Gehoorzaam- Loodgieter
‘Je bent jong, hebt een vriend dus dat is ieder weekend uitgaan met alcohol en drugs natuurlijk,’ zegt Richard hard. We zitten nog steeds in het huis dat niet van ons is.
‘Nou nee niet bepaald,’ zeg ik.
‘Hoezo niet?’ Hij verheft zijn stem.
‘Ik heb die tijd wel gehad.’
‘Je hebt die tijd wel gehad? Je bent zesentwintig en je hebt die tijd wel gehad?’
Ik knik.
‘Oké, oké,’ zegt hij met zijn handen op zijn rug, zijn hoofd iets gebogen.
‘Mag ik vragen wat je dan doet?’ vraagt hij na een lange stilte.
‘Lezen en schrijven en zo af en toe met vriendinnen afspreken.’ Een soort schuldgevoel komt in me op, alsof ik de schaal die voor me ligt per ongeluk van tafel heb gestoten. Met harde voetstappen ijsbeert Richard minuten door de kamer. Af en toe schudt hij driftig zijn hoofd.
Onbewogen zit ik op de stoel, tel de tikken van de klok. Eindelijk: voetstappen vanuit de hal, de jongen komt met drie pakken batterijen binnen.
‘Hier heb je een pen, schrijf de rekening maar uit, want dat doe je toch zo graag? Schrijven?’
Ik vul de gegevens in, schrijf de negenentachtig euro onder aan de bon en zet mijn handtekening eronder.