Een zee aan perspectieven – interview met Hanne Hagenaars
Toen jij mister Motley oprichtte koos je een ander discours dan het aanbod binnen de kunsten op dat moment in Nederland. Kun je deze behoefte kunst te verpersoonlijken toelichten in de context van 13 jaar geleden?
‘Mijn doel met mister Motley was om zoveel mogelijk mensen te interesseren voor de hedendaagse kunst. Het leek me een goede manier om via levensthema’s de kunst in kaart te brengen en op die manier herkenbare aanknopingspunten te creëren.
Er werd veelal over kunst geschreven vanuit een kunsthistorisch perspectief, vanuit de context of de theorie. Ik vind dit allemaal zinvolle benaderingen, maar dacht ook: als je buiten de kunstwereld staat dan ken je deze taal en geschiedenis niet. Ik zocht naar een andere toon om te communiceren over kunst, soms vanuit de ik-vorm of via literaire verhalen die de ingang naar het kunstwerk zouden kunnen veranderen. Het dagelijks leven is een ruim begrip. Vanwege de thema’s hoopte ik dat mister Motley’s op onverwachte plekken terecht zou komen. Met sommige nummers is dat gelukt, het nummer Rondom de dood werd gekocht door een arts die in de palliatieve zorg werkte als geschenk voor al zijn medewerkers. De editie Het Kantoor belandde op koffietafels.’
In 2016 bracht je je debuut uit dat heet: Geen wolk, hoe kunst mijn leven redde. Waarom die titel? In welk opzicht heeft kunst jouw leven gered?
‘Voor mij was ‘Geen wolk’ een stap verder op de route van mister Motley, in plaats van een levensthema nam ik mijn eigen persoonlijke verhaal als ingang om kunst met het leven te verbinden. De ondertitel is sterk aangezet. Kunst is nooit een boei die je naar een drenkeling werpt die hem dan vervolgens in leven houdt, maar als we de ondertitel letterlijk nemen, dan heeft kunst op verschillende manieren mijn leven gered. In de eerste plaats vond ik in kunst mijn raison-d’etre, een vol bestaan, dat geeft ongelofelijk veel kracht. Daarnaast zette het mijn grenzen open: boeken en beeldende kunst hebben mijn van huis uit meegekregen visie op de wereld uitgerekt en omgekeerd en dat maakte mij weer tot een ruimhartiger, fijner mens. Kunst geeft nooit een direct antwoord op vragen, in tegendeel. Een kunstwerk kan ervoor zorgen dat je visie zich 180 graden omkeert. Je staat in het zand te wroeten en ineens draai je je om en kijk je naar de zee. Kunst is voor mij die zee: wijds, zo vol mogelijkheden.
Ten slotte leerde de kunst mij op een abstracte manier naar het leven en de daarbij horende emoties kijken. Adriaan van Dis formuleerde het belang van boeken als volgt: ‘Als je een boek leest van de schrijver Juan Gabriel Vasquez dan begrijp je de donkere kanten van Colombia, als je dat leest begrijp je Zuid-Amerika beter, er zijn feiten maar je hebt ook emoties en inconsequenties en daar gaan romans over. Lees een boek en je begrijpt de wereld beter en mogelijkerwijs jezelf.
Dat geldt ook voor beeldende kunst. Ik hoop met Geen Wolk te laten zien dat het uitstellen van een oordeel prettig is, dat twijfel en nuances je meer brengen dan (schijn)zekerheden.
Geen Wolk is een mix van persoonlijke verhalen en teksten over kunst die met elkaar verbonden zijn. Zo schrijf ik bijvoorbeeld over verlies en vervolgens over de rituelen die Sachi Miyachi ontwikkelde om hiermee om te gaan. Als uitgangspunt nam ze juist de lenterituelen die de vernieuwing van het leven vieren, ’om met de doden om te kunnen gaan moest ik weten hoe ik verder kon leven terwijl ik de doden dicht bij me hield.’ Of ik schrijf over de kracht van iets dat onzichtbaar is, zoals de parel die een kunstenaar in mijn huis heeft verstopt.’
(Meer lezen over Geen Wolk, lees hier het eerder gepubliceerde interview met Hanne Hagenaars over haar debuutroman)
In de bestseller Kunst als Therapie uit 2013 van Alain De Botton en John Armstrong stellen zij dat niet de herkomst van een schilderij van belang is, maar de emotie die het oproept. Ben jij het daarmee eens?
‘Nee absoluut niet. De titel is niet alleen gruwelijk maar ook misleidend, het haakt aan bij het wijdverbreide misverstand dat kunst maken je zou helpen met het verwerken van trauma’s of jeugdellende. Dat kan, die therapie bestaat, maar heeft niets van doen met de professionele kunstwereld. Ook het idee dat de waarde van kunst bestaat uit de emotie die het oproept pakt een oud cliché uit de kast. Wanneer ik aan mensen vraag waarom ze een bepaald kunstwerk in huis hebben hangen, is ‘omdat het me raakt’ toch wel de meest gehoorde repliek. Het punt is dat het wel over emoties gaat, zoals van Dis ook aangeeft, maar niet per se in het oproepen van emoties. Het gaat, denk ik, om het begrijpen van de wereld waarin we leven.’
Vind je kunst aan therapie of zelfontwikkeling koppelen zinvol, of is dit een te eenzijdige benadering?
‘Kunst en therapie hebben gewoonweg niets met elkaar te maken. Zelfontwikkeling, ja dat zou kunnen. De kunstenaar maakt een werk vanuit zijn visie op de wereld, vanuit research, vanuit een persoonlijke fascinatie, zijn vakmanschap. Het gaat om de onderzoekende geest die niets voor waar aanneemt.
Neem al die zelfhulpboeken, zij gaan uit van waarheden, van de maakbaarheid van ons bestaan, van een eindeloze ontevredenheid want het kan en moet altijd weer beter. Ze geven simpele oplossingen die geen recht doen aan de complexiteit van het bestaan. Onze tijd dringt ons die zelfverbetering op, in plaats van zelf acceptatie. De jacht op geluk drijft ons voort en maakt ons steeds ongelukkiger in plaats van gewoon af en toe gelukkig te zijn.
Onlangs sprak ik huisarts Jeu de Sint Fiet in Maastricht. ‘Er zijn meer medicijnen dan een pil.
Pillen zijn prima om mensen beter te maken, maar het leven is kwetsbaar en broos en allesomvattend. Vandaar dat het leven uit meer bestaat dan pillen: warmte, genegenheid, naastenliefde, barmhartigheid, zoenen, vrijen, slenteren, zwemmen, wandelen, dansen, een boek lezen, film kijken, theater en/of museum bezoeken, lekker eten, tuinieren, zieken en/of [on]bekenden bezoeken en niets doen. Cultuur, leven en gezondheid horen bij elkaar.’ Daar kan ik me goed in vinden.’
Wat is precies de kracht van beeldende kunst in dit verband?
‘Kunstenaars foppen je niet met positief denken als oplossing, ze laten de wereld meer zien zoals die is, of zoals je de wereld er ook zou kunnen uitzien. Dan bedoel ik niet een roze new age bril maar om vanuit een ander daglicht naar de dingen te kijken. Die omkering van je eigen blik.
’Dubbel vreemd dubbel lekker’, zo heb ik het ooit omschreven. Ieder mens leeft in de koker van zijn eigen waarden zonder dat je het eigenlijk in de gaten hebt. Als je gelovig bent opgevoed bepaalt dat jouw realiteit, of als kind van hippie ouders vormt zich een heel andere versie van de wereld in jouw brein. Kunst brengt je naar plaatsen waar je nog niet geweest bent en vertelt je verhalen die je nog niet kent. Het onbekende omhelzen, daarin ligt een belangrijke waarde van kunst. En dat helpt weer om het oordeel buiten de deur te houden. Over goed en kwaad, over wat wel en niet zou mogen, morele oordelen. Kunstenaars staan midden in het leven en onderzoeken dat leven, daar kan wel een advies in zitten maar altijd op een complexe en verpakte manier.
Mensen denken dat het in de kunst om schoonheid draait maar eigenlijk is de grotere motor de duistere kant van de mens. Als je naar de wereld kijkt is deze helemaal niet zo fraai en juist dat moeten we leren accepteren. Geluk, en de focus hierop, camoufleert de donkere krochten van ons bestaan. Ik hou juist ook van duistere kunst, omdat het je (in het geheim) verbindt met de minder florissante eigenschappen en onvolmaaktheden die bij ieder mens verstopt onder de oppervlakte liggen.
Dana Schutz schildert voorstellingen over kannibalisme, of waarin de mens zijn eigen oogballen likt. Ze zegt hierover: ‘Ieder schilderij balanceert op empathie en weerzin, in iedere situatie zit een tegenstrijdigheid.’ Dat vind ik treffend geformuleerd. Een ander mooi voorbeeld is Diary, van Boris Mikhailov: foto’s, snapshots, uitgescheurde foto’s, van vrouwen met grote borsten en zijn eigen (vaak naakte) aftakelende zelf, waarover hij kliedert en schrijft. Wansmaak, maar wanneer je door het boek bladert kun je niet anders dan realiseren dat het hier om een echt leven gaat.’
Hoe persoonlijk is kunst?
‘In literatuur en theater is het geaccepteerd dat kunst niet los staat of zelfs gebaseerd is op het autobiografische. In de beeldende kunst is dat nogal een taboe. Nu is het autobiografische ook een mijnenveld, dat wordt snel verkeerd begrepen. Toch denk ik dat kunst nooit buiten de ziel van de kunstenaar om tot stand komt, er ligt een link met wat hem wezenlijk bezighoudt, met een persoonlijke visie. Dikwijls ligt daar een band met de autobiografie. Niet dat de kunstenaar nu in therapie moet, maar meer in de zin dat de werkwijze van Pollock een verband zou hebben met het ervaren van de ruimte in de woestijn tijdens zijn jeugd. Of zoals Louise Bourgeois haar trauma’s ongegeneerd in haar kunst uitleeft, niet om ze te genezen, het is gewoon haar onderwerp. Daar hoef je als kunstenaar niet naar op zoek, je hoeft het ook niet te duiden maar dat is wel een van de verschillen met journalistiek. In de journalistiek gaat het om feiten en een heldere mening, in de beeldende kunst juist om die inconsequenties en vergezichten, het onbekende. Soms kan het persoonlijke van de kunstenaars een ingang zijn tot het werk, zoals Germaine Kruip vertelt in de Hollandse Meesters over de invloed van het licht dat door de bomen heen scheen in het bos waar ze opgroeide en later als model, met de felle lampen op haar gericht. Ja dat klinkt nu heel kort door de bocht, maar in de documentaire vond ik het mooie zinvolle informatie. Maar het hóeft natuurlijk nooit, het is maar wat bij het werk en de kunstenaar past. Maar een beetje minder taboe zou mooi zijn.’
Is levenskunst handelswaar geworden? Het is een manier om een kunstwerk extra ‘nut’ te geven. Hoe nuttig is kunst?
‘We leven in de dictatuur van het economisch model, het neo liberale denken is de zee waarin we zwemmen (misschien wel zonder dat we het in de gaten hebben). Alles draait om de markt, om de bezoekersaantallen, economisch rendement en de markt. De kunstenaar is gedwongen om ook ondernemer te zijn en bij beeldende kunst ligt de ‘waarde’ in een immaterieel vlak. De waarde van kunst is een ongrijpbaar gegeven, een ondefinieerbaar product waarvan je tóch weet dat het de mens goed zal doen. Hoe kun je daar op ondernemen? Ja, een manier om kunst te rechtvaardigen is dan het nut voor de samenleving te benadrukken. Maar dat heeft een gevaarlijke kant, sommige fondsen hebben dat zelfs als criteria opgenomen en dat leidt ertoe dat het nut er direct van af te lezen moet zijn. Dat voert tot oppervlakkigheid, waar werkelijk engagement vaak leidt tot zulke ongewone visies dat ze op veel onbegrip stuiten, zoals Melanie Bonajo in de film Economy of Love waarin ze een groep vrouwelijke sekswerkers in Brooklyn portretteert die onze ideeën over intimiteit behoorlijk op schudden. Op een kleurrijke manier, met humor, vol flowerpower, laat Melanie de kracht van intimiteit zien.’
Als je nu weer een nieuw magazine zou oprichten, welke discours zou je dan kiezen?
‘Dat is een vraag die me momenteel wel bezighoudt: wat heeft deze tijd nodig? En: waar geloof ik zelf in? Mijn doel destijds, om kunst voor het grote publiek toegankelijk te maken, is nu meer een ‘eis van bovenaf’ geworden en ik denk dat ik nu eerder voor een averechtse koers zou kiezen. Het lijkt me mooi om kunst juist weer zo specifiek mogelijk te maken, door vanuit één kunstwerk of over één kunstenaar te schrijven. Dit vraagt nuance en tijd en dat drijft misschien in tegen wat er nu verlangd wordt van kunst. Toch denk ik dat deze tijd, waarin nuance soms ver te zoeken is, dit heel erg nodig heeft. Zoals in de film Moonlight, waarin de hoofdpersoon met moeite drie zinnen achter elkaar uitspreekt. Niets zeggen kan zo aangrijpend zijn.
Mijn hart ligt bij de papieren uitgave. Het fijne van deze tijd is dat het mogelijk is om dit steeds goedkoper te produceren. Je kunt op je eigen printer tegenwoordig voor een paar euro iets prachtigs maken. Lowbudget is een manier waarop de kunst een zee kan blijven, vol met eindeloos verschillende perspectieven.’
Hanne Hagenaars studeerde kunstgeschiedenis en is freelance schrijver en curator. Ze heeft het tijdschrift mister Motley opgericht, waarvan ze negen jaar lang hoofdredacteur was. Ook is Hagenaars hoofd van het Studium Generale programma aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze werkt als freelance schrijver en heeft een vaste rubriek in Het Parool.