Hiroshi Sugimoto in Foam
Men treedt binnen in ruimtes met donkere, grijzige muren waar foto’s aan hangen die met één spot worden verlicht. In plaats van dat we ons bevinden in een white cube, lijken de zalen eerder op black boxes. De foto’s aan de muren zijn allen zwart-wit, in talloze gradaties van grijs. Eenzame landschappen rijzen tevoorschijn in deze donkere kamers, evenals historische figuren zoals Lenin of Henry VIII, groepen dieren, een wit licht en vormen die doen denken aan felle bliksemschichten. Waar speelt zich dit af? Dalen we af naar de onderwereld zoals Odysseus dat ook deed? Nee, het is de overzichtstentoonstelling van de Japanse fotograaf Hiroshi Sugimoto (1948, Tokyo), waarbij vier van zijn series zijn tentoongesteld: Theaters (1976-heden); Lightning Fields (2006-heden); Dioramas (1976-2012); Portraits (1994-1999); en Seascapes (1980-heden). Wat de tentoonstelling sterk maakt is de combinatie van twee kwaliteiten: talent voor het vangen van sterke beelden op de lens en die laten vergezellen van filosofische gedachtenspellen over de aard van waarneming, illusie, tijd en het medium fotografie
De serie Seascapes doet denken aan de romantische focus op het gevoel van de overweldigende natuur. De foto’s van lucht en water lijken door het zwart-wit iets desolaats te hebben en tonen iets anders dan de prettige vakantieplaatjes van tropische zeeën, eerder een soort contemporaine ‘Der Wanderer über den Nebelmeer’ van Caspar David Friedrich (1774 – 1840). Sugimoto zei zelf dat hij iets herkenbaars wou laten zien voor de meest primitieve mens. Dit zou dan eerder een gevoel zijn van het sublieme, het paradoxale gevoel dat iets je overweldigt, maar dat het je tegelijkertijd doet realiseren dat je als mens in staat bent vrij te zijn. Kunstcriticus Charles Baudelaire’s (1821 – 1867) eis aan de kunst was niets minder dan de eeuwigheid en het hedendaagse, en dat is hier ook het geval. De plaatsen lijken willekeurig en soms lijkt het alsof de pixels te zien zijn, maar de ervaring die de foto’s opwekken hebben iets tijdloos.
Sugimoto toont ons ook inzicht in het medium fotografie zelf, waarmee hij zich duidelijk plaatst in de traditie van het modernisme en haar traditie van media specific analysis. In de serie Lightning Fields wordt het effect van elektronische ontladingen op fotografische negatieven getoond, resulterend in vormen die doen denken aan bliksemschichten, vertakkende rivieren of de felle abstracte kunst van de Engelse Vorticists, bijvoorbeeld The Mud Bath (1914) van David Bomberg (1890 – 1957).
Deze serie raakt aan wat ons zou onderscheiden van het dierenrijk, onze nieuwsgierigheid. Fotografie werd al vroeg hiervoor ingezet, bijvoorbeeld in het geval van Edward Muybridge’s beroemde serie The Horse in Motion.
Sugimoto is sterk beïnvloedt door de ideeën van Marcel Duchamp en avantgardistische bewegingen zoals de surrealisten en de dadaïsten. Net zoals Duchamp gebruikt Sugimoto ook objecten uit onze samenleving, maar Sugimoto gaat echter nog een stap verder dan Duchamp en gebruikt objecten die al een kopie zijn van iets wat men ooit waardevol achtte om te kopiëren. In de serie Portraits zijn foto’s, eigenlijk tijdsdocumenten, te zien van wassen beelden van historische figuren zoals Henry VIII, Lenin en Anna Boleyn met een ietwat wazige achtergrond, de sfeer versterkend dat we ons bevinden in een schimmenrijk. Sugimoto baseerde zijn foto van Henry VIII op het wassen beeld dat de makers van Madame Toussaud’s weer baseerden op Henry VIII’s portret van de Vlaamse schilder Hans Holbein de jongere (1497 – 1543). Sugimoto probeerde vervolgens eenzelfde soort belichting te gebruiken voor zijn foto als hij dacht dat ook in de tijd van Holbein, de renaissance werd gebruikt. Op zijn website vermeld Sugimoto over deze serie: ‘If this photograph now appears lifelike to you, you had better reconsider what it means to be alive here and now.’ De kunstenaar wil blijkbaar ons laten beseffen hoe wij kijken en hoe we de wereld ervaren. Het zou wel eens kunnen betekenen dat onze samenleving zo doordrenkt is van het hyper-reële, dat we niet meer het verschil zien tussen de kopie en het origineel omdat alle beelden het risico lopen constant te worden gekopieerd, aangepast en opgeleukt of ‘liked’. Eigenlijk kan het in die zin als ironisch worden opgevat dat Sugimoto zelfs heeft geprobeerd de ‘originele’ omstandigheden van de belichting die gebruikelijk was in de renaissance na te maken. Waarom was dat nodig geweest? Sugimoto’s kunst zegt waarschijnlijk iets over een fundamentele behoefte grip te krijgen op waarheid en het verleden, zelfs in een tijd waarin authenticiteit en fotografie niet vaak samengaan.
Een andere sterke serie laat ons zien hoe we in deze zoektocht naar het grip krijgen op de tijd ook afhankelijk zijn van de techniek. In de serie Theaters zijn foto’s te zien van zalen van klassieke filmtheaters die spookachtig worden verlicht door een enkel helderwit scherm. De kunstenaar liet de sluiter van een grootformaat camera voor de duur van een speelfilm openstaan, de opzettelijke overbelichting resulterend in een wit scherm. De lange duré van de film is versneld tot er slechts een wit scherm overblijft. De betovering van de film, die ons laat wegdromen en ons het gevoel geeft alsof je een verhaal dat in het echte leven jaren zou duren kan beleven in anderhalf of twee uur, wordt door Sugimoto verbroken door de techniek die ons de films tonen te manipuleren. Het toont onze afhankelijkheid van de techniek. Zoals popart kunstenaar Andy Warhol voor ongemakkelijkheid zorgde toen hij met zijn film Sleep (1963) de kijker bewust maakte van dat er altijd in films gebruik wordt gemaakt van cuts, in plaats van dat de daadwerkelijke beelden van het leven in real-time worden getoond.
Door al deze filosofische overpeinzingen krijgt de tentoonstelling waarde. In de traditie van de beste conceptuele kunst van Duchamp is de kunstenaar nooit alleen het genie, maar staat zijn werk in relatie tot objecten, de techniek van het medium, cultuur, kunstgeschiedenis en vindt er reflectie plaats. Wat niettemin de tentoonstelling nog sterker maakt zijn de kracht en sfeer van de beelden zelf, die uiteindelijk zijn gemaakt door een fotocamera. Zoals Sugimoto zelf heeft gezegd: ‘Knowing what my photography can do, my concept is adjusted to the limit of my technique. I see what the camera can see. I feel like I become a camera. My mind is a black box.’
De tentoonstelling Black Box is nog tot en met 8 maart te zien in Foam. Klik hier voor meer info.