Het afgedankte – Een bezoek aan de sporen van Krijn Giezen
Puck Kroon bezoekt een tentoonstelling in het GEM, Museum voor Actuele Kunst in Den Haag, waarin het oeuvre van Krijn Giezen (1939-2011) en bijgestaan door het werk van vier hedendaagse kunstenaars.
Op het absurde af het alledaagse bestuderen, het buiten de muren van de ateliers treden, de herwaardering van materiaal dat anderen hebben afgedankt, de betrokkenheid bij de natuur en de samenhang van elementen waarbij het één uit het ander voortkomt: dat is wat de vijf kunstenaars die momenteel exposeren in het GEM, Museum voor Actuele Kunst in Den Haag, met elkaar gemeen hebben.
De tentoonstellingsruimte wordt gevuld met een dwarsdoorsnede uit het oeuvre van Krijn Giezen (1939-2011) en bijgestaan door het werk van vier hedendaagse kunstenaars. Zij treden in de voetsporen van Giezen die de relatie tussen mens en natuur vol aandacht heeft onderzocht. Voor hem was kunst een middel en geen doel, waarbij hij wandkleden, collages, handleidingen, fotoseries, acties en objecten gebruikte om de vindingrijkheid van ‘de gewone man’ te vangen. Vissers, slagers en boeren inspireerden hem mateloos en maakten van Giezen een van de pioniers van de Nederlandse land art en conceptuele kunst. Zijn radicale ideeën over hergebruik, ecologie en ambacht ontwikkelden zich tot een onconventionele werkwijze die in de jaren zestig en zeventig al duidelijk maakte hoe ver Giezen vaak voor liep op zijn collega’s. ‘Afval bestaat niet’ was zijn credo. Het artistieke scheppingsproces draaide bij hem om verbeeldingskracht en inventiviteit. Milieuvervuiling, de stijging van de zeespiegel, ongebreideld consumentisme: het waren allemaal kwesties waar Giezen al vroeg oog voor had en waar hij als kunstenaar oplossingen voor verzon.
Afval bestaat niet was zijn credo.
Tijdens zijn studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag liet Giezen zien dat hij waarde hechtte aan materiaal wat anderen hadden afgedankt. KG 11 uit 1967 drukt dit uit door middel van aan elkaar genaaide stukken poetslappen en weggegooide kleren. Giezen vond deze juten, katoenen en wollen vodden in leslokalen waarmee hij een groot aantal collage-achtige wandtapijten maakte. Met het conserveren van werk hield Giezen zich niet bezig: alles was tijdelijk en mocht vergaan.
Over tijdelijkheid en vergankelijkheid had Chaim van Luit met Giezen kunnen meepraten. Zijn Waste of Time springt direct in het oog. Een cirkel op de vloer van tientallen stukken ijzer, aluminium, zink, lood, koper, messing en brons. Op het eerste gezicht verroest afval maar van dichtbij bekeken blijken het vorken, buizen, onduidelijke brokken, kammen en speelgoedautootjes. De op het oog volmaakt gevulde kring geeft een vertekend beeld van waar het werk over gaat: de vloercirkel bestaat uit afval van 2000 jaar oud tot afval van gisteren. Door het als materiaal in te zetten herwaardeert Van Luit het afval tot iets van waarde want zonder deze elementen had de cirkel nooit bestaan.
Tijdens het bestuderen van de cirkel hoor ik iets ratelen. Het blijkt een kabel die door de gehele ruimte gespannen is waar in gestaag tempo een droogvis aan bungelt. Het is een absurd gezicht maar ik kan mijn ogen er niet vanaf houden. Het is het werk Oostende. Voor alles wat beweegt, verstrijkt de tijd. van Bram de Jonghe die als autodidact ruimtelijke interventies met kleine gebaren combineert. Met het gebruik van eenvoudige onderdelen zoals een puntenslijper, koffiezetapparaat of kaarsvet creëert hij een nieuwe kijk op onze dagelijkse omgeving. De Jonghe gelooft in de mens als schepper, oplosser en uitvinder en zo brengt hij mens en machine met elkaar in verband. Daarbij hanteert hij de trial-and-error methode: een fundamentele methode voor het oplossen van problemen die gekenmerkt wordt door het herhalen van gevarieerde pogingen die worden voortgezet tot succes of totdat de beoefenaar stopt met proberen. De vis die aan de lucht droogt terwijl hij door de ruimte wordt bewogen in de site-specific installatie is een vergeten specialiteit welke De Jonghe herinnert aan zijn jeugd in Oostende. Hieruit blijkt opnieuw de herwaarderende blik op afdankertjes.
Over afdankertjes is bij Nullities-serie van Paul Geelen geen sprake. Het is meer het alledaagse wat hier op een voetstuk wordt geplaatst: van een inktwisser tot een gepofte rijstkorrel, van een anti-conceptiespiraaltje tot afgescheiden calcium-carbonaat. Hangend aan de muur in een plexiglazen box op een bedje van zwart fluweel liggen deze ‘nietigheden’ je aan te staren. De serie komt voort vanuit de existentiële gedachte van een nulpunt. Alledaagse gebruiksvoorwerpen verwijzen in al hun eenvoud naar ongrijpbare thema’s als zichtbaar versus onzichtbaar (het afgescheiden calcium-carbonaat), menselijke uitvindingen als ingreep in de natuur (het anti-conceptiespiraaltje) en de grens tussen vergankelijkheid en creatie (de gepofte rijstkorrel en de inktwisser). Bij ieder werk – Untitled – staat een gevatte subtekst die de toeschouwer tot nadenken dwingt. Geelen verkent de raakvlakken tussen wetenschap, alchemie en natuur. Existentiële vragen zoals bijvoorbeeld over het onttrekken van een levenselixer aan slakkenslijm, benadert hij op een absurdistische, humoristische wijze.
Het is meer het alledaagse wat hier op een voetstuk wordt geplaatst: van een inktwisser tot een gepofte rijstkorrel, van een anti-conceptiespiraaltje tot afgescheiden calcium-carbonaat.
Humoristisch zou ik het niet noemen, maar ik schiet wel in de lach wanneer ik elf takken met ruimbagage-labels in het achterste gedeelte van de ruimte zie staan. Semâ Bekirović werkt op speelse wijze samen met de natuur en ze laat de elementen aarde, lucht en water een eigen interpretatie geven aan voorwerpen met een menselijke oorsprong. The International Forest is mogelijk een oneindig werk: Bekirović bezit een voortdurend groeiende verzameling van bladeren, takken en schors. Deels zijn de objecten ontvangen per brievenbuspost, anderen heeft ze meegenomen als ingecheckte vliegtuigbagage. Het is zowel een verwijzing naar conceptuele ‘mail art’ uit de jaren zestig als een subtiel commentaar op de huidige milieuproblematiek. Net als alle andere bagage en passagiers zijn de boomtakken door de scanner gegaan.
De tentoonstelling is een gevolg van het afgedankte en een knipoog naar de herwaardering daarvan. Waar de een afstoot, grijpt de ander aan. Je zou het als nutteloos kunnen bestempelen, maar ik bestempel het liever als waardevolle vergankelijkheid. Zonder de aandacht van deze makers was er een hoop ongezien gebleven.
Een ongewone wandeling: sporen van Krijn Giezen met werk van Krijn Giezen, Semâ Bekirović, Paul Geelen, Bram de Jonghe en Chaim van Luit
15 sept 2019 – 13 okt 2019
GEM, Museum voor Actuele Kunst Den Haag