Het geluid van een vogel – over Thierry Oussou bij buitenplaats Kasteel Wijlre
Lieneke Hulshof schreef over het werk van Thierry Oussou dat nu te zien is in buitenplaats Kasteel Wijlre. Oussou belicht in zijn werk het sociale aspect en de (on)zichtbare relaties tussen landarbeiders, en de afstand van mensen tot die grond. Er is bij Oussou geen hiërarchie tussen plant, dier en mens en deze verbondenheid komt tot uiting in zijn werken en de manier waarop deze tot stand komen.
In de documentaire Het is een Schone Dag Geweest uit 1993 filmt kunstenaar Jos de Putter het allerlaatste oogstjaar van de boerderij van zijn ouders in Zeeuws-Vlaanderen. Hij vraagt aan zijn vader wat de grootste verandering is sinds hij begon met boeren. ‘De trekker’, antwoordt hij. Daarvoor werkten boeren en landarbeiders uit de omgeving namelijk altijd samen op elkaars akkers. ’Dan werkte je met een groepje mensen. Die hadden altijd wat. De een had dit en de ander dat. Op zo’n tractor zit je de hele dag alleen, kan je met geen mens praten.’[1]
Het is een gemeenplaats dat machines het werken op het land efficiënter hebben gemaakt, maar nooit eerder realiseerde ik mij dat met de komst van de trekker het sociale aspect van het agrarische vak totaal veranderd is. De boer kwam er niet alleen mee boven de grond te zitten, hij zat er ook opeens alleen.
Als ik kunstenaar Thierry Oussou (1988) via Skype spreek over zijn tentoonstelling op buitenplaats Kasteel Wijlre, merk ik twee inhoudelijke lijnen in zijn werk op die mij indirect aan de vader van De Putter doen denken. Enerzijds geeft Oussou met zijn schilderingen en installaties aandacht aan de mensen die op het land werken. Hij belicht het sociale aspect en de (on)zichtbare relaties tussen arbeiders. De tweede lijn is de afstand van mensen tot die grond. Niet alleen van boeren en loonwerkers, maar van ons allemaal. Constant speelt hij in zijn werk met het laten verdwijnen van die afstand en wil hij duidelijk maken dat het ontbreken van distantie voor hem vanzelfsprekend is. Er is bij Oussou geen hiërarchie tussen plant, dier en mens. Die onmiskenbare relatie was voor Nederlandse boeren uit de tijd van Jos zijn vader, in het midden van de twintigste eeuw, ook een alledaagse opvatting. God was, om met de woorden van Geert Mak te spreken, vaak nog niet verdwenen en boeren zagen zichzelf als onderdeel van het landschap waar ze in werkten. Soms beseffen we ons wellicht niet hoe drastisch het denken over het agrarische vak veranderd is in relatief korte tijd. Het Nederlandse platteland is in een paar decennia verworden tot een bedrijventerrein.[2]

Landarbeiders
Oussou fotografeerde in de aanloop naar zijn tentoonstelling vrijwilligers van de buitenplaats die het landgoed in Wijlre onderhouden. Mensen die het gras maaien, de heggen snoeien en samen zorg dragen voor de plek. De in Benin geboren kunstenaar is al langere tijd geïnteresseerd in mensen die landschappen onderhouden.
Zo heeft Oussou in zijn geboorteland sinds een paar jaar een eigen katoenplantage en de katoen die hij gebruikt in zijn films en schilderijen wordt op deze plantage geteeld. Hij verscheept het katoen van Benin naar Amsterdam en kan vervolgens de mensen die voor hem werken onderhouden met de verkoop van zijn kunst. In ons online gesprek zegt hij daarover: ‘Katoen is enorm belangrijk voor Benin, deze grondstof is het belangrijkste exportproduct, maar veel arbeiders zien nooit de uiteindelijke bestemming van de plant. Ik neem mijn kunstwerken graag mee terug naar de plantage, wanneer het katoen onderdeel is geworden van iets nieuws. De eerste keer toen ik dat deed, waren de arbeiders totaal verrast. Toen wist ik; dit is wat ik wil doen en hoe ik moet werken. Ik wil kunst brengen naar mensen en plekken die er niet vanzelfsprekend mee in aanraking komen.’
Sinds hij in 2015 ook vanuit Amsterdam werkt, is hij al op zoek naar Nederlandse boeren om mee samen te werken voor zijn praktijk. Het lukte hem echter niet om een ingang te vinden op het Nederlandse platteland, dus toen hij gevraagd werd voor een tentoonstelling in Wijlre was hij direct enthousiast. ‘Het is belangrijk dat kunst zich kan verplaatsen tussen stad en platteland.’
De foto’s die hij op de buitenplaats maakte, zijn de inspiratie geweest voor een nieuwe serie werken op zwart papier die hij toont in het koetshuis, afgewisseld met bestaande schilderingen van werklieden rondom zijn Amsterdamse atelier. Heel secuur heeft Oussou gekeken naar hoe de verzorgers van het landgoed met elkaar omgaan én met het landgoed zelf. De geschoten beelden zijn vertaald naar felgekleurde lijnen op papier. In die lijnen zijn geabstraheerde figuren te ontwarren, maar ook machines, planten en gereedschap. Alles krijgt op het zwarte papier even veel aandacht en heeft dezelfde kleurintensiteit. Elke lijn doet ertoe.

Maskers
In het werk van Oussou spelen maskers een belangrijke rol. Zowel op zijn schilderingen als in zijn installaties komen ze vaker terug. De maskers maakt hij van papier-maché en hij brandt er gaten in zodat er gezichten ontstaan. In de tentoonstelling op buitenplaats Kasteel Wijlre toont Oussou een installatie met hangende maskers, een deel van de maskers is bestaand en een deel is nog in productie wanneer we elkaar spreken. Via mijn computerscherm zie ik rijen papier liggen die nat worden gemaakt om ermee te kunnen boetseren. De maskers verwijzen niet alleen naar voodoo, een van de drie officiële religies in Benin, maar gaan voor Oussou ook over ons sociale gedrag. ‘Als je in een kamer bent en er is nog iemand, kijk je direct naar elkaars gezicht. Met ons gezicht laten we onszelf zien aan de ander, maar wanneer lukt ons dat daadwerkelijk? Voor mij gaan maskers daarover; over het wel of niet tonen van jezelf aan de wereld.’ Het masker als barrière voor écht contact.

La Poesie
In het midden van de tentoonstelling is een werk geëxposeerd dat al sinds 2012 met Oussou meereist, maar telkens in een nieuwe samenstelling wordt gepresenteerd. La Poesie is een installatie van geordende takken die zich steeds aanpast aan de desbetreffende expositieruimte. Oussou gelooft dat takken altijd een leven in zich dragen, ook als ze al lang niet meer aan een boom vastzitten. Met deze takken kan hij spreken in beeld, als woorden die op elkaar rijmen.
La Poesie bouwt de kunstenaar deels met reeds verzamelde en deels met nieuwe, lokale takken en twijgen, zo ook hier in Wijlre. Oussou wilde echter graag dat La Poesie ook een toekomst zou hebben op de buitenplaats. Daarom heeft hij voor het eerst een nieuwe toevoeging gemaakt. In de tuin van het kasteel is een boom geplant met daaromheen bankjes zodat bezoekers de boom kunnen zien groeien. Ook wanneer zijn tentoonstelling al voorbij is.
Rondom de installatie van La Poesie in de expositieruimte, is de daadwerkelijke plek van de geplante boom te horen via speakers. De bladeren ritselen in de wind en de vogels laten op de achtergrond van zich horen. Op die manier maakt Oussou een omkering; binnen wordt buiten en buiten wordt binnen. Opnieuw denk ik aan zijn woorden over de stad en het brengen van kunst naar het platteland. Met La Poesie toont Oussou dat hij niet alleen zijn kunstwerken wil verplaatsen naar weilanden of plantages, maar dat hij het landschap zelf ook naar ruimtes wil brengen waar dat ongebruikelijk is. ‘Ik wil het geluid van een vogel het gebouw in brengen.’
Door de bestaande omgeving van een boom te verplaatsen, maakt Oussou bezoekers bewust van die omgeving. Net zoals hij dat doet bij de vezels van katoen, gedroogde twijgjes op de vloer, de maskers van papier en de zwoegende vrijwilligers in gekleurde lijnen. Hij pakt allerlei levende entiteiten uit onze werkelijkheid en verandert hun oorspronkelijke context. Zo blijft Oussou in zijn praktijk constant zoeken naar de essentie van alles waar leven in zit. In feite haalt hij niet alleen de boer, maar de hele mensheid weer naar de grond.


Voetnoten
[1] https://player.eyefilm.nl/nl/films/het-is-een-schone-dag-geweest
[2] https://www.youtube.com/watch?v=t_5zpa_MbQo
—
De tentoonstelling Growing Poetics is nog tot en met 4 mei te zien in buitenplaats Kasteel Wijlre.