Het vier-uurtje onder de Paviljoens
Een Italiaanse dame staat hoofdschuddend naast me als we kijken naar een off-program performance op straat. Ze kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan: of ik hier misschien iets van begrijp. Zonder me uit te laten praten tikt ze hard met haar knoestige vingers op haar Italiaans gefronste voorhoofd. De oudere dame ziet om het jaar haar stad veranderen, honderden kunstenaars trekken dan naar Venetië en brengen de stad in roering, van haar had het allemaal niet gehoeven.
Alleen al de paviljoens tonen negentig nationaliteiten en bijna dubbel zoveel kunstenaars: sommige landen schuiven meerdere kunstenaars naar voren. Er is zoveel te zien op de Biënnale, ook de ervaren kunstkijker kan niet alles in een keer opzuigen. Hoe kun je na uren kunst kijken nog fris observeren en voelen? Je voeten zijn moe, je schouder hangt van de zware tas en je hebt het bloedheet. Motley selecteerde zes paviljoens die als Dextro Energy fungeren in het park. Ze bezitten de kracht om een explosieve reactie te veroorzaken. Speciaal voor de verzadigde momenten:
Een veeg, een spat, een vorm. In het Roemeense paviljoen hangen de schilderijen van Adrian Ghenie. De werken zijn minutieus uitgekiend: een goede samenstelling van grof, fijn en spontaan schilderen, een daadkrachtig kleurenpalet en toch ook de herkenning van de bekende figuren. Ghenie toont de geschiedenis zonder daar inhoudelijk tegen te ageren. Een onverklaarbaar standpunt dat ontstond in de geschiedenis, een onverwachte actie die een ketting aan gevolgen heeft spelen een rol de beeldende proces van Ghenie.
Alle muren in het Britse paviljoen zijn geel, heel geel. Als ik aan Sarah Lucas denk, zie ik haar zitten in een stoel met twee gebakken eieren op haar borsten, haar welbekende zelfportret. Haar geel is eigeel dacht ik, maar Lucas noemt de kleur Banana Dream. Ze ziet haar tentoonstelling als een warme massa custardpudding. In de half betonnen lichamen, Fags plaatst Lucas sigaretten op banale plaatsen: in een vagina, in een navel. De beelden hangen boven een toilet of boven een houten tafel. Over het toevoegen van de beelden aan andere voorwerpen zegt ze: ‘Iets doen, maar niet te veel: bijna als de operatie van roken zelf. Volgens mij is Sarah Lucas verliefd op sigaretten. Een randje viezigheid, sensualiteit, grof, hardcore en vooral ook niet serieus. Tijdens de opening van het Britse paviljoen galmt er een intense grunge door het gehele park. Lucas nodigde de heavy Metal band Hundred Procent Beefcock and the Titbusters. Zelfs terwijl ik in het statische Oostenrijkse paviljoen sta maakt Lucas mij aan het lachen.
In de rij voor het Koreaanse paviljoen kan ik het werk van Moon Kyungwon & Jeon Joonho al bekijken, in het ronde glazenraam is een enorm videoscherm geplaatst. Een vrouw met witte mascara en een even kleurloos pak beweegt door een smetteloze ruimte. Het beeld doet denken aan vele sciencefiction films die een poging wagen om de toekomst vorm te geven. Hoewel de beelden magisch zijn, blijft het clichébeeld er lang aan knagen. Totdat de beelden gecombineerd worden met een stilstaande vrouw in ouderwetse klederdracht. Haar cape wappert zachtjes in de wind. Het lijkt alsof ze niet vooruit komt, ze lijkt niet te leven terwijl ze wel knippert met haar ogen. Deze kracht om door de tijd en ruimte heen te reizen heeft een eigen Oriëntaals woord: Bihaengsul.