Hoe Wim Pijbes de vrouw van de fietstunnel vermoordde
Roerloos ligt ze daar, met haar paarse broek en grijze vestje. Ze ademt niet meer. Ze is gewurgd met een damasten servet door niemand minder dan Wim Pijbes. Op de servet zit zijn DNA en sporen van een zeer zeldzame wijn uit Frankrijk, die hij even voor zijn woede-uitbarsting nog dronk. Zelfs nog deelde met haar, verdomme. Wat had dat dametje wel niet gedacht? Dat hij, Wim Pijbes die handen zou gaan schudden met Obama, rustig met haar zou bakkeleien over tegels?
Haar dag liep anders dan ze zelf voor ogen had. Die ochtend pakte ze haar nieuwe rugzak in met twee soorten stoeptegels. De ‘Diemen’ en de ‘Haarlemmer’. Grijze bakstenen, ieder bijna een kilo in gewicht. Ze zou Wim Pijbes, zoon van een kruidenier uit Veendam, wel eens even de harde keuzes onder ogen leggen. Het gesteggel over de tegels in die fietstunnel had al lang genoeg geduurd. Vandaag zou zij de stem van alle fietsers moeten vertegenwoordigen in het Rijksmuseum en zenuwachtig was ze niet, want die Wim Pijbes, dat is ook een mens van vlees en bloed. Hij moet gewoon poepen net als iedereen, dacht ze terwijl ze kordaat het kantoor van de directeur van het Rijksmuseum binnenstapt. Niet wetende dat ze het einde van de dag niet zou halen.
Wim Pijbes is niet makkelijk te vangen voor de ‘Diemen’ of de ‘Haarlemmer’ baksteen. Zijn gehele denken is groots. Hij wil de fel blauw geglazuurde ‘Ramblas’ rondom het Rijksmuseum laten leggen, in een vissengraat. Dat het niet veilig is? DAT HET NIET VEILIG IS? Dat deert hem geen ene moer. Als je fietst, dan val je wel eens, dat is het risico van de sport. Pijbes’ leven is groots, groots voor een man die klein van stuk is. Voor de Nachtwacht drinkt hij wijn en schilt hij zijn appel op zo’n kunstige manier dat een stilleven van Osias Beert uit zijn collectie er niets bij is. Hij bezit de kunst van het grote denken, van het onderhandelen, en van het uithouden. Hij is geboren met een Kunsthart, niet eentje van hout of goud, maar een hart dat de Gouden Eeuw tot in zijn diepste krochten kan doorgronden en begrijpen. Daar gaat een wollige fietser met een rugzak vol tegels niets aan veranderen, wat hem betreft.
Pijbes: ‘Elke keer als ik denk dat ik ze allemaal heb gehad. Alle stuurgroepjes, platformpjes, denktankjes – duikt er weer een nieuwe op. (…) Iedereen melden in de RAI. Maakt niet uit waar je verontrust over bent. Of waakzaam. Of betrokken. Zieke populieren, vergeten zebrapaden, de libellenpopulatie. We doen de deur op slot. En vergaderen maar! Jullie mogen pas naar buiten als de rondvraag klaar is.(…) En ik hoop dat jullie het niet erg vinden als wij ondertussen iets gaan doen.’
In het Lieve Vrouwen Theater in Amersfoort kijk ik naar een acteur die de verontwaardiging van Wim Pijbes tot in zijn tenen uitspeelt. Zijn vuisten gebald, zijn onderlip trilt, zijn aderen kloppen tegen zijn slapen. Mugmetdegoudentand speelt Kunsthart, een drieluik dat Nathan Vecht zeer treffend schreef gebaseerd op waargebeurde incidenten in de kunstwereld: Wim Pijbes, Mark Rutte, Mariss Jansons en de vrouw van Armin van Buuren komen voorbij, gespeeld door Sieger Sloot, Hannah van Lunteren en Guy Clemens
Nathan Vecht moet zich hebben verwonderd wanneer de kranten koppen over kunst. De incidenten in ons lage landje die ons calvinistisch denken weerspiegelen. Het Rijkmuseum dat vertraging oploopt door de fietsersbond. Hoe kijkt de rest van de wereld naar dit fenomeen? Pijbes vertaalt in dit vraagstuk de rest van de wereld, de vrouw van de fietsersbond de Nederlander die vindt dat alle belangen behartigd moeten worden.
Het grootste deel van Kunsthart gaat over kunst en politiek. Het reflecteert op de bezuinigingen. Heel terecht stelt in het derde deel van het drieluik Mark Rutte dat oud politici in Nederland allemaal hun zakken vullen bij banken en multinationals na het vervullen van hun politieke plicht, terwijl in andere landen oud politici zich storten op de besturen van musea en concertgebouwen. ‘De vis wordt duur betaald’ is de enige zin dat ons theater-Nederland wist te schrijven en buiten onze landsgrenzen beroemd werd. De vis wordt duur betaald: de kunst moet nuttig zijn, lijkt de sceptische ondertoon van Kunsthart.
Wat een briljante voorstelling voor al het kunstminnend publiek. De bestuurders in ons land worden geridiculiseerd en Mark Rutte (schitterend gespeeld door Guy Clemens) lijkt achter de schermen een geheime liefde te koesteren voor alle vormen van kunst. Als een kleine jongen vol dromen, een musje dat uitvliegt, overtroeft hij met zijn vurige speech op zijn bureau de speech van Rasmy Nasr. Een liefdesverklaring afkomsitg van Rutte jegens het minuscule Puttertje in het Mauritshuis, naast zijn torentje van waaruit hij het land bestuurd, betekent het hoopvolle, doch banale slot van Kunsthart.
Klik hier voor de speeldata