Eindexpo Minerva en FMI, Groningen
Minerva:
De installatie van Lea Volkers “Achter Shakespeares Geraniums” maakte van alle presentaties van de Minerva-studenten de meeste indruk op mij. Hoewel zij afstudeerde aan de afdeling Theatervormgeving en zij zich vooral toelegt op verhalende teksten, was haar werk inhoudelijk en met name beeldend gezien zeer sterk. In een grote ruimte kon je tussen diverse interieurs compleet met tapijt, meubels en diverse spulletjes heen lopen. Ieder met tape afgebakende ruimte had een andere uitstraling en behoorde tot een ander vrouwelijk karakter uit diverse stukken van Shakespeare zoals Mevrouw Capulet of Macbeth. Dankzij een mp3-speler met daaraan een ouderwetse telefoon-hoorn kon je de nu oude vrouwen horen praten over wat hen bezighoudt. Lea Volkers voerde zo een voorstelling op zonder fysiek aanwezige acteurs en vermengde theater met de werkelijkheid door de verhalen van bejaarden op te nemen.
Vlaplif (Sanne Valstar en Erik Trip) had wellicht de meest imposante presentatie door een hele ruimte te vullen met uitvergrootte dinosaurus-puzzels van hout voorzien van een graspatroon. Gekke details als stokbrood met daarin cactussen, kleine rijdende pepers met wieletjes en rekken met draad, spoeltjes en motoren waarop ‘lucht’ (oftewel ballonnetjes) verplaatst konden worden.
Naamgrappen zijn flauw, maar bij Simon Niks kon ik in eerste instantie ook echt niks vinden op de plek waar aangegeven stond dat er werk te zien zou zijn. Pas na goed zoeken werd duidelijk dat hij de centrale gang naar de rest van het academiegebouw versmald had en zelfs de hele vluchtroute daardoor had veranderd door een complete wand voor de oorspronkelijke muur te bouwen.
Het werk van Petra Kühnle gaat over het (n)iets : “the beauty of something that seems to be nothing”. In een zowat lege ruimte presenteerde zij o.a. een foto van een radiator nabij een echte radiator, een stoel bood uitzicht op een winkelwagen met spiegels die buiten stond. De meeste indruk maakte haar live-performance met een typemachine zonder papier. In een vast ritme tikte zij op de letters, spatiebalk en werd na het klinken van het belletje aan het einde van een regel met de hendel een nieuwe regel begonnen. Taaah-tahtaaah-tahtahtedetahtahtaaaaah – het melodietje dreunde delicaat destijds in het trappenhuis, en nu nog steeds na in mijn hoofd.
Ingrid Davids vulde een hele ruimte met allemaal kleine werken, zowel aan de wand als staande op de vloer. Met diverse materialen werden o.a. een berg, de maan, een brok steen gesuggereerd op simpele en doeltreffende manier.
Diverse vellen papier van groot formaat (zo’n 2 m. hoog) in afwisselend monochroom rood, zwart en wit, voorzien van een onregelmatig lijnenpatroon. Van veraf leken de horizontale strepen getekend te zijn, maar van dichtbij bleek dat Mathilde van Wijnen ze er zorgvuldig ingesneden had waardoor er een subtiel reliëf van licht gevouwen papier ontstond, soms bijna gelijkend op een luxaflex.
Ook Dinnis van Dijken toonde o.a. een paar papieren vouwsels dat echter minitieuze olieverfschilderingen op doek bleek te zijn.
Het gedrukte werk van Michel Maldonado gaat vooral over de techniek en het proces van het drukken. In de tinten zwart, grijs en wit bedrukte hij met een roller en pers, doeken met (dankzij de roller) herhaalde patronen die vervolgens liggend en staand in metalen houders opgespannen getoond werden.
Dankzij Sander Bos werd een extra dimensie aan de ruimte gegeven. Met een masker en koptelefoon op, kon je rondlopen en werd hetgeen je middels de lenzen echt kon zien, vermengd met virtuele beelden die het beste als een hallucinerende ruimtetrip omschreven kan worden. De meditatieve geluiden die klonken in je oren, maakten deze bijzondere ervaring compleet.
Marijke Schutte vertoonde in een donkere ruimte een aantal korte filmpjes en animaties, waarvan de animatie met een menselijke gestalte van haar de meeste indruk maakte.
FMI
Van de zeven afstuderende kunstenaars aan de masteropleiding van het Frank Mohr Instituut, viel vooral het werk van Christiaan Drost op. Hij toonde zowel maquettes als schilderijen waarin de miniatuurfiguurtjes uit de modelwereld figureren. In deze ruimtelijke en geschilderde werelden was sprake van schaalverschillen, wat met name in de schilderijen bevreemdende taferelen opleverde. Mensen in diverse maten en houdingen werden totaal los van wat echt mogelijk zou kunnen zijn, over elkaar en soms slechts in delen weergegeven.
De eindexamenexposities van Minerva en FMI zijn niet meer te bezoeken.