaantes anders uitgewerkt, waardoor de opeenvolgende schilderijen in samenhang een veelzijdiger en rijker aanzien kregen. Van bouwkundige ruimtes bewoog ze zich naar landschappelijke sferen en weer terug, waarin altijd een ijle, transparante luchtigheid de boventoon voerde. Luchtig niet in de betekenis van onschuldig en blijmoedig, maar in de zin van atmosferisch verfrissend en bevrijdend. In beeldend opzicht hanteerde ze een neo-constructivistische uitwerking van de composities van haar schilderijen.
In die zin is haar roodbruine schilderij, dat zo wezensvreemd tussen haar oudere werk hangt, het zakje waar je in moet blazen om je ademhaling weer op orde te krijgen. Het is een werk dat je bij zinnen brengt, dat Annemieke Alberts zelf ook bij zinnen brengt. Opmerkelijk aan dit doek is dat het een landschappelijkheid binnenskamers ervaarbaar maakt. Ze past haar bevindingen die ze buiten heeft opgedaan toe in de binnenruimtes die ze schildert.
‘De titel van het roodbruine schilderij is From Zero. Met dat schilderij begin ik aan iets nieuws. Wat er in mijn geest zit, vertaal ik in plekken en ruimtes. Er is iets waar ik vaak over droom: een huis met een zolder waar aan een kant allemaal dichte deuren zijn tegenover een schuin dak, met aan de andere kant zicht op een eindeloos strand. Het is tegelijkertijd een eng en een fijn beeld, niet alleen maar mooi, zoals From Zero ook niet per se mooi is. Om er greep op te krijgen hanteer ik heldere, overzichtelijke vormen om de chaotische associaties in mijn hoofd een plaats te geven.’
Annemieke Alberts groeide op in een gesloten milieu; haar ouders waren lid van een orthodox-christelijke gemeente die geen enkele inmenging verdroeg. Het enige dat in die afgesloten gemeenschap persoonlijke ruimte bood was de beleving van muziek. Haar vader speelde piano en haar moeder viool. Haar grootvader was koordirigent. Annemieke had muzikaal talent en studeerde piano bij een concertpianiste. Toch was het niet de bedoeling om een muzikale loopbaan na te streven, dat gaf binnen haar opvoeding geen pas.
‘We waren thuis met zeven kinderen en ik trok me terug in mezelf door te lezen en te tekenen. In mijn piepkleine kamertje waar ik vanuit mijn bed de tegenoverliggende muur kon aanraken kon ik een eigen veilige wereld creëren.
Als kind zei ik altijd dat ik tekenaar wilde worden, maar mijn ouders zagen me liever werken in het basisonderwijs. Kunst werd als vijandig beschouwd, een gebied waar vrijdenkers hun eigen wetten en regels hanteren, die niet op hun geloof en wel op wetteloosheid en zonde zijn gebaseerd.
Om de gemeenschap te beschermen tegen deze invloeden werd een zorgvuldig opgebouwde afstand tot de wereld met harde hand in stand gehouden. Dit hield in dat eventuele vriendschappen buiten de gemeenschap werden afgehouden, dingen als meerdaagse schoolreisjes, feestjes, tv en radio, en popmuziek werden ons onthouden. Op school vielen we op doordat we er wonderlijk uitzagen; meisjes met lange rokken en opgestoken haar, de jongens het haar kort.
Dat heeft me ertoe gebracht mogelijkheden te zoeken de wereld mooier te maken dan ze is.’
Nadat ze uit huis gegaan was vond ze vrij snel een baan in het basisonderwijs. Als enthousiaste docent besteedde ze veel aandacht aan muziek en theater door met haar leerlingen korte voorstellingen te maken.
Na negen jaar voor de klas te hebben gestaan besloot ze tegemoet te komen aan haar wens om een kunstopleiding te gaan volgen en ging in 1990 naar de docentenopleiding tekenen aan d’Witte Lelie in Amsterdam waar ze in 1995 afstudeerde.
‘Muziek is voor mij altijd een belangrijke bron. Ik houd erg van composities waarin juist de complexiteit opvalt. Bach vertelt nooit één verhaal, maar twee of meer die even belangrijk zijn. In het pianospel zijn bij hem de linker- en rechterhand evenveel waard. Ik ben ook liefhebber van de muziek van de Estse componist Arvo Pärt. Zijn compositie “Spiegel im Spiegel” – wat ook de titel van mijn meest recente schilderij is – voor piano en viool schept een oneindig beeld van twee tegenover elkaar geplaatste spiegels. Maar het is wel minimalistisch en serieel van aard. Hij schept vooral een atmosfeer met zijn muziek, heel anders dan Bach die vooral gestructureerd is, bij Pärt grijpt alles in elkaar.’
‘Ik ben kunstenaar geworden om autonoom te kunnen zijn, vanuit de liefde voor het maken, en mijzelf te kunnen uitdrukken. Ik ben het gebleven als daad van verzet. Het begrip vrijheid – het verlangen daarnaar – is een rode draad in al mijn werk. Het manifesteert zich als een ruimte waarin je alle kanten op kunt.
In mijn schilderijen zet ik je nergens voor het blok. Je kunt altijd op open terrein blijven, om vanuit verschillende invalshoeken te kijken naar dingen die tegelijkertijd waar kunnen zijn.
Toen ik in de beeldende kunst begon was ik nog groen en had de verwachting dat ik allemaal andere vrije geesten zou ontmoeten. Een nieuwe community vinden. Maar ik merkte dat ook daar allerlei muurtjes waren opgetrokken, ter verdediging van een zorgvuldig opgebouwde naam bijvoorbeeld. Daar begreep ik niets van.
Waar vrijheid in het begin de betekenis had van afwezigheid van externe beperkingen en bedreigingen, is het nu de manier om ruimte te ervaren om iedere keer “from zero” iets nieuws te ontdekken.
Mensen komen al een aantal jaren in mijn werk niet voor, omdat ze altijd op iemand gaan lijken. Ik ben het liefst alleen op een plek die leeg is, waar alles nog iets kan worden. Ik heb een denkspoor in mijn hoofd en als iemand anders daarover mee gaat denken, raak ik de weg kwijt.’
De schilderijen van Annemieke Alberts bevatten altijd elementen die harmonische volmaaktheid verstoren. Er is een onbestemd bestanddeel dat alles in twijfel trekt. In dat opzicht is haar roodbruine schilderij – in feite een overschildering van een doek dat ze als mislukt beschouwde – een ondergraving van wat ze eerder heeft verworven en tegelijkertijd een nieuw fundament voor wat ze nog wil maken. ‘Ik schilder geen bestaande ruimte, maar laat me soms inspireren door wat ik ergens tegenkom. Daarna gaat het een eigen leven leiden. Sommige ruimtes hebben iets onbestemds en unheimisch gekregen, ondanks de kleur die in eerste instantie overal de aandacht vraagt. Het is er rommelig en donker, een plek waarvan je niet weet wat de bedoeling is. Dat kan ik dan als schilder bepalen. Ik kan verwondering oproepen, diepte en ruimte om het schilderij te versterken, als een helende vorm.’
–
In januari 2025 heeft Annemieke Alberts een solotentoonstelling in Galerie Roger Katwijk in Amsterdam, getiteld A Colourshaped Room.