Het mysterie van de stilte – Met Siny Smit in het Van Gogh Huis Drenthe, Nieuw-Amsterdam
In deel X van De ontmoeting gaat Alex de Vries in gesprek met bezoeker Siny Smit over het Van Gogh Huis Drenthe in Nieuw-Amsterdam. In het Van Gogh Huis en in het werk van Vincent ziet ze terug wat zij ook zo bijzonder aan Drenthe vindt: “Dat is zijn oog voor de natuur, het land en de mensen, maar vooral voor de stilte die je hier hebt, het mysterie ervan en die vrede die je daarin vindt.”
In mijn jeugd was mijn geboortestreek rond Emmen in Zuidoost Drenthe niet bepaald ruim voorzien van culturele voorzieningen. Ik herinner me uit mijn dorp Erica alleen het ‘Schienvat’, een zaaltje in een buurthuis waar ik films van Laurel & Hardy zag. Verder was er in dit dorp van turfstekers weinig te beleven. De afgelopen zestig jaar is er wel wat veranderd. Er is de muziekmanifestatie ‘Festerica’ voor opkomende Drentse rockbands en inmiddels bestaat ook het project- en theaterkoor Ericarré al twintig jaar.
Kunsthistorisch gezien kent Zuidoost Drenthe slechts één opmerkelijke gebeurtenis en dat is het drie maanden durende verblijf van Vincent van Gogh in het najaar van 1883, een maand in Hoogeveen en twee maanden – oktober en november – in Nieuw-Amsterdam-Veenoord. Sinds 2003 staat het voormalige logement van Hendrik Scholte waar Van Gogh een kamer huurde, bekend als het Van Gogh Huis Drenthe na een grondige, door de gemeente Emmen gefinancierde renovatie van het pand. Het is het enige huis in Nederland waar Van Gogh heeft gewoond en gewerkt dat voor publiek toegankelijk is. Momenteel worden er voorbereidingen getroffen om de renovatie verder te vervolmaken en ook de gelagkamer in meer originele staat terug te brengen met het oog op het Van Gogh Jaar 2023.
Op woensdag 9 november 2022 arriveer ik na een treinreis van dik twee uur op het station van Nieuw-Amsterdam en wandel in een paar minuten naar het Van Gogh Huis bij de ophaalbrug over de Verlengde Vaart. Het adres luidt: Vincent van Goghstraat 1.
Het voormalige logement is een witgepleisterd pand met een moderne aanbouw waar de ingang van het huis zich bevindt. De ontvangst is vriendelijk en twee van de 23 vrijwilligers die het huis draaiende houden heten mij en de enige andere bezoeker op dat moment – Siny Smit – welkom. We krijgen een rondleiding aangeboden door Gerrit Lamberts, voormalig voorzitter van de stichting die het Van Gogh Huis beheert en nu verantwoordelijk voor het educatiebeleid.
Siny laat weten dat zij net als ik in het vijf kilometer verderop gelegen dorp Erica is geboren, maar dat zij nu in Nietap woont, nota bene in de Vincent van Goghstraat. Ze kent Nieuw-Amsterdam goed, want haar vader – Wim Hofstede – had hier in de vorige eeuw tientallen jaren een ijzerconstructiebedrijf aan de spoorlijn. Tijd voor een nader gesprek daarover met haar is er voorlopig niet, want de rondleiding begint meteen.
Het Van Gogh Huis is vooral een documentatiecentrum dat op een heldere, informatieve manier laat zien hoe Vincent van Gogh in deze regio werkte en wat hem inspireerde. Originele kunstwerken zijn er niet te zien, maar wel de reproducties van de tekeningen, schetsen en de paar schilderijen en aquarellen die hij er maakte.
Gerrit Lamberts vertelt deskundig en onderhoudend over hoe het leven van Vincent van Gogh verliep voordat hij op 11 september 1883 vanuit Den Haag met de trein afreisde naar Hoogeveen.
Hij doet dat op aanraden van zijn schildervriend Anton van Rappard. Met de trein gaat hij van station Hollands Spoor naar Hoogeveen waar hij onderdak vindt in het pension van Albertus Hartsuiker. Hij blijft daar tot 2 oktober en trekt dagelijks het platteland in om landschappen te tekenen en landarbeiders te schetsen. Hij wordt gezien als een zonderling en de plaatselijke bevolking moet niet veel van hem hebben. Hij kan geen mensen vinden die voor hem willen poseren. Hij heeft zich ook voorgenomen te schilderen, maar daarvan komt niet veel omdat hij in Hoogeveen geen verf kan krijgen. Die moet hij uit Den Haag laten komen, maar hij heeft nauwelijks geld en de financiële steun van zijn broer laat soms op zich wachten. Hij is enthousiast over het landschap en onder de indruk van het schamele bestaan van de Drentse boeren en arbeiders. Hij stuurt vanuit Drenthe 23 brieven aan Theo waarin hij zijn indrukken beschrijft.
Daaruit blijkt dat er niet of nauwelijks iets was in dit veengebied. Het was een moerassig landschap dat tot ver in Duitsland doorliep en dat vanaf het midden van de negentiende eeuw door exploitanten uit de randstad werd ontgonnen om turf te winnen. Dorpen in deze streek heten niet voor niets Nieuw-Dordrecht en Nieuw-Amsterdam. De ondernemers die tegen uiterst karig loon de arbeiders lieten werken, kwamen uit de grote Hollandse steden. Aan de wand in het Van Gogh Huis hangen de formulieren waarop de schrikbarend lage arbeidslonen staan vermeld.
Lambert vertelt levendig hoe Van Gogh op 2 oktober 1883 met een trekschuit getrokken door een paard van Hoogeveen naar Nieuw-Amsterdam reist, hemelsbreed 25 kilometer. Vanwege allerlei haltes onderweg duurt de tocht zes uur.
Na enig soebatten – dat hij de zoon van een dominee is, neemt uiteindelijke de argwaan tegen zijn voorkomen weg – krijgt hij een kamer in het logement van Scholte die hij als volgt beschrijft:
“Ik heb nu een redelijk grote kamer waar een kachel gezet is en waar toevalligerwijs een klein balkon aan is van waar ik reeds de heide met de keten kan zien. Verder zie ik op een heel curieuze ophaalbrug.“ Daar zou hij een aquarel van maken.
De kamer waar van Gogh twee maanden verbleef is een kleine, eenvoudige ruimte, met houten wanden en inderdaad een balkon met het uitzicht op de inmiddels moderne ophaalbrug. De inrichting is geïnspireerd op het bekende schilderij van zijn kamer in Het Gele Huis in Arles. Een aantal voorwerpen zijn nog origineel zoals de lampetkan en waskom die door Van Gogh zijn gebruikt.
Vervolgens bekijken we de informatieve film waarin acteur Mike Reus de rol van Vincent speelt in een monoloog ontleend aan de brieven over zijn Drentse verblijf die Van Gogh aan zijn broer schreef.
Opvallend aan die brieven is vooral hoe lyrisch de beschrijvingen zijn van de omgeving die hij soms tot in de details van allerlei kleurnuanceringen voorziet.
Hoogtepunt wat betreft zijn verblijf in Drenthe is zijn verhaal over een tocht vanuit Nieuw-Amsterdam met een boerenkar naar Zweeloo in de vroege ochtenduren:
“Hier zijn de woningen heel breed tusschen eikenbomen van een superbe brons. Tonen in het mos, van goudgroen, in de grond van roodachtige of blauwachtige of geelachtige donkere lila-grijzen…
Die streek rond Zweeloo is op dit moment geheel en al jong koren, onafzienbaar soms, dat aller eerste groen dat ik ken. Een zwarte aarde vlak, oneindig, een blanke lucht van lila-wit. Die aarde spruit dat jonge koren uit, met dat koren is zij als beschimmeld…
Tekende in een herbergje aan de weg een oud wijf aan ‘t spinnewiel, donker silhouetje als uit een toversprookje – donker silhouetje tegen een licht raam, waardoor men de lichte lucht zag en een wegje door ‘t fijn groen en een paar ganzen die gras pikten.”
Dit uitstapje naar Zweeloo is een uitkomst, want waar Van Gogh eigenlijk voor kwam, trof hij niet aan. Hij had graag turfstekers aan het werk gezien, maar de turfafgraving was seizoenswerk en in oktober en november was dat al gedaan. Dat was ook de reden dat hij het laden van een turfschip liet ensceneren en twee medewerkers van het logement Scholte vroeg om voor hem te poseren. Hij was ook van plan later nog eens terug te keren om alsnog de turfstekers aan het werk te zien en daarom liet hij wat spullen en tekeningen achter in het logement. Hij kwam echter nooit meer in Nieuw-Amsterdam en het verhaal gaat dat zijn tekeningen in een koude winter in de kachel zijn opgestookt.
Mijn medebezoeker Siny Smit deelt met Van Gogh diens belangstelling voor het karige leven in deze uithoek van Nederland. Het contrast tussen het indrukwekkende landschap zoals die nog kan worden beleefd in het natuurgebied van het Bargerveen en de harde leefomstandigheden van de landontginning zijn nog altijd voelbaar.
Siny Smit: “Ik groeide op in een gezin met zes kinderen waar ieder dubbeltje omgedraaid moest worden. Om bij te verdienen moesten we als kinderen soms op het boerenland werken. Ik zal nooit vergeten hoe het was om met de hand aardappels te rooien. Je groef dan de hele dag met je handen in de akker en je vingers gingen stuk. Je had dan wel hoesjes om je vingers maar die waren al snel kapot en dan gingen je nagels eraan en de zwarte aarde kreeg je er niet vanaf. Voor ons was dat heel gewoon om te doen.
Het katholieke geloof speelde een belangrijke rol. Veel van de eerste veenarbeiders in deze streek kwamen uit Duitsland, maar ook uit Brabant. Het heet hier niet voor niks ook Griendtsveen en De Peel. Mijn grootmoeder van vaders kant was heel principieel in haar geloof en had strenge opvattingen. Zo hadden we bij ons thuis een kleine boomgaard en er was een boom met grote zure appelen. Daar was ik gek op en ik nam dan vaak zo’n appel mee die ik dan achterop mijn fiets onder de snelbinder deed, want een tas had ik niet. Dat vond mijn grootmoeder niet goed, omdat ik daarmee de ogen zou uitsteken van mensen die geen appels hadden.
Ik mocht naar de HBS al had ik een mulo-advies. Daarna ben ik verpleegkundige geworden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, onder meer als hoofd op de afdelingen intensive care, neurologie en oogheelkunde. Ik heb er meer dan veertig jaar gewerkt en ondertussen samen met mijn man een gezin met twee dochters verzorgd.
Die zuinige tijd uit mijn jeugd vergeet ik niet. Ik weet nog dat ik bij de scouting lid was van de kabouters en dat ik elke week vijftien cent contributie moest betalen. Ik fietste dan van ons huis aan de Noordersloot vijf kilometer onder Erica langs de Strengdijk naar het dorp en kwam een keer te vallen in de sloot. Ik verloor toen een stuiver. Ik fietste terug naar huis en zei tegen m’n moeder: hier heb je nog tien cent, de stuiver ben ik kwijt, ik hoef niet meer naar de kabouters.”
In het Van Gogh Huis en in het werk van Vincent ziet ze terug wat zij ook zo bijzonder aan Drenthe vindt: “Dat is zijn oog voor de natuur, het land en de mensen, maar vooral voor de stilte die je hier hebt, het mysterie ervan en die vrede die je daarin vindt.”
In die stille vrede van Drenthe vond Vincent van Gogh de noodzaak om door te zetten en als kunstenaar zijn bestemming te vinden.