Ervaringen van een wereldreiziger: Introductie
Op 2 januari 2015 startte beeldend kunstenaar Doina Kraal haar reis rond de wereld waarin zij met haar installatie “Touche-à-Tout” alle continenten aandoet om deze aan een zo’n groot mogelijk publiek te tonen. Tevens is het een ontdekkingstocht van een jaar waarin Doina nieuwe ervaringen verzamelt om zo haar wonderkabinet uit te kunnen breiden om het uiteindelijk weer in Nederland aan het einde van de tocht te presenteren.
Voor Mister Motley beschreef ik eerder dit wonderkabinet dat in december 2014 voor het eerst in Amsterdam in Foam getoond en bespeeld werd: http://www.mistermotley.nl/art-everyday-life/wonderlijk-kabinet-foam Daarna werd het grootendeels in een speciale kist ingepakt om het mee te nemen op Doina Kraal’s wereldreis.
Hieronder volgt een compilatie van meerdere interviews die mister Motley de afgelopen maanden heeft gehouden met Doina Kraal. Op dit moment heeft Doina het continent Azië achter zich gelaten en bevindt zij zich in Australië.
Met een Around the World Ticket vliegt Doina Kraal de wereld rond. Ze moet (als een van de voorwaarden van dit ticket) oostwaarts reizen en ging daarom eerst naar Azië. Na twee weken Mumbai, India, verbleef ze meer dan een maand in Xiamen, China. Nu in maart zit ze in Brisbane, Australië. Volgens de planning gaat ze in april naar Auckland, Nieuw Zeeland; in mei naar Noord-Amerika: Hilo, Hawaii en New York, VS; in juni naar Zuid-Amerika: Bogotá, Colombia en Sao Paulo, Brazilië; in september naar Durban/Kaapstad, Zuid Afrika. Al deze bestemmingen heeft ze van te voren met vertrekdata moeten aangeven toen ze het ticket kocht. De locaties kunnen niet meer veranderd worden, zo kan ze bijvoorbeeld geen stad overslaan. Wel is het mogelijk om de data waarop gevlogen wordt te wijzigen, waardoor Doina speling heeft om ergens langer of korter te blijven.
In de zomer van 2013 begon Doina aan de eerste voorbereidingen voor dit grootse project. In anderhalf jaar tijd heeft ze aan de installatie “Touche-à-Tout” gewerkt, er een reiskist voor gemaakt, haar reisschema bepaalt. Tijdens het eerste halve jaar van haar reis heeft Doina al veel geregeld, en weet ze al grootendeels waar ze zal verblijven. Ook heeft ze zich ingeschreven voor meerdere artists-in-residences zoals in Xiamen bij Ceac. Het tweede deel van haar reis in Zuid-Amerika en Afrika heeft ze bewust meer open gelaten, zeker ook omdat in deze continenten het wat moeilijker is om al lang van te voren dingen te plannen. Op diverse locaties in de wereld geeft Doina workshops, lezingen over haar werk en vertoont zij de installatie “Touche-à-Tout”.
Deze installatie is zo ingenieus gemaakt dat deze in haar geheel opgeslagen kan worden in een speciaal voor de reis gemaakte kist. Deze kist fungeert tevens als de sokkel waarop het werk getoond kan worden. Het wonderkabinet waarin Doina allerlei objecten, films, afbeeldingen, geluiden heeft opgeslagen. Het bevat het bellenbord, door op de knopjes te drukken zijn diverse geluiden te horen, het kistje met de laadjes waarin de door Doina ontworpen en geslagen munten liggen die ze in ieder continent uitgeeft en waar ze nog geuren, smaken en tactiele spullen in wil verzamelen, een kistje met het filmpje met de musicerende oudere vrouw, nog een stopmotionfilmpje, een 3d-foto en een lichtbak.
Tijdens haar vluchten mag ze maar 2 stuks bagage van ieder 23 kg en wat handbagage meenemen. De kist voor “Touche-à-Tout” is speciaal gemaakt van cc gefreesd schuim, waardoor het heel licht is maar toch zeer stevig. Het heeft precies de maximale maat die toegestaan is in het vliegtuigruim. Op de zijkanten van de kist zijn alle door Doina te bezoeken locaties en hun coördinaten uitgespaard. Als ware de kist een wereldkubus, zijn de namen van de steden op de juiste plek geplaatst. Het hout dat gebruikt is voor de kastjes en laadjes van “Touche-à-Tout” (o.a. het heerlijk geurende palo santo oftewel heilig hout) is behandeld en verhit om zo al het eventuele ongedierte die erin zou kunnen zitten te vernietigen. Voorzien van een certificaat moet Doina zo wel door de strenge douane-controles van met name Australië en Verenigde Staten komen. Maar hoe zit het met de spullen die Doina tijdens haar reis verzamelt? Ze heeft zich vooral de opdracht gesteld om alle zintuigen in haar installatie te willen bedienen. Horen en zien zijn geen probleem die worden middels film, foto vastgelegd, echter proeven, ruiken en voelen? Eetbare producten, geurende spullen en andere objecten zouden nog wel eens problemen kunnen opleveren bij de douanecontroles. Tot op heden is Doina nog steeds bijna probleemloos door de douanes heen gekomen.
Eind december 2014 sprak ik Doina voordat ze op reis ging. Hieronder een aantal van mijn vragen en haar antwoorden:
SV: ‘Waarom begin je aan dit grote avontuur, en waarom is het van belang om met “Touche-à-Tout” een wereldreis te maken?’
DK: ‘De voorganger van “Touche-à-Tout” was “In de Rarekiek” die ik in 2012 vervaardigde, een grote installatie met een donkere ruimte waarbinnen films, projecties, foto’s en objecten te zien waren. Rarekiek is een oud Nederlands woord voor een kijkdoos die op de rug gedragen wordt. De drager, een man, die zichzelf ook Rarekiek noemde, trok daarmee langs dorpen en steden. In deze doos was een mengeling van feit en fictie te zien. Vanuit historisch oogpunt dienden zulke dozen tot vermaak, maar ze hadden ook een informatieve functie en soms beweerden ze zelfs een wetenschappelijk doel voor ogen te hebben.
Ik bedacht dat een Rarekiek eigenlijk de voorganger is van de toverlantaarn, de stereokijker en wat later de dia- en filmprojector zouden worden, gevolgd door de televisie (kiekkast). Het woord Rarekiek is opgebouwd uit twee woorden, raar en kieken of kijken. Een kiek of kiekje is natuurlijk ook een foto. De installatie “In de Rarekiek” ging dan ook veel over op verschillende manieren kijken naar de wereld. De media/disciplines waar ik toen mee werkte waren vaak verwant aan fotografie (dia, film, video, foto sculpturen).
Ik had heel graag op reis gewild met “In de Rarekiek”, maar het werk was te groot om mee te nemen, het had misschien een keer ergens anders kunnen worden opgebouwd, maar niet zo makkelijk minstens 12 keer zoals ik nu met “Touche-à-Tout” hoop te doen. Ik bekeek opnieuw het overzicht dat ik maakte van hoe verschillende media zijn geëvolueerd en bedacht dat er vanuit de televisie en de monitor relaties met de computer zijn en in het bijzonder met internet. Misschien is het internet nu wel wat de Rarekiek toen was. Virtueel reizen we de wereld rond via het web, we verzamelen informatie, waar en onwaar, fictie en feit. Het internet werd een belangrijke inspiratiebron of parabel voor “Touche-à-Tout” en tegelijkertijd ook een nieuw medium waar ik werk mee ging maken. Het internet heeft een eindeloos informatief karakter en op het internet gebeuren heel veel dingen tegelijk. Het is een onwillekeurige verzameling zonder filter, een web dat de hele wereld met elkaar verbindt.
De 17e eeuw, toen de Rarekiek man al rond trok door Nederland, was ook de tijd van de grote ontdekkingsreizen. Nu grote aantallen mensen toegang hebben tot het internet, komt de wereld naar je toe. Je hoeft niet meer op reis te gaan om te weten hoe het er in een ander land aan toe gaat. Het internet is een prachtige bron van informatie, maar tegelijkertijd vind ik deze virtuele wereld beperkend. Alleen een deel van de zintuigen, zicht en gehoor, worden gestimuleerd. Geur, smaak en tactiliteit ontbreken. Ik geloof dat er nog altijd veel fysiek te ontdekken valt en met “Touche-à-Tout” wil ik de wereld weergeven in al haar zintuiglijke vormen. Het resultaat van mijn reis, hetgeen ik verzamel, zal een reflectie zijn op de wereld als dynamisch geheel, waar grenzen vervagen, culturen elkaar bestuiven en kennis wordt gedeeld.’
SV: ‘Waarom heet het werk “Touche-à-Tout”? Wat betekent het?’
DK: ‘Ik ben van jongs af aan altijd breed geïnteresseerd geweest en heb mijn uiteenlopende belangstellingen door de jaren heen willen blijven ontplooien. Dat resulteerde erin dat ik binnen de kunst nooit voor één medium koos. Een overheersend denkbeeld in het Westen, en met name in de wetenschap, is dat wanneer je je toelegt op één onderwerp, één medium, wanneer je je op één ding concentreert, dat dat de beste resultaten oplevert.
Het maken van het werk “In de Rarekiek” had mij in ieder geval ervan overtuigd dat het combineren van media en het samenbrengen van verschillende onderwerpen mij de mogelijkheid biedt om een brede kijk op de wereld vorm te geven.
Ik ben op zoek gegaan naar een benaming die de ironie en onhandigheid van een zogenaamde alleskunner behelst. In het Nederlands kennen we het ‘Manusje van Alles’. In bijna elke taal blijkt een dergelijke, unieke uitdrukking te bestaan die eigenlijk de tegenhanger is van de Homo Universalis, een term waar ik me niet mee identificeer omdat het genialiteit vooronderstelt. Het beeld van een ‘alles aanraker’ wat het Franse ‘Touche-à-Tout’ oproept, past bij mijn manier van werken en is behalve een titel ook een motto voor mijn nieuwe project.’
In februari had ik weer mailcontact met Doina die toen in Xiamen, China zat.
SV: ‘Hoe ga je de verzamelde items tijdens je reis integreren in “Touche-à-Tout”?’
DK: ‘Het gaat mij niet alleen maar om het verzamelen. Ik wil er ook iets mee doen.
Ik denk veel na over ambachtelijkheid, mijn eigen handschrift: hoe belangrijk is het dat ik iets zelf doe of maak? Traditionele technieken zijn zowel in India maar vooral ook in China (b.v. kalligrafie en lakwerk, keramiek) heel aantrekkelijk en er zijn natuurlijk veel Westerse kunstenaars die dingen laten produceren in China. Ik veroordeel dat zeker niet, maar ik vraag me af hoe ik me, als zelfbenoemde Touche- à-Tout, verhoud tot die traditionele technieken? Wil ik het zelf leren? Wil ik het me eigen maken? Wil ik er als een soort onbenul gebruik van maken? Zelf een beetje aanklooien met een bak lak of een steen en een mes? Ik geloof dat dat is wat ik het liefste doe of wat ik al aan het doen ben. Ik ga vaker samenwerkingen aan en heb de expertise van anderen ook nodig, maar wil wel altijd graag zelf ook doen en leren. Dat is een manier om mij het onderwerp, de techniek, de vorm eigen te maken. Het is misschien ook wel een manier om de imperfectie op te zoeken, want in elke techniek, met name een die diep verankerd is in een cultuur, zit een ambachtelijkheid waar een perfectionisme aan verbonden is. Ik ben gevoelig voor (kwalitatief) goed gemaakte dingen, voor die dingen die de tand des tijd hebben doorstaan of zullen doorstaan, maar ik geloof dat het loswrikken, het op een andere manier inzetten van dat wat al bestaat, mij eerder zal brengen bij het soort verzamelen waar ik naar op zoek ben.
Ik maak geen een op een afschildering van de meest bijzondere geuren, smaken, vormen, technieken die ik in alle verschillende landen vind. Ik hoop die dingen, die ingrediënten waarover ik me verwonder – die mij fascineren, die mijn blik op de wereld verrijken, of mij anderszins aan het denken zetten – in te zetten om mijn spel mee te spelen, om ze te vangen in mijn groothoeklens en ze van allerlei kanten te bekijken. Ik ben benieuwd hoe dingen zich gedragen in een andere context, of ze los getrokken kunnen worden van de categorie waar ze mee vergroeid zijn. Of de functie die ze hebben een andere kan worden waardoor het dynamische karakter van een object, een gegeven of een techniek aan het licht komt.’
SV: ‘Hoe voel je je, hoe voelt het om een wereldreiziger te zijn?’
DK: ‘Ik kan me eigenlijk heel goed vinden in de basisprincipes van Kosmopolitisme. Dit vond ik erover op Wikipedia: “Philosophical cosmopolitans are moral universalists: they believe that all humans, and not merely compatriots or fellow-citizens, come under the same moral standards. The boundaries between nations, states, cultures or societies are therefore morally irrelevant.”
Eigenlijk is dat precies waarom ik me zo goed voel op reis; ik voel me welkom, er is een wederzijdse nieuwsgierigheid en het idee dat grenzen vervagen op allerlei mogelijke fronten, vind ik een hele aangename gedachte.’
Tot zover. In het volgende verslag volgen de ervaringen die Doina in het continent Azië, te weten India en China opdeed.