Hoop en Huiver – met Ingrid van de Linde naar Moving Closer van Inge Meijer in VierVaart
In gezelschap van beeldend kunstenaar Ingrid van de Linde bezoekt teja van hoften in VierVaart de tentoonstelling ‘Moving Closer’ van Inge Meijer. Beide kunstenaars zoeken middels hun werk de verbinding met de natuur. Maar reageren dieren en het landschap wel op deze handreikingen? ‘Zoals de houtskooltekening op de benedenverdieping oneindig voort zou kunnen groeien, de bijenzwerm tot een nieuw volk ontwikkelt en de koeien onaangedaan lijken, benadrukt dit alles de onbelangrijkheid van mensen.’
Afgelopen voorjaar verbleef Inge Meijer als artist in residence in VierVaart. Omringd door schapen, loopeenden, kippen, fruitbomen, biologische moestuin en bijenkasten is het een oase van rust. Zonder dat het een expliciete vraag is, speelt de plek en het landschap vaak een belangrijke rol binnen het getoonde werk. Dat is zeker het geval bij de huidige tentoonstelling ‘Moving Closer’ van Inge Meijer die in haar werk de complexe relatie mens – natuur onderzoekt.
Ter voorbereiding kiezen we voor een trage benadering. ‘We’ bestaat dit keer uit beeldend kunstenaar Ingrid van de Linde en uiteraard ikzelf. Ingrid werkt hoofdzakelijk met natuurlijke materialen, schrijft en filmt en wil zich, net als Inge Meijer, op die manier met de aarde verbinden. We nemen vanaf Vlissingen de boot naar de overkant. Onmiddellijk verwaaien alle overbodige gedachten. We lopen in hier en nu, over dijkjes met uitzicht op Waterdunen, waar grote schepen traag langs de rand van het landschap glijden. De vorige keer dat ik hier liep, was ik onder de indruk van de monumentale karkassen van uitgeholde en soms helemaal opengevallen oude wilgen. Nu zijn deze verdwenen, opgenomen in het groen. Alles zoemt en fluit. Hier wordt volop geleefd.
De benedenruimte van VierVaart wordt gevuld door een bundel enorm lange wilgentakken, die uit een kegel zanderige aarde komt. De bladeren hangen slap en verdord naar beneden. Maar als je goed kijkt, ontdek je hier en daar fris groen. De kringloop van leven en dood. Vergankelijkheid en groei komen hier samen. ‘De wilg staat voor veerkracht, het intuïtieve, vrouwelijke, door maancycli gestuurd’, weet Ingrid ons te vertellen. In veel culturen is het dan ook een heilige boom vanwege zijn zuiverend vermogen. Iris Cornelis, tentoonstellingsmaker van VierVaart, springt daarop in door te vertellen dat al het afvalwater van de camping via grote buizen en een septic tank naar het wilgenveld gaat om daar gefilterd te worden. Zomers, als het druk is op de camping, zuigen ze zich vol water en groeien dan enorm. In de winter, na de snoei, kunnen de wilgentenen voor van alles gebruikt worden. Zo zijn de wilgen dit keer ook een belangrijk materiaal voor Inge Meijer. Of het nu de aarde, de wilgen, de stenen, de houten stammetjes of de foto’s van de bijen zijn, alle materialen heeft Inge uit de directe omgeving gehaald en zo heeft zij zich verbonden met het leven op VierVaart. Ook de houtskool waarmee ze op de achterwand een prachtige grafische tekening heeft gemaakt, komt van wilgentakjes. Een klontering cellen, die van rechtsonder naar linksboven klimt. De cirkels worden hier en daar met lijnen doorbroken en zijn enigszins hoekig waardoor ze mij ook aan honingraten doen denken. Iris weet dat hun vormen gebaseerd zijn op het DNA van de wilg. Ingrid legt verband met de caleidoscopische blik van bijen. Achter onze rug, hoog in de hoek, hangt een op textiel geprinte foto van een bijenzwerm die zich tijdelijk heeft vastgehecht aan een tak. ‘Bijen zijn wezens van de overgang. Als ze loskomen uit de korf om te gaan zwermen, moeten ze alles achterlaten, hun voorraden, alles wat ze samen hebben opgebouwd.’ De foto is gemaakt door Heleen van Elsacker, die hier op VierVaart bijen houdt, niet voor de honingoogst maar voor de bijen zelf. Nu de bijenpopulatie wereldwijd achteruitgaat, is dit een hoopvolle poging daar iets aan te doen, want ondanks de uitzonderlijke weersomstandigheden was dit jaar veelbelovend met negen zwermen. Ze houdt er zelf twee en brengt de overige elders onder. Ingrid ervaart deze foto van de bijentros en de houtskooltekening als een fascinerende symbiose. ‘De natuurlijke kracht van de bijen contrasteert met de gestructureerde schoonheid van de kunst, en samen creëren ze een krachtige energie die de toeschouwer verleidt.’
Eenmaal boven trekt het geluid van stemmen me een wilgentenen-hut in. We zitten verassend comfortabel op de kleine boomstammetjes die met vilt zijn bekleed en bekijken de film die Inge Meijer in VierVaart maakte, getiteld ‘Moving Slower’. Een familiekudde Gasconne koeien, die zich vrij kunnen bewegen in een open ronde stal wordt toegezongen door het Haarlems kamerkoor Les Moucherons met dirigent Antje de Wit. Het is een IJslands lied dat gaat over rust en verbinding met de natuur. Omdat je de woorden niet verstaat, word je op je gevoel aangesproken. Ingezoomd op het landschap van de huid van een koe hoor je de stemmen hun juiste klank zoeken. De koeien lijken er zich niet heel veel van aan te trekken. Wat heen en weer geschuifel, de zwiep van een staart, een diepe zucht. Naarmate de ijle zang aanhoudt als eeuwig hemels gekabbel zonder enige climax lijkt het erop dat het zo nog uren door kan gaan. Het is een ritueel, weliswaar een zacht ritueel vol zoete sluimer, maar toch dwingend. Als je iets niet wilt zien kun je eenvoudig je ogen sluiten, maar met geluid is dat complexer. Het sijpelt door in je blik en domineert je beleving. Eerdere ervaringen bemoeien zich met de werkelijkheid. Is wat ik zie ook dat wat er te zien is?
Ingrid ervaart dit heel anders en vat het als volgt samen: ‘De koorzang vult de stal met een betoverende resonantie. Het is meer dan schoonheid alleen; het is alsof de mystieke ondertonen en trillingen van geluid door de ruimte stromen en diep in de ziel doordringen’. Wel vraagt ze zich af wat deze zangers beweegt om hier, in deze stal, hun liederen te laten horen? ‘Is het een diepe intentie, een verlangen naar verbinding met een andere soort, over de grenzen van taal en soort heen? Wat heeft deze koorzang teweeggebracht? Heeft het een brug geslagen tussen twee werelden, die van mens en dier? De antwoorden blijven vooralsnog verborgen, maar de echo van de zang zal nog lang in de stal en in de harten van de bezoekers van deze tentoonstelling nasmeulen’.
Wat haar opvalt, is het hek dat mens en dier scheidt. Maar dat blijkt noodzakelijk vanwege de veiligheid, omdat er kalfjes zijn en er ook een stier bij loopt.
Een kleine hoekige heuvel gemaakt van oude baksteentjes is begroeid met een dikke laag mos. Ondanks dat daar ook weer zitstammetjes staan opgesteld, ben ik verrast als de wand zich aan de andere kant opent in een beeldscherm. Een groen vlak wordt door een grijze baan in drieën gedeeld. Het is een van bovenaf gefilmd betonpad waarover een donkere glanzende auto heel traag en behoedzaam van rechts naar links door het beeld rijdt. De auto is bedolven onder bloemen. Overal steken boeketten uit het dak, de motorkap en vanaf de achterbak. Het is een abstract beeld van grote surrealistische schoonheid. De auto rijdt door een plas. Alles schudt hevig als hij over een oneffenheid gaat. De zon komt even door en de schaduw van de auto glijdt als tegenvorm mee wat het opeens dichterbij maakt, realistischer, menselijker. Dan weer verdwijnt de auto onder het volle gebladerte van verwaaide boomkruinen. Mede door het aanhoudend plechtig gezang van de andere film hebben we beiden de associatie met een begrafenisauto. Wat wordt hier ten grave gedragen? Is het de natuur zelf? Als de weg overgaat in een zandpad en de auto tenslotte links over gras uit beeld verdwijnt, blijf ik achter in een onbestemd droevige stemming. Ondanks de uitbundige bloei en mooie opnames is er dat besef van onomkeerbare eindigheid.
‘Car Garden’ maakte Meijer in 2021 toen zij in een gastatelier in Columbia werkte en een bloemenkweker ontmoette, die zijn producten vanuit zijn overvolle auto te koop aanbood.
Door beide films kan ik me maar niet aan het gevoel onttrekken dat de natuur onverschillig blijft voor al onze toenaderingspogingen. Zoals de houtskooltekening op de benedenverdieping oneindig voort zou kunnen groeien, de bijenzwerm tot een nieuw volk ontwikkelt en de koeien onaangedaan lijken, benadrukt dit alles de onbelangrijkheid van mensen. We kunnen weliswaar een heleboel verstoren en nog zo’n grote keel opzetten of ongelofelijk ons best doen, de natuur gaat zijn gang, ook als wij hier niet meer zijn. Andersom zijn wij wel afhankelijk van haar.
Het is vreemd dat ik juist in deze harmonieuze omgeving van VierVaart en ondanks de handreikingen van Inge Meijer zo moedeloos blijf en me niet kan verzoenen met het besef van onze tijdelijkheid. Uit ‘Moving Closer’ van Inge Meijer spreekt juist een groot vertrouwen en de afgewogen installaties zijn hoopgevend, tot in de kleinste details met zoveel zorg en aandacht gemaakt. Ingrid vat haar gevoel over de tentoonstelling als volgt samen: ‘Omringd door kunst, schoonheid en de onuitputtelijke stroom van het leven, waar vergankelijkheid en vernieuwing elkaar omarmen, ontstaat een gevoel van volmaakte harmonie. In overgave en vertrouwen ligt de sleutel tot het vinden van wat je nodig hebt.’ Daarvan is zij overtuigd.
Moving Closer van Inge Meijer in Projectruimte VierVaart, Barendijk 5 Groede West Zeeuws Vlaanderen https://viervaart.nl/
12 mei t/m 7 september 2024
zaterdag en zondag 13.00 – 17.00 uur en op afspraak info@viervaart.nl 0624857625 Iris Cornelis
VierVaart is tegelijk een ecologische minicamping met een aantal veldhuisjes en appartementen. Ook is er een aanvullend zomerprogramma van collectief The Amazing Oriental, bestaande uit de kunstenaars Ying Liu – China en Alireza Abassy,- Iran. Onder de titel Wat doen jullie? Oh, niks! geven zij elk weekend van 13 juli t/m 11 augustus gratis workshops, collectieve meditatie en mini-retreat.