Het inloophuis op de wallen
Urenlange gesprekken, minimaal 7 keer per dag. De Chinese die met haar Duitse vriend voorzichtig naar binnenstapt en veel te lang blijft hangen voor iemand die geen engels spreekt; hij met z’n duitse jas wachtend in de deuropening.
De oud klasgenoot van de Echte Vriend van Bavink, een verhaal dat ik nog steeds niet snap; in de klas met de uitvreter? Een groep van 5 kwajongens die doordat ze stoned zijn lang, lekker lang blijven kletsen: we sluiten na het zoek de verschillen af met ‘follow your dream’ en nog meer romantische superlatieven. Maar ook wij met z’n allen en nooit tegelijk waardoor hetzelfde gesprek en dezelfde gevoelens op verschillende momenten van de dag of week gedeeld worden. Van de nuchtere ” ik vind het niet interessant na te denken of het vlak rood of geel moet zijn” tot de dronken “kunst is gevoel, kan je iets 20 keer voelen? Zullen we dat vlak nou rood maken?”
Dan nog een keer per week een kind van anderhalf die de gesprekken en aandacht marginaliseert tot: Sol Nee, dat is olieve Sol NEE NEE fuck terpentine. NEE NAT! SOL! “Kan iemand teletubbies aanzetten?”
Dan de wijn, zelf gekocht, of meegebracht door een vriend, door Ruben van de galerie, door Theo, door Yvo. De gin tonics, de martini, de halve liters, de prosecco van de Albert Heijn. De ijskast beneden staat om de een of andere vreemde reden ook altijd vol met redbull en ik blijf maar blikjes opentrekken. Vanochtend google-de ik “hartkloppingen”. Maar vooral de gesprekken. We zitten in de hoerenbuurt maar hier hoef je niet te wippen. Het is een inloophuis voor gemixte culturen en gemengde gevoelens met een muur vol meisjes, zij zeggen niks, dat komt nog wel, maar tot die tijd praten wij. En we praten en we praten en bij elk woord raakt de intuïtie een atoompje kwijt.