Geschiedenis met een open einde
Een jonge vrouw loop rustig door de straten van London. We kijken langs haar blonde boblijn naar de voorbijgaande huizen. Ze draagt een afgeknipte Levi’s broek en om haar schouder hangt een gele tas. Enkele jaren geleden liep ze hier ook. Toen was ze nog een meisje, droeg ze geen Levi’s en liep ze alles behalve rustig. Waarschijnlijk was ze in paniek, misschien in totale verstandsverbijstering. Ze zocht die dag een nieuwe manier om thuis te komen. Een nieuwe weg ter voet nadat het metro station Kings Cross was getroffen door een terroristische aanval.
Koki Tanaka toont in deze video verschillende mensen die ooit werden geconfronteerd met een grote ramp en daardoor gedwongen waren een andere weg naar huis te zoeken. Hij laat deze mensen de route een paar jaar later over doen. Wandelingen waarin het verleden opnieuw wordt aanschouwt in het heden. Wordt de geschiedenis op deze manier herhaald of hersteld? En wat gebeurt er met de geschiedenis wanneer deze wordt geplaatst in een nieuw licht? Op deze vragen wordt treffend antwoord gegeven in de prachtige tentoonstelling Unwritten van Marres in Maastricht. De expositie laat zien dat ons verleden veranderlijk is. Dat ons perspectief kan wijzigen waardoor het goede ineens slecht wordt en dat we soms liever hadden gehad dat de geschiedenis ongeschreven was gebleven.
Gert Jan Kocken laat met het werk Tibbet’s Cloud’s een geschiedenis zien die we liever niet hadden gekend. In het trappenhuis van Marres hangt een grote zwart-wit foto. Een uitgestrekte wolkenzee die zich ontluikt in een rookachtige paddenstoel. Het is de iconische foto die we allemaal kennen van de ramp in Hiroshima. Bovenin de foto staat een met blauw geschreven handtekening. De handtekening is van Paul Tibbets, de piloot die de atoombom wierp. Kocken laat met dit werk zien dat de tijd ons moreel verandert. Na 1945 werd Tibbets onthaald als held, hij deelde handtekeningen uit en liet zich zelfs inhuren voor een re-enactment van het bombardement. Zeventig jaar later wordt hij gezien als crimineel, die verantwoordelijk is voor een vreselijke massamoord. Het is pijnlijk om er naar te kijken.
Er zijn echter ook geschiedenissen die zijn weggestop en verborgen. Verhalen die destijds nooit aan het licht mochten komen, maar wanneer dat tegenwoordig gebeurt, ons laten ontroeren en verbazen. Dit is wat er met mij gebeurt wanneer ik de achterste kamer van het pand binnen loop. Er staan twee grote vitrines met daarin foto’s , getypte documenten en snoeppapiertjes. Op iedere foto zie ik een vrouw recht in de camera kijken. Haar blik is uitdagend en zelfverzekerd. Ik zie hier het archief uit 1969 van K.Günter uit Keulen. Hij had een geheime verstandhouding met zijn 24-jarige secretaresse Margret. Op het eerste gezicht lijkt het om een man te gaan die verliefd is op zijn affaire. Wanneer ik echter de brieven lees en de anticonceptie strips met lijstjes erbij zie liggen, krijgt het archief een andere lading. In de brieven wordt ieder seksstandje haarfijn uitgelegd en op de lijstjes is Margret anticonceptie gebruik netjes bijgehouden. Deze man was niet alleen verliefd op zijn affaire, hij was geobsedeerd door haar en de bezoeker wordt de ongemakkelijke deelgenoot van deze schimmige affaire. Het is geschiedenis waar niemand eigenlijk van op de hoogte behoort te zijn.
Op de tweede verdieping is een witte kamer met een wit vloerkleed aanwezig. Aan de wand hangen meer dan twintig portretten. Het zijn allemaal kinderen. Jongentjes van acht jaar die onschuldig en indringend de ruimte in kijken. Dit werk is van Annie Kevans en de jongens die staren zijn niet onschuldig. Althans, dat is de vraag die Kevans de bezoeker stelt. De kinderen zijn namelijk beruchte dictators uit de 20ste eeuw. Annie Kevans speelt hier overtuigend met de rol van het onschuldige kind. Zien wij een portret van een onschuldige jongen die Adolf Hitler heet en het kwaad nog niet gedaan heeft, of kunnen wij de onschuld niet meer zien omdat het verloop van zijn leven te helder in ons achterhoofd zit? De geschiedenis is misschien zo wreed dat ik niet anders kan dan deze jongen verafschuwen. Ik wil de ruimte verlaten. Wanneer ik me nog een laatste keer omdraai, kijken de jongentjes mij allemaal aan. Als een braaf kleuterklasje dat nog niet weet dat ze een wrede geschiedenis gaan schrijven in de toekomst.