FRAMING / RE-FRAMING – in gesprek met Charl Landvreugd
In samenwerking met het Holland Festival presenteert Mister Motley in het voorjaar van 2019 een rubriek over landloosheid. Vanaf april tot eind juni worden nieuwe en oude artikelen gepubliceerd van jonge kunstenaars, ervaren makers, uitzonderlijke denkers en kritische opiniemakers in het thema van landloosheid. Het artikel ‘FRAMING / RE-FRAMING van Lieneke Hulshof uit februari 2019 verschijnt opnieuw: een interview met Charl Landvreugd over Afro-heid in Nederland, de rol van taal en de blinde vlek van iedere westerse journalist.
‘Het kwaliteitsargument: de valse tegenstelling tussen etniciteit en/of gender en de kwaliteit van het werk’
Objectieve taal bestaat niet, ze is hoe dan ook gevormd door de omgeving waar ze in is groot gebracht of in wordt uitgesproken. We voelen, denken, ruiken en zien in allerlei gelaagde structuren, maar de woorden die daar vervolgens voor worden gekozen, zijn altijd een interpretatie van dat wat we eigenlijk bedoelen. In geschreven taal is deze transformatie nog meer aan de hand en al helemaal wanneer het doel is dat een ander de tekst lezen zal. In woorden gedrukt op papier of getypt op een scherm, wil de schrijver ervan tot de kern komen, het overbodige achterwege laten en met de zinnen die zijn genoteerd een zekere indruk maken of duidelijkheid scheppen. Dat is direct ook de blinde vlek van het geschreven woord en daarmee van de journalist, schrijver of redacteur.
Kunstenaar Charl Landvreugd trok vier jaar geleden naar London voor zijn PHD en deed jarenlang diepgaand onderzoek naar de Nederlandse cultuur waarin hij ook een grote rol aan het gebruik van taal geeft. Ik besloot hem te interviewen over dit onderzoek en al vrij snel werd duidelijk dat er in dit gesprek en de geschreven tekst die daaruit voortkwam, die problematische transformatie duidelijk zichtbaar werd. Daar waar Landvreugd nuance bracht, wilde ik concreet worden en de dingen die hij zei tussen neus en lippen door om uitspraken te verduidelijken, noteerde ik zwart op wit.
In een gesprek over ras, cultuur, achtergrond en identiteit is het van belang om juist heel precies te zijn in wat er wel en niet wordt opgeschreven. Toen ik het interview naar Landvreugd stuurde ter controle, maakte hij in Word correcties en ik ging daar weer overheen. De kunstenaar twijfelde vervolgens of hij de tekst eigenlijk wel gepubliceerd wilde hebben, ik had het wel heel recht toe recht aan opgeschreven en mijn interpretatie van zijn woorden was gekleurd door mijn westers gevormde, witte blik die verlangde naar een mate van eenduidigheid. Hier gebeurde letterlijk wat hij onderzocht had, het niet publiceren zou dus tegelijkertijd ook een gemiste kans zijn.
Charl Landvreugd opperde het idee de tekst wél te publiceren, maar dan met onze correcties erbij. Somme zinnen zijn doorgekrast, sommige woorden onleesbaar en sommige antwoorden zijn aangevuld. Juist om aan te tonen hoe transformatie tussen gedachten, een gesprek en het geschreven woord werken en om de lezer te laten zien hoe erg de behoefte in onze westerse journalistiek heerst om gelaagde, meerstemmige opvattingen, te veranderen in een chronologisch narratief met een kop en een staart.