Het verval van de Tuin van Eden – kunstwerken op Cosmoscarl
Musea zijn massaal op zoek naar manieren om de werken uit opgeschorte tentoonstellingen te laten zien en zoeken daarbij toevlucht tot het internet. Maar online kunstplatformen bestaan al sinds de vroege jaren van het internet. Sinds 2014 is ook Cosmoscarl gericht op het online delen van kunst.
Oprichters Frederique Pisuisse (1986<spanArial”,sans-serif”>°) en Saemundur Thor Helgason (1986<spanArial”,sans-serif”>°), beide alumni van zowel de Rietveld Academie als Goldsmith University, omschrijven Cosmoscarl als een “platform parasite”. Het is een digitaal doorreisland, waardoor de reiziger altijd uitkomt op een ander platform, “neither designed nor hosted by the artist”. Ze moedigen kunstenaars op die manier aan de (commerciële) platformen, zoals Artstation, Vimeo of Instagram, te heroveren voor de distributie of tentoonstelling van hun kunst. Het resultaat is een website die aanvoelt als een digitale expositieruimte, waarin enkel kunstenaarsnamen en de links naar websites met het bijbehorende werk onder elkaar te zien zijn. Door de eenvoudige lay-out van Cosmoscarl, een bestaande lijst die iedere andere vrijdag wordt aangevuld met een nieuw werk, wordt het geheel een soort overzichtstentoonstelling waar de scrollende bezoeker zelf verbanden in kan ontdekken.
Door de coronacrisis wordt de nood aan relaties van mensen met elkaar, met eten en met de natuur uitvergroot. De Duitse kunstenares Josefine Reisch (1987<spanArial”,sans-serif”>°) noemt het delen van een maaltijd “the most communal and binding act in culture”. Een van de recente toevoegingen op Cosmoscarl is een werk van Reisch, dat zich daarop richt. Culinary Essays (2018) was onderdeel van haar solotentoonstelling Stampede die in de Noah Klink Galerie in Berlijn werd getoond. Daarbij waren decadentie, vergankelijkheid en verval centrale thema’s. In Culinary Essays deelt Reisch recepten die specifieke elementen uit haar tentoonstelling vertalen.
Zo deelt ze een recept genaamd “Kwartel à la Tayllerand”, vernoemd naar een polariserende Franse diplomaat van het gevallen Ancien Régime. In het recept wordt een kwartel gemarineerd met champagne en truffel. Vervolgens wordt de kwartel in een kip geschoven, die op zijn beurt in een kalkoen wordt gegaard in de oven. Bij het gerecht wordt puree geserveerd in de vorm van het gezicht van de kunstenares. Het recept, gevonden in een Franse krant uit 1891, gaat compleet voorbij aan de sociale functie van het delen van een maaltijd, maar sluit in zijn absurde overdaad thematisch aan bij de tentoonstelling. De bijna weerzinwekkende decadentie druipt van de zilveren schalen. Reisch kaart met Stampede en Culinary Essays op speelse wijze aan dat de lijn tussen luxe en overdaad, tussen verfijning en verspilling bijzonder dun is.
Reisch noemt het delen van een maaltijd “the most communal and binding act in culture”.
De waarde van voedsel, de omgang met onze natuurlijke middelen en onze eigen vergankelijkheid vormen ook het onderwerp in Compostbinhead (2018-heden). Op Cosmoscarl staat een link naar een Instagrampagina van de hedendaagse Britse kunstenaar Phil Woodward (1969<spanArial”,sans-serif”>°). Op de pagina staat niets anders dan foto’s van de inhoud van zijn omgekeerde compostbak. De door pareidolia – de illusie herkenbare dingen waar te nemen in willekeurige vormen – gedreven fascinatie om zijn eigen vuilnis vast te leggen heeft geleid tot een uitgebreide fotoverzameling van natuurlijk afval. Toegegeven, in de broodkorsten en koffieresten, eierschalen en fruitschillen zijn met goede wil herkenbare vormen te ontdekken, maar aantrekkelijk is anders. Door de hashtags #instafoodie, #instarecipe en #cheflife toe te voegen, krijgen zijn beelden een plaats in de zorgvuldig gecureerde, verleidelijke beeldenstroom van eten onder dezelfde hashtags op Instagram. Net als Reisch eigent hij de website zo toe als digitale kunstruimte. Hij wurmt zich tussen de tandwielen van het platform, de zoeksystemen tegen zichzelf gebruikend. Het is een even eenvoudige als trefzekere manier om de verspilling van natuurlijke goederen aan te kaarten. De bedorven staat van het afval in zijn fotografie weerspiegelt eveneens de vergankelijkheid van de mens zelf. Woodward, zich bewust van de kwetsbare tijdelijkheid van zowel de kunst als de mens, zegt: “We, our ideas and our art will eventually return to compost.” Ze vergaan, maar gaan niet verloren: ze veranderen van vorm en kunnen worden hergebruikt. Wat ooit van waarde was – het eten – wordt door Woodward gepresenteerd in hun waardeloze staat en is daarvoor opnieuw van waarde om door de kijker begrepen te worden.
Wat ooit van waarde was – het eten – wordt door Woodward gepresenteerd in hun waardeloze staat en is daarvoor opnieuw van waarde om door de kijker begrepen te worden.
Iets verder naar beneden scrollend, staat een link naar een kunstwerk van de Britse Emily Jones (1988<spanArial”,sans-serif”>°). Ook in haar werk, genaamd The Draining of the Mesopotamian Marshes in Iraq (2015) is dezelfde thematiek van vergankelijkheid, herwaardering en de omgang met natuurlijke voorzieningen te ontwaren. Het werk is vernoemd naar de Irakees-Iraanse moerassen in het deltagebied van de Eufraat en de Tigris. Wat ooit is begonnen als een politieke vendetta is uitgelopen op een van de grootste humanitaire en ecologische catastrofes van de twintigste eeuw.
Als vergelding voor de medewerking aan de burgerrevolutie tegen het regime van de vroege jaren ‘90, strafte Sadam Hussein (1937-2006) de Moerasarabieren – die leefden van en tussen het water – door de moerassen droog te leggen. De bouw van dammen, kanalen en sluizen hebben het moerasgebied, dat plaats moest maken voor onder andere landbouwgrond, nagenoeg drooggelegd. De menselijke interventie heeft een groot deel van de biodiverse flora en fauna beschadigd en uitgeroeid: de oase werd een woestijn.
De installatie The Draining of the Mesopotamian Marshes, die in 2015 te zien was bij V4ULT in Berlijn, spreidt zich uit over meerdere kamers. De witte muren van één van die kamers zijn beplakt met een serie gele posters, waarop de namen zijn gedrukt van vergelijkbare natuurgebieden: The Everglades, Niger Delta, Yunnan Plateau. Hoog tegen de achterwand, boven de posterreeks, hangt een rek met limoenen. Voor de drooglegging van het moeras groeide er fruit in overvloed – zelfs zozeer, dat de moerasgebieden de voormalige Tuin van Eden wordt genoemd. De posters en het fruit lijken een herinnering aan wat vóór en wat ná is: de rijke natuurlijke bron en de bedreigde natuurgebieden.
Wat ooit is begonnen als een politieke vendetta is uitgelopen op een van de grootste humanitaire en ecologische catastrofes van de twintigste eeuw.
In een andere kamer ligt een gele plaat met zwarte, opgespoten tekst op de vloer. Als ware het een protestbord, roepen de letters: “the use of force may be necessary to protect life”. Het is een inversie van de geschiedenis van het moerasland: het is juist geweld dat de aanleiding was voor de verwoestijning. Na de opdroging groeit er door de verzilting van de grond nauwelijks meer iets in het deltagebied. Laat staan sappige limoenen.
Naast een dorre tak moerasgras, staat een bord dat leest: “They were shouting and singing at the top of their lungs”. Het is niet direct duidelijk waarover het hier gaat: misschien zijn het geluiden van de grassen van het moeras, die oorverdovend ritselen in de droogte. Of zijn het de Moerasarabieren zelf, die zingen over hun eigen ondergang? Zang was een intrinsiek onderdeel van hun cultuur. Zoals het water van ze werd afgenomen, werd ook zang verboden en verdwijnt met hun stem ook de cultuur van de Moerasarabieren. Het schreeuwen en zingen vormen de fase tussen de Tuin van Eden en de woestijn, waarin de dreiging groeit, maar de strijd niet gestreden is.
Onderaan de pagina van het werk op de website van Jones staan links naar extensies van het kunstwerk op Soundcloud en Twitter. Op Soundcloud staat, onder de naam Hydrothermal Emerald, een geluidsfragment waarin een vrouwelijke robotstem te horen is. Het fragment What is this new desert? (2015) is een stream of consciousness vol opmerkingen en observaties rond het wereldwijde verdwijnen van moeraslanden. Een gedachten- en woordenstroom van dezelfde aard – opgebroken in kortere frasen – is te vinden op Twitter onder @DMMIraq. Jones wendt zo, net als Reisch en Woodward en conform de stijl van een “platform parasite”, ook andere platformen aan om haar activistische boodschap te delen.
Het werk van Reisch, Woodward en Jones op Cosmoscarl benadrukt ook dat er, ook ten tijde van corona, andere crises zijn om niet te vergeten. Of dat nu voedselverspilling of de teloorgang van cultuur en natuurgebieden is. Het delen van deze kunstwerken is een stil pleidooi voor de hulp voor de natuur en andere mensen. Want “Iraq without the marshes”, zegt Jones, “is worth nothing.”