Gepest – Teammanager
‘Ik kan niet lang blijven, er komen mensen van woonvereniging X, ik heb schimmel in mijn huis. Van het plafond tot aan de grond. Ik hoop dat ze er eindelijk iets aan doen,’ zegt een chauffeur.
We zitten in een kleine ruimte, dat een opmerkelijke vorm heeft. Alsof er muren en een plafond om een bocht in de weg gezet zijn.
Rick en John zitten tegen over elkaar. Ze praten met harde woorden, de een nog harder dan de ander.
Toen Rick tegenover John plaatsnam veranderde hij van houding. Schouders iets naar achteren, kaken stijf op elkaar en zijn ogen half dichtgeknepen.
Er valt een korte stilte.
‘Het lijkt erop dat je geen reflecterend zelfvermogen hebt. Alsof het altijd aan de ander ligt, aan de hele wereld, behalve aan jou.’
‘Ja? En wat heb ik daarmee te maken? Wat heb ik met de rest van de wereld te maken. Wat kan mij het schelen. Rij zelf maar eens in de spits, dan zie je dat ik er niets aan kan doen.’
‘Ik ga je uitnodigen op gesprek,’ zegt Rick.
‘Waarom?’
‘Omdat wij er zo niet uitkomen en je punctualiteit is te laag.’
‘Helemaal niet, ik doe mij best.’
‘Ik weet dat je je best doet, maar het is al de zoveelste keer dat ik klachten over je krijg.’
‘Ik kom niet op gesprek.’
‘Oh nee?’
Driftig schudt John met zijn hoofd. Zij praten weer verder, het lijkt wel op een hanengevecht in Indonesië.
‘Misschien is het ook een idee dat er iemand een dag met je meerijdt.’
‘Om me te tippen? Niemand kan me tippen, ik geef hier de tips.’
Stilte.
‘En denk je dat iemand in een dag kan zien wat ik allemaal meemaak?’ zegt John op een dreigende toon.
‘Dan zet ik iemand om de drie dagen bij je in de bus,’ zegt Rick. Hij typt tegelijkertijd op een computer mee.
‘Hoezo? Je luistert niet naar mij. Je vergeet dat er mensen zijn in rolstoelen, dan kom ik van mijn plaats om diegene te helpen, dan maar niet op tijd. Dan maar een lage punctualiteit.’
‘Oké, hierover gaan we het hebben op gesprek. Want eigenlijk hebben we ergens anders een afspraak voor gemaakt. Hoelang heb je nog?’
‘Ik moet nu weg.’
Rick kijkt niet geërgerd of geïrriteerd. Meer met een blik van, eigen schuld. Ik vraag me af of John deze blik begrijpt. John pakt zijn tas, praat zachter, maakt grappen en verlaat de ruimte.
‘En wat vond je ervan?’ vraagt Rick.
‘Ik vond John nog al onbeschoft. Je mag hem wel wat harder aanpakken, wat denkt hij wel niet?’ zeg ik iets te fel.
Rick haalt zijn schouders op, zegt dat hij dat niet zomaar kan doen. Dat dat in stappen moet gaan, ook met hem moet hij een traject in.
‘Hij wordt gepest.’
‘Gepest? Waar dan?’ vraag ik.
‘Hier op de werkvloer.’
Iets zeggen lukt me niet, het is teveel. Teveel John, teveel harde woorden, teveel ellende.
‘Kom we gaan postzegels kopen,’ zegt Rick.