Land zonder grenzen: ik ben een schoonheid-activist eigenlijk – in gesprek met Elspeth Diederix
In haar tweede tekst voor de reeks Land zonder grenzen gaat Jam in gesprek met kunstenaar Elspeth Diederix. Haar foto’s hebben Jam naar eigen zeggen meermaals laten zien hoe voor haar haar AuDHD-brein functioneert.
Foto’s van Elspeth Diederix gaven mij meer dan eens de mogelijkheid anderen te laten zien hoe voor mij mijn AuDHD-brein functioneert. Ze licht details uit die zichzelf toch niet loszingen uit het grotere geheel (bij moeite met centrale coherentie, een van de verklarende theorieën achter autisme wil een detail zich nog wel eens losstaand presenteren). Elspeth brengt, zoals in een van haar boeken Things as They Are, bijzondere verbanden aan tussen details waardoor die een opmerkelijke samenhang of betekenis krijgen. Sinds Elspeth begon met tuinieren, is mijn fandom niet verminderd. Haar bezigheid als tuinontwerper speelt een grote rol in haar huidige werk. Ze legt patronen in een grasveld bloot en laat bijvoorbeeld een tamelijk alledaagse bloem zowat het beeld uit stralen.
Elspeth vertelt dat ze erg lang bezig kan zijn met een foto, zoals bijvoorbeeld met de legendarische foto Still Life in Milk (2002). Het feit dat de melk – de uiteindelijke oplossing waardoor het beeld werkt – dan net niet in het plakbandrolletje is gelopen is een cadeautje, gebeurde gewoon. ‘Misschien moet je als kunstenaar toch wel echt bepaalde ‘ongewone’ kenmerken hebben. Want voor een foto ga ik maar door en door. Tot het uiteindelijk een keertje goed is. Als je de kans krijgt om je werk te maken en te laten zien, is het kunstenaarschap wel een ideale plek als je een neurodivergent brein hebt, denk ik. Want,’ zo zal ze later in ons gesprek zeggen: ‘in de kunst, in jouw werk, mag je het helemaal zelf weten.’
Afgelopen zomer bezocht ik buitenplaats kasteel Wijlre om de tentoonstelling Angelica Fields te zien die Elspeth speciaal voor deze plek ontwikkelde. Ik had een soort openbaring toen ik de tentoonstellingsruimte betrad: alsof ik mijn eigen waarneming aan de muur zag. Zó ziet het er in mijn hoofd uit, als ik er visuele patronen in ontdek! Zó ligt dat over het geheel heen! Hoe kan iemand, die dit van nature niet de hele tijd ziet, zo’n beeld nou maken?
Vanuit een overeenkomstig beeld zoek ik in mijn gesprek met Elspeth naar wat neurotypische kunstenaars anders maakt dan neurodivergenten, want Elspeth identificeert zich als neurotypisch. (Spoiler: Elspeth heeft een filter in haar waarneming, dat kan ze aan- en uitzetten. Sommige neurodivergenten beschikken daar niet over.)

‘Je maakt iets en de toeschouwer kijkt daarnaar,’ vertelt Elspeth, ‘en de toeschouwer heeft een ervaring en dat kan ook best niet overeenkomen met jouw intentie. Natuurlijk, en dat laat je los. Het gaat dan zijn eigen leven leiden, net als al mijn foto’s die ik heb gemaakt met plastic zakken. Voor heel veel mensen gaat de foto met die wolk met plastic zakken over milieu en hoe slecht plastic is, maar voor mij was dat niet de aanleiding om dat beeld te maken. Mijn aanleiding is de schoonheid van dat voorwerp. Mijn uitgangspunt is om te delen in de schoonheid van de dingen en dan kan iedereen de schoonheid op een andere manier ervaren. Dat is natuurlijk zo fijn aan kunst. Iedereen kan er zijn eigen ding in zien. En dan is het natuurlijk fijn als er een soort gelaagdheid is.’
Hieruit maak ik op dat Elspeth het niet heel erg vindt dat ik mijn autistische waarneming in haar werk lees. Terwijl Elspeth en ik hierover praten, vragen wij ons af of de term neurodiversiteit eigenlijk helder genoeg is, moet zoiets aangeboren zijn? En je kunt zeggen dat de variatie in breinen per definitie divers is, maar daarmee verliest de term aan kracht. De term neurodivergentie is in de jaren 90 gemunt door Judy Singer, een Australische sociologe; zelf ergens op het spectrum. De definitie van neurodivergentie die ik hanteer omvat personen met ontwikkelingsvariaties als ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie, depressie, Tourette, persoonlijkheidsstoornissen en psychische aandoeningen. Het benadrukt de verschillen en de unieke behoeften van die personen, zonder hen als pathologisch te bestempelen.
Typische kenmerken die we veronderstellen bij autistische mensen, zoals een scherp oog voor detail, een grondig onderzoeken van een bepaald onderwerp of hyperfocus zijn ook neurotypische mensen niet vreemd. Kunstenaars oefenen hun manier van kijken voortdurend en ze onderzoeken vaak een medium of onderwerp langdurig en intensief. Kunstenaars zijn dus waarschijnlijk beter in gedetailleerd kijken, en obsessiever dan de gemiddelde mens. Deze ontwikkelde vaardigheden zou je bij een kunstenaar nooit pathologisch noemen. De vraag achter de neurodiversiteitsbeweging is, hoezo doe je dat bij ‘andere’ mensen wel?
Jam van der Aa
Ga jij tijdens een project als dat op de buitenplaats Wijlre aandachtig rondlopen, op zoek naar details?
Elspeth Diederix
Ik loop heel veel rond, want je ziet dingen niet in eerste instantie. Je moet er toch de tijd voor nemen, anders is het net alsof je gewoon door de straat fietst, dan zie je ook niks. Als je ergens heen gaat of je bent thuis je dagelijkse dingen aan het doen, dan kun je dat niet zien. Omdat je dan helemaal overwhelmed raakt door alles wat er is. Misschien is dat wel wat in jouw hoofd gebeurt? [Ja, klopt, red.] Je kunt niet de hele tijd alles dat je ziet zo intens in je opnemen, dus je vlakt het af omdat het anders teveel wordt. Maar heel soms denk ik: oh ja wauw!
En naar aanleiding van zo’n inval kan dan werk ontstaan?
Ik heb eens een foto gemaakt van een vriendin van mij met haar hand in een koffiekopje. Daarmee wilde ik laten zien dat een koffiekopje heel veel meer is dan alleen het kopje, het is ook gewoon een ruimte.
Is jouw werk een product van een manier van kijken die jij je hebt eigen gemaakt? Heb jij een methode voor aandachtig kijken?
Ik heb antennes voor de schoonheid van de dingen. De schoonheid van alle rommel die op tafel ligt, maar ook de schoonheid van grassen. Om die schoonheid te laten zien aan iemand anders moet ik iets aan het beeld veranderen. Om je te triggeren te kijken. Want als ik gewoon de foto maak blijft er alleen chaos over. Het detail valt weg. Dat kan niet. Dus ik doe kleine aanpassingen, zodat jij uit die gewone blik komt. Je voelt dat het beeld niet klopt. Je voelt dat het niet het gewone gras is dus je gaat nog een keer kijken. Dat is precies wat ik je wil laten doen. En hopelijk denk je: wauw een grashalm, waanzinnig dat ze soms zo knikken dat ze precies in een hoek van 90 graden zijn. Hoe wonderlijk is het, de dingen die we om ons heen hebben, mij raakt het dan heel erg.
Wat maakt schoonheid belangrijk?
Ik denk dat het iets is dat mensen gewoon van nature hebben. Als je iets heel lekkers eet dan zeg je ook: dit móet je proeven. Samen zijn. Ik denk dat mensen graag willen delen in hun ervaringen.
Ik zit te denken hoe genereus dat eigenlijk is, dat je iets zó graag wilt delen.
Ja nou klinkt mooi, maar ik weet niet of het echt uit generositeit is dat ik dat doe. Ik weet het niet. Ik denk dat het gewoon iets van de mens is. Om wat je meemaakt niet in jezelf te willen houden, want anders heb je geen contact met mensen. Dit is dan gewoon iets wat heel groot voelt. Als het niet zou lukken in de kunst dan zou ik misschien wel taarten gaan bakken of iets beeldends waarin andere mensen kunnen delen in de schoonheid, de blijdschap van iets. Misschien ben ik heel activistisch. In de schoonheid. Ik ben een schoonheid-activist eigenlijk (glimlach).
Zou jij je kunnen voorstellen dat iemand het vermogen om schoonheid te zien verliest?
Ik denk dat het te maken heeft met hoe je hersenen zijn. Als je heel depressief bent, heb je dat vermogen niet meer. Maar het zien van schoonheid is wel óók een manier van kijken. Je kunt dat verder ontwikkelen natuurlijk. Als kunstenaar ben je de hele tijd bezig met dit of dat voorwerp, dat je veel kleuren ziet of een compositie. Daar train je je hersens op om dat te zien, daardoor worden ze daar steeds beter in.
Als kunstenaar gaat het natuurlijk niet alleen om kijken, het gaat ook om laten zien. Elspeth vertelt hoe ze op de Rietveld Academie uitkwam bij fotografie als haar medium. ‘Ineens ontdekte ik dat ik de fotografie op een meer installatie-achtige manier kon gebruiken en dat ik door met fotografie te werken overal kon werken, overal op de wereld, op elke plek. Alles wat ik zag was ruimte en materiaal om iets mee te maken en dat vond ik zo geweldig! Ik vond die installaties die ik maakte ook moeilijk – het is toch allemaal houtje-touwtje wat ik doe, ik ben echt een knutselaar. Maar met fotografie kon ik de blik van de kijker sturen. Ik kon het precies laten zien, zoals ik wil dat iemand het ziet. Je kunt de plakbandjes verstoppen zeg maar. Nou, dat vond ik gewoon echt een ontdekking.’
Bevriende kunstenaars vroegen zich bij het zien van Angelica Fields af hoe jij de foto’s hebt gemaakt. Ik heb – in mijn hoofd – de fantasie uitgewerkt, dat jij daar in het gras van kasteel Wijlre lag, en met grashalmpjes een patroon herhaalde.
Dat heb ik geprobeerd. Een behang maken in een grasveld wilde ik al langer, ik probeerde dit al een paar jaar. En voor een opdracht wilde ik dat ook doen en als je al die plantjes symmetrisch, beetje bloemetje hier, dan op de andere kant bloemetje daar – dat komt niet goed over. Wanneer het in het echt niet mogelijk is met knutselen, dan laat ik Photoshop inmiddels voorzichtig toe. Ik denk wel dat een soort energie soms toch ook in een foto zit; het maakt uit dat je er bent. Bijvoorbeeld dat licht uit die sneeuwklokjes (Miracle #01), ik zou dat in Photoshop helemaal niet zo kunnen maken dat het er echt uitziet. Je zou het dan niet geloven, zeg maar. Nu heb ik de foto gemaakt met papier en een lange sluitertijd en een print van die sneeuwklokjes met papier ervoor en dan zo bewegen, waardoor je die stralen krijgt. Dat voel je toch dat het daar gewoon écht is.
Elspeth heeft The Miracle Garden geïnitieerd, een prachtige bloementuin in het Erasmuspark (in Amsterdam) waarin zij tuiniert en fotografeert. Voor wie van tuinieren en van planten houdt, is alleen al de website van The Miracle Garden met een omvangrijke plantendatabase de hemel op aarde.
‘De intentie was een tuin te maken waar ik kan fotograferen. Omdat ik die foto’s wil delen. Maar ineens was die tuin ook een plek waar andere mensen heel gelukkig van worden. Wat heel leuk is, heel interessant om te merken dat zoiets op die manier werkt.
De tuin kreeg ik een beetje in dezelfde tijd dat ik de digitale camera kreeg. Ik kan wel zeggen dat mijn fotografie is veranderd door de digitale camera. Ik maak eigenlijk portretten van de planten, in plaats van dat iets een installatie is; iets waaraan ik heb geschilderd, geknipt of geplakt. Nu is het een weergave van wat ik zie. De verandering van mijn werk heeft ook met techniek te maken. De techniek van analoog fotograferen, dat ik met een lichtmeter moest werken, dat ik niet meteen zie wat er gebeurt en dat ik dan een polaroid heb – maar dan is dat toch net anders dan het echte. Dat vond ik allemaal heel spannend. Het moment dat ik een digitale camera kreeg waarop ik meteen zie wat ik doe, heeft mijn fotografie heel erg veranderd. Ik kan dan toch meer werken met licht en compositie ín het moment. Gewoon met het beeld bezig zijn. Veel fotografischer.’
Over op openingen zijn, zichtbaar zijn binnen de sociale structuur van de kunstwereld, daarover spraken Elspeth en ik ook nog. Dat je kansen moet grijpen als ze zich aandienen. En wanneer ik beeld zoek voor dit artikel, zie ik weer hoe omvangrijk het oeuvre is dat Elspeth heeft opgebouwd. Ik denk aan een vriendin – neurodivergent fotograaf – die vanochtend afzei omdat ze zich niet goed voelde. Het was de tweede keer achter elkaar, dat neem ik haar niet kwalijk – waar het om gaat is dat zij veel tijd ‘kwijt’ is, met neurodivergent zijn. Zij ligt te wachten tot de overlast voorbij is, tijd waarin ze niet kan werken, en additionele stress heeft over haar niet langer wordende CV, haar niet groeiende oeuvre, haar onzichtbaarheid. Je moet kansen kunnen grijpen, denk ik nu ik aan die vriendin denk.
Misschien heeft Elspeth een punt, dat dingen delen helemaal niet zo genereus is als het mij leek. Ikzelf bijvoorbeeld, ik wil delen over neurodivergentie, omdat ik hoop dat iedereen begrijpt dat een kort CV of afwezigheid bij openingen en borrels niet automatisch betekent dat iemand niet wil of niets kan. Het kan betekenen dat iemand heel voorzichtig met energie moet omgaan. Dat die energie soms al op is, voor de dag begint. Omdat er – bijvoorbeeld – geen filter in de waarneming is dat aan kan. Of omdat je vandaag de schoonheid van de dingen niet ziet.