Het onstuimige niemandsland
In gesprek met Henk Windschut
Jaren voordat de ‘The Jungle’ van Calais verplicht ontruimd moest worden in 2016, bezoekt fotograaf Henk Wildschut vanaf 2005 geregeld dit vluchtelingenkamp. Vlakbij de welvarende en democratische, Franse havenstad ligt een parallelle wereld waar immigranten uit Afrika en het Midden-Oosten hopen op een oversteek naar Groot-Brittannië. Ze bouwen er hutten in de bossen die Wildschut vastlegt met zijn camera. Na de ontruiming van het kamp is er een nieuwe plek ontstaan in het duingebied net buiten Calais waar eenzelfde dynamiek zichtbaar is. Het onstuimige niemandsland kan worden gezien als een vrijplaats, voor de collectieve droom op een betere toekomst, van hen die alles achter hebben gelaten. Er worden kerken, scholen, restaurants, bibliotheken en moskeeën gebouwd met minimale middelen en opnieuw legt Wildschut deze wereld vast. Is het de potentie en hoop op een beter vooruitzicht die deze plek tot een interessant decor maakt? En levert de kunst ook een bijdrage aan deze kampen of is het vooral andersom; heeft de kunst dit soort omstandigheden nodig voor zijn eigen essentie?
Voor Tendens 10: Als je dromen op zijn, is er een tweeluik ontstaan van twee interviews. Mister Motley spreekt zowel Henk Wildschut als Ad van Denderen en stelt aan de fotografen precies dezelfde vragen. Ze doen allebei al jaren onderzoek naar de immigranten kwestie In Europa en omstreken. Waar het merendeel van de mensen die Van Denderen fotografeert vooral om economische redenen vlucht, legt Wildschut het leven vast van vluchtelingen die uit oorlogsgebieden komen. Toch zijn er veel overeenkomsten te vinden tussen de fotografen die door hun jarenlange onderzoek een scherpe en relativerende blik hebben ontwikkeld op onze westerse voorspoed.
Welke positie neem je in als kunstenaar zodra je naar een gebied trekt waar mensen in slechtere omstandigheden leven dan jijzelf? Je maakt bij wijze van spreken een foto en gaat daarna weer naar huis.
Henk Wildschut: ‘Door altijd bewust te zijn van het feit dat er mensen zijn die in slechtere omstandigheden leven dan ik, is de overgang nooit zo groot als ik fysiek aanwezig ben op die plekken. Door zo oprecht mogelijk te werken probeer ik de dilemma’s voor te zijn, maar soms lukt dat niet. Mensen verwachten te veel van mij als fotograaf. Ze hopen dat ik met mijn werk echt iets voor hen kan veranderen, alleen weet ik dat het nooit zo concreet zal zijn. Ik probeer dat weleens uit te leggen, maar meestal voert dat te ver en ontstaat er onbegrip.’
Zijn roerige omstandigheden nodig om relevante foto’s te kunnen maken? Oftewel, klopt het idee dat wanneer er geen gebrek is, we ook slechte kunst maken?
‘Ik heb me altijd proberen te verzetten tegen het exotisme in fotografie, maar niets menselijks is mij vreemd. In de laatste jaren ben ik eigenlijk per ongeluk in roerige gebieden terecht gekomen en ik vind het lastig mijn positie daarin te bepalen. In mijn werk zoek ik naar grote thema’s die invloed hebben op onze samenleving en hoe wij daar mee om gaan. Zo heb ik vier jaar geleden een werk gemaakt over de Nederlandse voedselindustrie. Bij dit thema liet ik ook niet de algemene opinie zien, maar heb ik gezocht naar de vooruitgang door verandering. Ik ontdekte in dit onderwerp dat onze hang naar nostalgie echte verandering in de weg staat. Door vast te houden aan het idee dat vroeger alles beter was kunnen we problemen in het ‘nu’ moeilijk tegemoet treden. Ik ben bang dat dit ook voor de immigratieproblematiek geldt. Immigratie is onvermijdelijk en zal de wereld veranderen, maar dat is niet nieuw. Zo is het altijd gegaan, alleen zijn wij dat niet meer gewend. In ons wereldbeeld wordt alles op korte termijn alleen maar beter of op z’n minst blijft de situatie hetzelfde.’
Vorig jaar ging cultuurfilosoof Maarten Doorman in de Balie Amsterdam het debat aan met kunstenaar Jonas Staal, wiens werk hij in zijn boek De Navel van Daphne bekritiseert omdat het meer op politiek lijkt dan op kunst.
Kunst moet volgens Doorman haar buitenstaanderspositie en haar ambiguïteit benutten om écht maatschappijkritisch te kunnen zijn. Anders is het geen kunst, maar politiek met andere middelen. Staal had een duidelijk antwoord klaar; ‘Ik ben niet geïnteresseerd in het redden van de kunst, als de rest van de wereld naar de tering gaat.’
Is voor jou een dergelijk onderscheid tussen politiek en kunst relevant?
‘Ik ben in mijn werk geen activist, ten minste dat is niet mijn uitgangspunt. Het is mij niet te doen om iets direct te veranderen, maar ik wil wel graag een andere blik bieden op bestaande conventies. Als ik daarmee indirect een bijdrage leven aan een minder gepolariseerde samenleving en een meer genuanceerde blik op de wereld, is dat positief.
Staal lijkt hier te impliceren dat hij het belangrijker vindt de wereld tot een betere of kritischere plek te maken middels zijn kunst, dan het tot stand brengen van een aanzienlijk kunstwerk. Waar gaat het bij jou om, de goede foto of het redden van de wereld?
‘Mijn persoonlijke weerzin tegen activisme heeft mij er denk ik van weerhouden om ooit de hoogmoedige gedachte te hebben dat mijn werk de wereld zou kunnen redden of om dit als hét uitgangspunt van mijn werk te maken. Het gebrek aan deze ambitie zorgt ervoor dat mijn foto’s eerder beschouwend zijn dan activistisch. Toch zoek ik wel naar relevantie. Ik wil dat mijn werk bijdraagt aan hedendaagse vraagstukken en oké…stilletjes hoop ik dat het bijdraagt aan een betere wereld.’
Waarom zijn er zoveel mensen op de vlucht?
‘De wereld is in een snel tempo aan het veranderen en de boel staat onder hoge spanning. Door de globalisering lijkt welvaart voor iedereen binnen handbereik te zijn en verlangt ook iedereen naar de idealen als vrijheid en veiligheid die het westen rijk zijn. Dit zet bestaande structuren onder druk. Daarnaast is er klimaatverandering. Door droogte en overstromingen willen grote groepen migreren, meestal naar de grote steden van vaak al arme gebieden. In deze steden is niet voldoende werk en dan ontstaat er onrust. Opstand is dan vaak het gevolg en waar dit toe kan leiden weten we na de Arabische lente maar al te goed.’
Baart dat je zorgen?
‘Dat baart mij grote zorgen. Als ik zie hoe moeizaam de politiek omgaat met de huidige situatie en de signalen lijkt te negeren die aangeven dat er nog veel grotere problemen opkomst zijn, zie ik een onzekere toekomst tegemoet.’
Als fotograaf doe je al jaren onderzoek naar mensen die op de vlucht zijn en de plekken waar ze leven. Is de hedendaagse situatie voor deze groep volgens jou verandert ten opzichte van een paar jaar geleden? En zo ja, zegt dit iets over onze huidige tijdsgeest?
‘Toen ik begon met dit onderwerp waren vluchtelingen en illegale immigranten nog veel meer een randverschijnsel. Het waren individuen die veelal werden genegeerd en buitengesloten. In de media was er weinig aandacht voor; illegaliteit was overlast, maar geen probleem. Mijn focus in mijn werk lag destijds op de flexibiliteit en kracht van dat individu die zocht naar een beter bestaan. Dat is de afgelopen jaren veranderd. Vluchtelingen zijn geen individuen meer, maar een massa die voor veel mensen een bedreiging vormt. ‘Een gevaar’ voor de manier van leven zoals ze dat gewend zijn.’
Zijn er dromen bijgebleven van mensen die je hebt ontmoet tijdens een van je reizen met de camera?
‘Een verhaal vond ik typerend van een jongen uit Midden-Afrika. Hij leefde al 6 maanden in Calais en vond het prima. Hij was blij dat hij daar mocht zijn en dat de politie ze alleen maar aanhield om naar papieren te vragen, zonder te slaan. Dat was hij in zijn land niet gewend. De politie sloeg altijd en als je een nieuwe telefoon had was de kans groot dat een agent hem zou stelen. Voor hem was het vrijheid dat hij die angst niet meer hoefde te voelen.’
Gaat de situatie voor eenieder die op dit moment op de vlucht is de komende jaren verbeteren? Is er hoop op een betere toekomst?
‘Als ik denk aan de motivatie die de vluchtelingen en immigranten hebben om een nieuw en beter bestaan op te bouwen buiten hun eigen land, moet het mogelijk zijn om de situatie te verbeteren. Maar als ik denk aan de begrijpelijke weerstand die deze dromen oproepen bij grote delen van de bevolking van Europa, ben ik veel somberder. De realiteit is dat mensen het moeilijk vinden bestaande waarden los te laten. Dat geldt zowel voor de immigranten als de autochtone bevolking. Hierdoor ontstaan er grote botsingen die eerst uitgevochten moeten worden om tot een nieuwe gezamenlijke waarde te komen. Uiteindelijk zal dit tot iets goeds leiden, daar ben ik van overtuigd. Daarvoor moet je nu vooral letten op de kleine en misschien naïeve micro-initiatieven.