Genen en omgeving – over Pushing a wave, part IV (Tabula Rasa) van Thijs Ebbe Fokkens
In de rubriek Gevonden voorwerpen lichten Motley-auteurs een kunstwerk toe dat zij recent zijn tegenkomen. Een werk dat opvalt door zijn uitbundige verschijning of juist verrast door zijn subtiliteit. Vandaag schrijft Laure van den Hout over Pushing a wave, part IV (Tabula Rasa) van Thijs Ebbe Fokkens.
Heel toepasselijk vond ik het. Dat een vak als metafysica gegeven werd door een docent met de achternaam ‘Sleutels’. De naam leek exemplarisch voor wat hij trachtte te doen: deuren openen naar uiteenlopende wereldbeelden. Het ene na het andere wereldbeeld geloofwaardig vinden terwijl deze elkaar tegenspreken, is een ongekend lekker gevoel. Naast de pijnappelklier en cogito ergo sum leerde ik vooral hoe lenig het denken kan zijn, wat voor verrijking dat is.
Het is het deel van de titel dat tussen haakjes staat dat me terug deed denken aan het semester metafysica dat ik tijdens mijn studie aan de kunstacademie volgde: tabula rasa. Hoeveel van wat wij zijn is aangeboren (nature), en hoeveel is aangeleerd (nurture)? Geloof je dat de mens geboren wordt met een schone lei, als een tabula rasa, een onbeschreven blad? Of bestaat er zoiets als aangeboren kennis? Het begrip tabula rasa vindt haar oorsprong bij Aristoteles, maar verwierf vooral bekendheid door de Britse filosoof John Locke (1632-1704), die stelde dat aangeboren kennis niet bestaat.
In het werk Pushing a wave, part IV (Tabula Rasa) van Thijs Ebbe Fokkens ‘beschrijf’ je door te lopen. Te midden van een langwerpig veld staat een koepel, opgetrokken uit houten latten en overspannen met folie. Eenmaal binnen zie je een cirkelvormig zandpad, omzoomd door groen, en een horizontale stang die je vooruit kunt duwen door erachter te gaan staan en te lopen. Hiermee zet je een bezem in beweging die zich aan het andere uiterste van de stang bevindt: de stappen die je achterlaat in het zand veeg je door ze te zetten weer glad.
Is lopen nature, vraag ik me af terwijl ik de stang voortduw. Ik denk ook aan zelfredzaamheid. En je eigen shit opruimen. Opnieuw beginnen. Ik zie voor me hoe de trein waarin ik zit een bocht maakt waardoor ik, als ik uit het raampje hang, een deel ervan kan zien. Leve het letterlijke metaperspectief. Het is je immers zelden gegeven om van buitenaf precies te zien in welke situatie je jezelf op dat moment begeeft.
Ik kan maar beter eerlijk zijn: écht samenvallen met het moment kan ik niet zo goed. Maar lopend in Pushing a wave, part IV (Tabula Rasa) lukt me dat wel. Het is enerzijds een heel duidelijk werk: wat er gebeurt, gebeurt door je eigen handelen. Het voelt slim, het werk laat je denken dat je zelf tot dit inzicht komt en dat is lief en bemoedigend. Anderzijds is het een gelaagde en complexe ervaring omdat wat gebeurt zoveel zeggingskracht en symboliek in zich draagt: het vacuüm tussen tijd, ruimte en ritme wordt visueel.
Pushing a wave, part IV (Tabula Rasa) dwingt je niet te kiezen tussen nature of nurture, het gaat over het opheffen van zo een stringente dichotomie. Het is als dans, elke beweging wist zichzelf weer uit door een nieuwe te creëren. Stap voor stap, maar dan letterlijk. Een opgeruimde manier om overspoeld te worden door mogelijkheden, in plaats van verzwolgen te worden door al wat mogelijk is, misschien. Of zoals dichter K. Michel het verwoordt in Aangaande uw verzoek om een zelfportret uit de bundel Speling zoeken (2016):
Misschien is het een kwestie
van inborst, van erfelijke belasting
Het kan ook aan mijn opleiding liggen
of aan een gebeurtenis in een eerder leven
—
Pushing a wave, part IV (Tabula Rasa) van Thijs Ebbe Fokkens is nog tot en met 29 oktober te zien tijdens de kunstmanifestatie Into Nature.