Haar binnenste is als een rommelig museum – over Corsage van Marie Kreutzer
In de rubriek Gevonden voorwerpen lichten Motley-auteurs een kunstwerk toe dat zij recent zijn tegenkomen. Een werk dat opvalt door zijn uitbundige verschijning of juist verrast door zijn subtiliteit. Vandaag is dat de film Corsage van Marie Kreutzer.
In Corsage knipt Sisi haar lange haar af. Een vrouw die haar haar afknipt: het is een metafoor voor vrijheid, voor het maken van eigen keuzes. Voor het terugpakken van de macht. Niet de buitenwereld bepaalt, de vrouw zelf. Voor de kijker lijkt het in eerste instantie een daad van rebellie. De Sisi die we tot dan toe hebben leren kennen heeft al eerder haar middelvinger opgestoken als ze het diner vroegtijdig verlaat en haar tong uitgestoken naar haar arts. Ze lijkt wars van conventies, maar is ze dat? Het is veeleer een verlangen: je moet als vrouw haast wars zijn van conventies wil je je vrijheid nemen of bevechten, toen, in de negentiende eeuw, en vandaag de dag, nu. Van Sisi’s afgeknipte haar wordt een pruik gemaakt, te dragen door haar dienstbode, die haar zal vervangen. Opdat ze vrij kan zijn. Opdat ze kan ontsnappen.
De film opent met een scène waarin hoofdrolspeelster Vicky Krieps als Sisi – bijnaam van Elisabeth (1837-1898), keizerin van Oostenrijk – op de bodem van een koperen badkuip ligt. Ze houdt haar adem in en haar dienstbodes tellen hoe lang ze dat volhoudt. Later zien we waarom: tijdens het diner voor haar veertigjarige verjaardag weet Sisi één adem alle kaarsjes op de taart uit te blazen. Een stoot lucht die doet denken aan die van een twintigjarige, laat een van de aanwezigen zich ontvallen. Op de dienstbodes na weet alleen de kijker dat Sisi hierop geoefend heeft. Dat vrijwel alles aan haar voorkomen het gevolg is van een streng regime. Met het korset uit de titel en het openingsshot zet regisseur Marie Kreutzer meteen de toon: deze Sisi hapt naar adem, zelfs als ze genoeg lucht heeft.
Het goede aan Corsage is dat er weinig wordt uitgelegd. Er is de moderne zwabber. De telefoon. Het getatoeëerde lijntje op een vinger, het anker op de rug. De muziek die toen nog niet geschreven was. De tractor. Hedendaagse elementen die niet worden uitgelegd, maar er gewoon zijn. Niet in de negentiende eeuw, maar hier en nu. In welke tijd leven we eigenlijk?
In welke tijd leven we eigenlijk dat een vrouw nog steeds niet vrij is om haar eigen keuzes te maken. Waarin strengen afgeknipt haar samen een vlag vormen. Een protestvlag, een vlag voor vrijheid, voor eigen keuzes, een vlag die zegt: je zou je haar in de wind moeten kunnen laten wapperen, let your hair down, als jij dat wilt.
De zwabber, de tractor, de telefoon, de muziek, de tatoeage: ze vallen op. Hun aanwezigheid past niet. Hun ‘zijn’ voelt simpelweg misplaatst. Corsage verbeeldt in plaats van uit te leggen – uitleg zou je kunnen zien als de veronderstelling dienstbaar te moeten kunnen zijn. Of de ander je begrijpt, naar diens maatstaven. Wat als die ander je uitleg niet begrijpt? Als je mening niet geaccepteerd wordt omdat die ander je uitleg niet als legitiem beschouwd, wat blijft er dan over? Wat is er dan voor of voorbij de taal om je mee uit te drukken?
Een middelvinger.
Een uitgestoken tong.
Een te risicovolle rit op de rug van een paard.
Misschien is het om die reden dat Sisi tegen haar dochter Valerie zegt: ‘Lezen is goed, maar ademen is beter.’ Wat is kennis als het door anderen als een gevaar wordt beschouwd? Wat is kennis als je niet gehoord wordt?
Zijn lijkt het hoogste verlangen in Corsage. Niet met ingehouden adem hoeven leven. Plek innemen. Je impulsen mogen volgen. Niet als getormenteerd beschouwd worden omwille van een rijke binnenwereld die soms mistig is. ‘Haar binnenste is als een rommelig museum’, zo vertelt Sisi’s dienstbode. Mag het, denk ik. Mag het een rommelig museum zijn, waarbij zij zelf bepaalt wat wel en niet opgeruimd moet worden. Hoe netjes het is. Hoe netjes het eruitziet. Hoe netjes zij eruitziet.