Een zwarte drug – over hoe aardolie dwars door ons heen gaat
Minke Schönthaler krijgt het plaatsvervangend benauwd als ze in het videowerk Hydrocarbon Man ziet hoe iemand zich ‘wast’ met de dikke, vieze rook van uitlaatgassen. Hoewel er pas veel later een woord werd bedacht voor wat ze toen ervoer, brengt het zien van Hydrocarbon Man haar terug naar het moment dat haar moeder haar vertelde dat plastic giftig is.
Eind jaren tachtig nam mijn moeder mij apart voor een gesprek. Ik was zes, misschien zeven jaar oud. Ze vertelde me dat ze op het journaal had gehoord dat wetenschappers hadden ontdekt dat plastic schadelijk was. Giftig zelfs. Een zwaar gevoel nestelde zich in mijn onderbuik. Plotseling was ik heel bang dat er mensen aan onze deur zouden komen om mijn pop mee te nemen. Mijn pop van plastic. Deze mensen kwamen gelukkig nooit en voor het zwaarmoedige gevoel dat ik als klein kind al had zou iemand pas vijfentwintig jaar later een term bedenken: petromelancholia.
Het begrip werd in 2014 geïntroduceerd door Stephanie Lemenager, een Amerikaanse hoogleraar milieustudies. Petromelancholia is de droefheid of melancholie die mensen vaak voelen over het afscheid dat ze moeten gaan nemen van aardolie, wat ook betekent dat ze afstand moeten doen van het gemak en plezier dat aardolie hen brengt. Hoe meer men zich realiseert dat het petroleumtijdperk met het oog op de uitputting van de aarde uiteindelijk zal moeten eindigen, hoe meer men zich aan de grondstof vastklampt.
In expositieruimte BRUTUS in Rotterdam zag ik het werk Hydrocarbon Man van Beauty of Oil. Dit is een onderzoekscollectief dat stelt dat aardolie volledig onze identiteit is gaan bepalen als ‘een zwarte drug die onze kijk op de wereld conditioneert’. In een schokkerige, onscherpe YouTube-video van tweeënveertig seconden is te zien hoe een jonge man zich ‘wast’ in de pikzwarte uitlaatgassen van een auto. Met een grote grijns op zijn gezicht neemt hij er de tijd voor om de rook tot in al zijn poriën door te laten dringen. Hij doet zijn armen omhoog om zijn oksels te wassen en hij draait een rondje om ook zijn rug niet te vergeten.
Als geen andere grondstof heeft aardolie het verloop van de twintigste eeuw bepaald. Niet alleen als brandstof maar ook als bouwsteen voor verschillende soorten kunststof waaronder plastic. Deze toepassingen van aardolie hebben een enorme invloed (gehad) op de fysieke en mentale omstandigheden van de mens. Voor het eerst werd de massa ruimschoots voorzien van voeding, kleding, hygiëne, gezondheidszorg, informatie, vervoer en amusement. Maar inmiddels weten we dat deze vooruitgang een keerzijde heeft. Onder andere de opwarming van de aarde, de stijgende zeespiegel, de verzuring van de oceanen en de wereldwijde verspreiding van plastic deeltjes zijn directe gevolgen van honderd jaar petroleumafhankelijkheid.
Deze petroleumafhankelijkheid is intussen zo groot dat de Duitse cultuurtheoreticus Alexander Klose, conceptontwikkelaar en curator van de tentoonstelling in BRUTUS en lid van Beauty of Oil, deze tijd tot het petromodernisme heeft gedoopt. Aardolie gaat letterlijk en figuurlijk dwars door ons heen en bepaalt onze gedachten. Dus hoe kunnen we ons dan een toekomst zonder aardolie voorstellen? Om over vormgeven nog maar te zwijgen.
Ik kreeg het plaatsvervangend benauwd van de dikke, vieze rook in Hydrocarbon Man
Minke Schönthaler kreeg het plaatsvervangend benauwd toen ze in het videowerk Hydrocarbon Man een man zich zag ‘wassen’ benauwd van de dikke, vieze rook van uitlaatgassen. Hoewel er pas veel later een woord werd bedacht voor wat ze toen ervoer, brengt het zien van Hydrocarbon Man haar terug naar het moment dat haar moeder haar vertelde dat plastic giftig is.
. Niet alleen vanwege het zien van de giftige dampen maar ook omdat ik me op dat moment realiseerde hoezeer aardolie een onderdeel is geworden van onze identiteit. Op een bepaalde manier wassen we ons allemaal in de uitlaatgassen van de fossiele industrie. De lach op het gezicht van de man deed vermoeden dat hij hier geen last van had. Zou het lachen hem vergaan zodra hij zich realiseert dat de rook niet alleen in zijn poriën zit maar in zekere zin ook in zijn DNA? Ik hoop het. En laat dit besef dan de eerste stap zijn in de richting van een toekomst zonder aardolie.
De tentoonstelling Petromelancholia is nog tot en met 19 november te zien in BRUTUS, Rotterdam.