Het digitale materialiseren — in gesprek met Gabrielė Adomaitytė
Het blijft onwennig. In verband met het COVID-19 virus worden de diepte-interviews met de winnaars van de Buning Brongers Prijs via Skype gevoerd. De eerste die ik bel is Gabrielė Adomaitytė (1994). Het toeval wil dat we dit najaar aan dezelfde master bij het Sandberg Instituut in Amsterdam beginnen en we elkaar dus al vaker via een scherm hebben ontmoet.
Adomaitytė studeerde schilder- en beeldhouwkunst aan de kunstacademie in Vilnius, Litouwen. Tijdens haar studie voltooide ze een uitwisseling aan de Rietveld Academie. Na haar afstuderen verhuisde ze terug naar Amsterdam voor een verblijf van twee jaar bij De Ateliers (2017-2019). Ze werd in 2018 genomineerd voor de JCDecaux-prijs, waarna ze haar familiegegevens begon te verkennen in haar werk. Ze zet informatie uit archieven om in de trage, analoge wereld van de schilderkunst. Tastbaar cultureel erfgoed verdwijnt snel en Adomaitytė stelt dat in het individuele geheugen rijkdom ligt opgeslagen, in plaats van binnen instituten. In haar muurvullende, collage-achtige schilderijen geeft ze vorm aan ons collectieve begrip van het verleden door archiefmateriaal te verweven met kleuren en vormen op doek.
Wat is jouw definitie van schilderen?
‘Een schilderij bestaat uit twee dingen: proces en techniek. Het proces is moeilijk te definiëren, maar voor mij betekent het de reis van het bereiken van een onbekende bestemming. Het schilderproces is even belangrijk als het uiteindelijke werk. Maken is denken. Ik verzamel beeldmateriaal en daarnaast probeer ik over verschillende dingen te lezen die niet alleen maar over schilderen gaan. Lezen en schrijven zijn een bron, schilderen een bestemming. De microhandelingen die je onnadenkend uitvoert, zijn ondanks hun onzichtbaarheid een toevoeging aan het werk, deel van de immateriële arbeid. Daarnaast heb je de fysieke handeling van het schilderen. Door handmatig te werk te gaan met olie, acryl en prints, ontstaat er iets wat ik nooit had kunnen verwezenlijken door middel van digitale technieken. Deze kwaliteit van de intuïtieve handeling wil ik niet verliezen en daarom experimenteer ik met de contrasten van trage en snelle productie. Tijdens mijn periode bij De Ateliers heb ik bijna elke avond een werk gemaakt. Mijn manier van werken is sindsdien veranderd: ik ben meer tijd gaan besteden aan een canvas. Zo zie ik hoe het beeld transformeert terwijl de afzonderlijke lagen worden aangebracht.’
Het schilderproces is even belangrijk als het uiteindelijke werk.
Welke onderwerpen snijd je aan in je werk? Waar gaat je werk over?
‘Al langere tijd ben ik geïnteresseerd in hoe materiële, menselijke kennis tentoongesteld kan worden. Hoe wordt kennis gematerialiseerd en tegelijkertijd gedigitaliseerd waardoor het is opgelost in een soort informatief geheel? Mijn werk gaat over de overbelasting van informatie door de overweldigende visuele input van de huidige maatschappij.’
‘De doeken voor de tentoonstelling Traversing Discrete Loci bij Annet Gelink Gallery heb ik tijdens de lockdown gemaakt. Ze zijn onderdeel van een bijzonder project waaraan ik afgelopen herfst ben ik begonnen tijdens een residentie van twee maanden bij Rupert [Centre for Art and Education in Vilnius – PK]. De werken zijn een reactie op mijn bezoek aan het museum The Clothes Archive van een amateur archivaris in Litouwen die ik acht jaar geleden ontmoette. Hij heeft zijn huis omgebouwd tot museum met overblijfselen van de Sovjets in Litouwen en hij maakt artistieke video’s waarin hij vastlegt hoe hij zijn omgeving observeert. Hij ziet waarde in dingen waarvan ik de waarde niet kon inschatten, omdat ik geen idee had van de historische referenties. Hij heeft een archief opgebouwd uit verschillende categorieën: transport en gebouwen die op de lijst staan om gesloopt te worden (waaronder een kledingfabriek waaruit hij kleding heeft gered). De paradox is dat deze man geen tachtig is, maar rond de veertig. Elk detail in zijn huis is een herinnering aan 1982. Voor hem is de tijd toen gestopt. Veel Litouwers doen het tegenovergestelde van wat hij doet: wegrennen van alles wat met de Sovjet-tijd te maken heeft.’
‘Mijn werk reflecteert op de multi-dimensionaliteit van verhalen, werkelijkheden en verschillende soorten symbolen. Een poosje geleden wilde ik juist inzoomen op een specifiek aspect van het beeld, maar nu voeg ik zo veel toe dat het geladen wordt met beeldtaal, symbolen, kleuren, technieken en vormen, zodat er een vol proces ontstaat. Deze periode gaat om het maximaliseren van het beeldende door collage-achtige technieken te gebruiken.’
Veel Litouwers doen het tegenovergestelde van wat hij doet: wegrennen van alles wat met de Sovjet-tijd te maken heeft.
Hoe heb je het bezoek aan The Clothes Archive opgenomen in je werk?
‘Sommige verhalen die deze man rondom de gearchiveerde objecten vertelde, bleven me zo bij dat ik er iets mee moest. Een daarvan is een kalender uit 1979 die exact overeenkomt met de kalender van 2018. Veel elementen uit de kalender komen terug in het schilderij Secular Infinity (2020) waarbij ik skeuomorfisch ontwerp heb gebruikt. Een skeuomorf is iets dat functioneel lijkt, doordat het de verschijningsvorm heeft van iets dat we kennen. Het schilderij is een afgeleide van alle informatie, verhalen en objecten uit het archief. Bij schilderen verdeel ik het onderzoek in twee delen: beeldend en theoretisch. Waar theoretisch onderzoek te maken heeft met de keuzes in techniek, grootte of schaal heeft het ook invloed op de besluitvorming binnen de beeldende aspecten van het schilderij. Ik heb de neiging om informatie in het schilderij te verbergen om zo de verhalen te vervlechten met het beeld. Wat ik altijd probeer is om een context aan te bieden in de begeleidende tekst. Ook de titel draagt een verwijzing in zich. Het schilderij zal nooit het hele verhaal vertellen en dat hoeft ook niet.’
Een skeuomorf is iets dat functioneel lijkt, doordat het de verschijningsvorm heeft van iets dat we kennen.
Welke keuzes maak je zodat het proces zich blijft ontwikkelen?
‘Mijn manier van werken bestaat uit het maken van radicale beslissingen middels radicale acties. Een doek is af wanneer het punt komt dat ik niks meer aan het werk toe te voegen heb. Ik hou van de acties die ontstaan vanuit de intuïtieve gemoedstoestand. Het is net als het leven: elke keuze heeft invloed op iets anders. Door ’s avonds en ’s nachts te werken, laat ik de touwtjes vieren en voel ik me afgesloten van de buitenwereld zodat ik me volledig kan overgeven aan mijn innerlijke belevingswereld. Het brengt aspiratie naar voren waardoor er een connectie ontstaat tussen mijn geest en het doek.’
Mijn manier van werken bestaat uit het maken van radicale beslissingen middels radicale acties.
Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?
‘Momenteel onderzoek ik mijn familiestamboom. Een aantal leden van mijn familie hebben de afgelopen jaren aan een digitale stamboom gewerkt. We zijn op zoek naar de ontbrekende familielijnen van mijn vaders kant. Het is interessant om te zien hoeveel mensen er zijn die ik nooit heb gekend, terwijl we (verre) verwanten zijn. Zelfs in de kleinste Litouwse dorpen wordt bijgehouden wie wanneer geboren werd en wie wanneer met wie getrouwd is. Ook het dorp waar mijn oma woonde, dat niet meer bestaat, heeft zo’n digitale database. Het werk dat ik hierover ga maken gaat over een gevoel ergens bij te horen, over community en familie. Daarnaast begin ik in september aan het tijdelijke masterprogramma F for Fact aan het Sandberg Instituut en ik kijk ernaar uit om mijn werk daar verder uit te bouwen.’
—-
Dit interview is geschreven in opdracht van de Buning Brongers Prijzen, zonder redactionele inspraak. De Buning Brongers Prijs is een tweejaarlijkse Nederlandse kunstprijs voor jonge beeldend kunstenaars. De prijzen worden uitgereikt door de Buning Brongers Stichting uit de nalatenschap van Johan Buning, zijn vrouw Titia Brongers en zijn schoonzus Jeanette Brongers. De Buning Brongers Prijs is de grootste particuliere kunstprijs van Nederland en is sinds 1966 uitgereikt aan 150 kunstenaars. De kandidaten voor de prijs worden door kunstopleidingen uit het hele land voorgedragen. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van € 4.500.
Voor de winnaars wordt van 2 tm 18 oktober een tentoonstelling georganiseerd in Arti et Amicitiae en een catalogus uitgegeven in samenwerking met ontwerper Sido Dekkers en Mister Motley. De prijzen worden op 2 oktober uitgereikt in Arti et Amicitiae. U bent van harte welkom! U kunt zich hier aanmelden.
De prijswinnaars van 2020 zijn Cas van Deurssen, Anders Dickson, Clémence de La Tour du Pin, Gabriele Adomaityte, Leo Arnold en Vera Gulikers. Tot de prijsuitreiking zal Mister Motley elke week een interview met een winnaar publiceren.