Geweld is een taal. To craft is to care.
Hanne Hagenaars schrijft over het werk van Teresa Margolles en hoe deze kunstenaar (de sporen van) geweld met kleding en textiel verweeft.
De alledaagse handeling van het bedenken wat je aandoet en het aankleden zelf werd door kunstenaar Ad de Jong eens omschreven als ‘de performance van het dagelijks leven’. Wie je bent, draag je uit. Wat je draagt, wil iets zeggen. Beeldend kunstenaars vinden inspiratie in die dagelijks terugkerende handelingen, de particuliere keuzemomenten en de persoonlijke betekenis die kleeft aan kledingstukken en textiel. Hun werk is een beweging naar het publiek toe. In het werk van Hanne Hagenaars (schrijver en tentoonstellingsmaker) en Merel Bem (schrijver en kunsthistoricus) zijn de alledaagse beleving van beeldende kunst en de rol van kleding bij het vormen van identiteit onderwerpen die steeds terugkeren. Daarom schrijven ze voor Mister Motley tweemaandelijks over de relatie tussen kleding en kunst.
De onverschilligheid is het ergste, zegt een moeder wier dochter na haar verdwijning vermoord werd teruggevonden in de buurt van de stad Ciudad Juárez in Mexico. “Het ergste, het verschrikkelijkste is te weten dat het niemand ook maar ene moer interesseert wat er met je dochter is gebeurd.”
Teresa Margolles werkte in het mortuarium van deze stad en zag uitzonderlijk veel lichamen van vermoorde mannen en vrouwen op de snijtafel voorbijkomen. De lichamen van de mannen bleven vaak ongeïdentificeerd uit angst voor de genadeloze drugskartels. En dan de vermoorde vrouwen. Zij kwamen op een avond, of ochtend na een nachtdienst, niet thuis van hun werk. Hun lichamen werden dagen of maanden later aangetroffen, vermoord maar soms ook misbruikt of verminkt op een gruwelijke manier waar vooral een onverholen minachting voor vrouwen uit sprak. Vrouwen leven er altijd met angst om het hart want al sinds 2008 verdwijnen er regelmatig meisjes in Mexico. “Moord is altijd erg, wie ook het slachtoffer is”, zegt Margolles. “Maar mannen worden vermoord om dingen die ze doen, vrouwen omdat ze vrouw zijn. Dat is een groot verschil.”
De moorden op de vrouwen gaan maar door en door. Er wordt gespeculeerd over het waarom en dan kom je onvermijdelijk uit op femicide (vrouwenmoord, het doden van een vrouw omdat ze vrouw is, red.). Multinationals hebben langs de noordgrens van Mexico grote assemblagefabrieken (maquilladoras) neergezet vanwege goedkope lonen en belastingvoordelen. Ook Philips heeft er een fabriek. Het merendeel van de arbeidsters komt vanuit het zuiden naar deze stad om te werken, zware lange dagen en onderbetaald maar zo kunnen de vrouwen wel hun gezin onderhouden. En de mannen? Die wachten op een kans om de grens over te steken en zien met lede ogen aan dat de vrouwen meer in handen hebben dan zij en dat knaagt aan hun macho-hart. Het zou kunnen dat de moorden een dringende waarschuwing naar vrouwen in zich dragen: blijf thuis, ken je plaats. Of ze komen voort uit een diepgaande frustratie over hun eigen mannelijke nutteloosheid. Juárez is berucht en staat bekend als ‘de gevaarlijkste stad buiten oorlogsgebied’, als ‘The City of the Dead Girls’.
De moorden in Mexico dragen een boodschap. Soms letterlijk, zoals te zien is op de foto’s van journalist Fernando Brito. Na het maken van zijn krantenfoto wacht hij tot de plaats delict verlaten is, al is het maar voor een moment, en maakt een foto van het lichaam in het lege landschap. De horizon met daarboven een wit bewolkte lucht leidt een beetje af van het lichaam dat op de voorgrond te zien is, een man die op zijn buik ligt met de armen op de rug gebonden, een wit petje en een wit briefje op zijn rug met het woord Cadeavre. De tekst maakt luid en duidelijk dat de bende niet geeft om een dode meer of minder. Voor hen is het als restafval. De taal van het geweld in Mexico is die van intimidatie: wij zijn overal, raak ons niet aan, blijf ons trouw, en als een waarschuwing naar de familieleden.
Moorden als een afschrikwekkend voorbeeld wordt wel een ‘pervers systeem van communicatie’ genoemd, en het kent een lange traditie want het werd al eeuwen geleden ingezet door met name de Spaanse katholieke kerk die het systeem van moord en marteling als waarschuwing naar Mexico bracht.
Ik keek het meisje aan en vroeg: “Is dit normaal?” Een vreemde vraag want wat is normaal?
Afgelopen december reisden veel vrienden en bekenden naar Mexico, mijn zoon, mijn kapper, de dochter van mijn beste vriendin en ook ik namen het vliegtuig om daar kerst te vieren. We zijn allemaal ongedeerd teruggekomen, met mooie herinneringen aan hartelijke ontmoetingen en vol bewondering voor de moedige bewoners die op inventieve manieren proberen te overleven. Wij stonden veilig ver van het drugsgerelateerde geweld, maar de bewoners moeten zich zien te redden in dit gewelddadige land, En dan vooral de vrouwen.
Ik liep er over straat toen een voordeur opende en een jong meisje in sportkleding naar buiten kwam. Van alle kanten brak een ongekend gefluit en gejoel los, het was verbijsterend. Ik keek het meisje aan en vroeg: “Is dit normaal?” Een vreemde vraag want wat is normaal? Ze haalde haar schouders op en zei: “ik ben eraan gewend.” Mexico staat niet bekend als een vrouwvriendelijk land. In iedere krantenkiosk hangen de kranten die al vanaf de cover duidelijk maken wat er in deze maatschappij speelt middels een foto van een gruwelijke moord in combinatie met een halfnaakt sexy meisje.
Teresa Margolles wilde de werkelijkheid die ze in het mortuarium tegenkwam naar buiten brengen maar op een stille ingetogen manier, zonder de horror in je gezicht te slaan. In 2013 presenteerde Margolles haar werk in het Mexicaanse paviljoen op de Biënnale van Venetië met What else could we talk about?, een zin om nooit meer te vergeten.
“When Teresa Margolles says she is interested in the “life of the corpses”, what she means is the fate of the bodies, what they experience after their death, and the connections between their lives before and their “lives” after death”, zo lees ik in de catalogus. Iedere dag dweilde een man de vloer met een mengsel van water en bloed uit het mortuarium, buiten hing een vlag die donkerrood kleurde van het bloed en er hingen abstracte rode doeken in de ruimte. “We’re losing a generation that will demand redress for our having remained silent. How can you not mop the floor of a Mexican pavilion at the Venice Biennale with the remains of the dead?”
Tijdens de Biënnale 2022 in mei kwam ik opnieuw ik een werk van Teresa Margolles tegen, op de presentatie van Parasol Unit – Uncombed, Unforeseen, Unconstrained. In een half verduisterde zaal schitterde een dramatische sexy jurk met vierkante powerschouders en waarbij de borsten half zichtbaar werden door een uitsnede à la Fontana van ontwerper Alberto Scaal. De jurk is onder de naam Oceanidas terug te vinden op zijn instagram, maar deze jurk kreeg een extra dimensie. Tussen de zilveren strassterretjes op de transparante linkermouw heeft Margolles stukjes glas genaaid, glas dat op straat was blijven liggen na een schietpartij op 17 oktober 2019 in Culiacan, Simoloa.
Het glas schittert even mooi als de sterretjes die de ontwerper er al op had laten borduren. Een theatrale, wat ordinaire jurk die de smaak volgt van de beautyqueens van Mexico en de keuze voor dit type jurk is geen toeval. Maar pas op, lijkt de jurk te willen zeggen, want drugscriminelen kijken wat te verlekkerd naar jullie schoonheid. Javier Valdez schreef het boek Miss Narco over de begerige ogen en lange vingers van de bendes “This is a recurrent story. There is a relationship, sometimes pleasant and sometimes tragic, between organised crime and the beauty queens, the pageants, the beauty industry itself.”
De schoonheidswedstrijden zijn omstreden en worden door tegenstanders “symbolisch geweld tegen vrouwen” genoemd, maar veel Mexicanen zien het als een soort cultureel erfgoed. En ondanks dat deze prachtige jonge vrouwen het risico kennen om ongewild in het criminele circuit te worden getrokken, willen ze maar al te graag meedoen aan de competitie want de kansen voor jonge vrouwen in Mexico liggen niet voor het grijpen. Voorstanders benadrukken de kracht van de deze koninginnen die soms zelfs aan de universiteit hebben gestudeerd en Ted Talks houden en goede doelen promoten, vandaar de brede schouders van de jurk, maar evengoed zijn er meerdere titeldraagsters in geweld omgekomen of gearresteerd en dan, zoals dat kan gaan, op wonderbaarlijke wijze weer vrijgelaten. Het gevaar ligt altijd op de loer.
De bendeleden laten graag zien dat ze niet terugdeinzen voor geweld door het dragen van sieraden waarin het glas van kapotgeschoten autoruiten is verwerkt. Machogeweld is iets om trots op te zijn en de flashy sieraden worden dan ook als een trofee gedragen. In What else could we talk about? presenteerde Margolles in een vitrine een soort replica’s van deze sieraden (Ajuste de Cuentas).
Iedere dag werd een in het zwart gekleed voormalig bendelid met een groot sieraad op zijn borst in een gondel door de kanalen van Venetië gevaren, als een variant op een heilige processie. Tussen de sieraden in de vitrine lag ook een rozenkrans, want ja, je gelooft het nauwelijks maar veel bendeleden zijn diepgelovig. Deze rozenkrans wordt ook als ketting gedragen en bevat de beeltenis van Jesus Malverde, de patroonheilige van de Mexicaanse drugskartels. De sieraden van goud hadden in plaats van edelstenen het glas dat Margolles aantrof op de plaats delict en ieder sieraad correspondeert met een specifiek incident. De vier stukjes glas die in een gouden hanger met de beeltenis van Malverde boven zijn schouder glanzen, zijn afkomstig van een moord op een 34-jarige politieman die op de snelweg in zijn auto werd beschoten. De AK47 vuurde liefst 30 keer, onontkoombaar brutaal geweld. De sieraden zijn even ordinair en opzichtig als die van de bendeleden want Margolles houdt de mode van het criminele circuit zorgvuldig bij. Hier is ieder juweel een in memoriam voor een slachtoffer van het drugs geweld.
Hoe maak je het leven dat voorbij is zichtbaar, hoe haal je de dode uit de anonimiteit?
Langzamerhand breidde Margolles haar atelier uit van het mortuarium naar de straten, want wat ze tegenkomt in het mortuarium spiegelt natuurlijk wat er in de maatschappij speelt. Iedere moord heeft een overweldigend effect op de familie die voor altijd beschadigd is. Om niet te weten wat er met je kind is gebeurd is een genadeloos verdriet. De wetenschap dat je kind is gemarteld is ondraaglijk en toch moet je verder.
Moorden worden nauwelijks opgelost en de doden belanden als een nummer in een statistiek, omgeven door onverschilligheid. Hoe maak je het leven dat voorbij is zichtbaar, hoe haal je de dode uit de anonimiteit?
“We were sick of seeing the femicide problem through statistics. We wanted to humanize these women. When they die, they leave an imprint on all of us and we wanted to visualize that imprint for everyone, to create a collective memory,” verklaarde kunstenaar Muñoz naar aanleiding van de moord op een jonge activistische kunstenaar Isabel Cabanillas de la Torre. Ze gingen de straat op om te protesteren en herdachten haar in een muurschildering. “It is a necessity of social protest to occupy public spaces and resignify them. But the most beautiful part was that the process was a collective action. That also left its own mark on us.”
Toen Margolles in 2019 werd uitgenodigd om deel te nemen aan de Biënnale van Sao Paulo richtte ze haar aandacht op de vele moorden op transgender vrouwen. Het jaar daarvoor werden er 125 transgender mensen vermoord in Brazilië.
Misschien was ze moe van al die jaren zo dicht op het geweld meebewegen, moe van het mortuarium en het weerzinwekkende kwaad. Margolles voegde schoonheid en samenwerking toe aan haar oeuvre door samen met de gemeenschap te borduren, als hommage aan een overleden vrouw. Witte doeken werden over het plaats delict gesleept zodat het de modder en mogelijk restanten van de bloedige moord op kon zuigen. “The textile is a microphone,” verklaart Margolles. “It triggers conversation because of its power of having been in contact with the dead body.”
Online zag ik de film :
Twee transgender vrouwen lopen langzaam en statig door een straat en slepen een lap stof als een dierenhuid tussen hen in door de modder en de plassen water. De ene vrouw draagt een topje en een rok van een wit teddyachtige stof met zwarte vlekken en de ander heeft een haarband met zwarte oortjes erop. Het witte doek sleurt over de grond en komt zo in contact met de grond waar het transgender meisje Priscilla is vermoord en door het aanraken van de grond willen ze de aanwezigheid (presence) van Priscilla vasthouden.
Dan zien we een grote tafel waar de vrouwen de doek aan het borduren zijn, eerst wordt er een figuur getekend, zoals een naakte vrouw op een paard die de vrijheid tegemoet rijdt met wapperende haren. Een klein naakt figuurtje verschijnt langzaam vanuit de dikke rode draden wol die haar omgeven. Bloemen in allerlei kleuren. Het is een en al beweging van handen die lange draden omhoogtrekken en weer onder de stof doorhalen.
Een voice over vertelt in het zangerige Portugees over Priscilla: “Ik heb haar een korte tijd gekend. Ze woonde in het huis waar ik nu nog woon. Het huis draagt de naam Florecer (bloesemend). Mijn indruk van haar was van een zacht en fragiel persoon. Iemand die voortdurend angst droeg. Ze was altijd bang dat er zoiets zou gebeuren. Tijdens het regime van president Temer voelde ze zich onzeker. Zij was bang, we waren allemaal bang. Temer was een ordinaire militair met veel macho en machtsvertoon. Hij wilde huizen zoals het onze laten sluiten. Ik probeerde Priscilla te kalmeren – Acalmar-se- (calm down) het huis gaat niet zomaar dicht. Soms zat ik samen met Priscilla in onze gezamenlijke tuin, ze durfde zelfs geen kleren aan de waslijn te hangen. Ficar em paz, ficar em paz, (stay in peace). In de nacht ging ze werken. Een week later vond de tragedie plaats.”
En zo komen er meer herinneringen aan Priscilla naar boven en langzaam transformeert het gesprek naar hoe haar moord de angst in de transgendergemeenschap aanwakkerde. Haar moord is niet de enige. En er wordt nauwelijks onderzoek gedaan naar deze misdaden. Meerdere stemmen vertellen over hoe Brazilianen gewelddadig zijn naar de transgender gemeenschap, niet alleen in woorden maar ook in bruut gedrag, dat ieder moment kan uitbarsten. “We hebben het over Priscilla maar we zitten allemaal in hetzelfde schuitje.”
Voor hen vertegenwoordigt Priscilla het lichaam dat genegeerd wordt, dat al vanaf het prille begin wordt geterroriseerd doordat de scheiding tussen de geslachten zo strikt wordt gehanteerd. Het lichaam dat niet begrepen wordt.
“Waarom wil je ons dood zien?”, zegt een van de vrouwen. En dat is een vraag die bij mij blijft hangen. Afwijzen, dat kan, bezwaren vanuit het geloof, ok, maar wat maakt dat gedachten in geweld worden omgezet. Waarom komt iemand vanuit een oordeel tot doden?
“Het is het probleem van de transfoben, terwijl zij ons bang maken en willen doden, zijn wij niet met hen bezig. Wij houden van performances, wij borduren, maken muziek.” Dat is mooi en dapper opgemerkt maar ik proef wanhoop onder de wens om sterk te zijn. “We hebben een ander lichaam, maar wij bevinden ons niet in de poel van middelmatigheid, we bevragen het wel maar we staan erbuiten, we zijn trots op hun lichaam, op ons anders-zijn.” Een stem vertelt hoe een transgendervrouw gewelddadig werd ‘genezen’. Ze herkende haar eigen lichaam niet meer. “At the same time she is alive she is also dead.” “Te veel mensen alsmaar praten over het transgenderlichaam alsof het publiek is, maar het is van ons, het is privé.”
Ondertussen ziet het er allemaal heel huiselijk uit, de dikke en dunne draden groeien uit tot een prachtige voorstelling van hoop, verdriet en verbinding. Terwijl er weer een nieuw gruwelijk verhaal wordt verteld, groeien de bloemen onder hun handen. Borduren is een helend proces. Teresa Margolles spreekt met deze en andere borduursels namens de slachtoffers want zo kan ze hun levens laten spreken, hen uit de anonimiteit halen en voorkomen dat hun leven zomaar verdwijnt, alsof hun leven geen waarde had.
De feministische kunsthistoricus Janis Jefferies schreef de inmiddels beroemde zin: “To craft is to care.” En dit ene borduurwerk ‘zorgt’ voor Priscilla en haar lotgenoten. Samen borduren is een helende activiteit want er gaat troost uit van het gesprek dat ontstaat tijdens dit ritueel en van de verbondenheid doe zo ontstaat. De tijd die ze aan borduren besteden is een cadeau voor de overledene, dit stukje tijd is voor haar. Het doek vol bezwerende motieven gedenkt Priscilla en haar lotgenoten met de nadruk op het leven zelf, en de schoonheid van ieder leven.
Dank aan Diana Blok, zij heeft me geholpen met de vertaling van het Portugees in de film.