Een vloek en een zegen: 10 jaar Instagram door de ogen van 4 kunstprofessionals
Vierkante plaatjes van wolkenluchten met een filter die een uitstraling geeft van een Daguerrotype van ruim anderhalve eeuw geleden. Zo zie je ze niet veel meer op Instagram. Hoewel het gros van de gebruikers het platform nog altijd gebruikt om op persoonlijk niveau interactie te zoeken met andere gebruikers, wordt Instagram meer en meer van invloed op carrièrevlak, zeker als het gaat om mensen met een beeldgerelateerd beroep. Musea huren content creators in om hun sociale mediakanalen relevant te houden, academiestudenten raken steeds visueler ingesteld en voor veel jonge kunstenaars is hun bereik op Instagram een wezenlijk onderdeel geworden van het opzetten van hun beroepspraktijk.
Veel is te doen geweest om het algoritme dat Instagram sinds 2016 op zijn gebruikers loslaat. Dat algoritme zorgt ervoor dat de tijdlijn waar gebruikers doorheen scrollen bestaat uit content waarvan Instagram ‘denkt’ dat deze interessant is voor de gebruiker, in plaats van de chronologische volgorde die de app in zijn eerste bestaansjaren hanteerde. De zogenaamde echo chambers die ontstaan zijn door het algoritme hebben niet alleen een eenzijdige informatiestroom op politiek of ideologisch vlak als gevolg: ook op creatief gebied is het makkelijk om zo constant je eigen smaak bevestigd te zien. Reden om in gesprek te gaan met vier professionals uit het veld om te reflecteren op de kansen en valkuilen die het platform in de afgelopen tien jaar heeft gecreëerd voor mensen in het creatieve veld. Ik sprak hierover met kunstenaar Lara Verheijden (@laraverheijden), kunstenaar Natisa Jones (@natisajones), kunstcriticus Hans den Hartog Jager (@hansdhj) en kunsthistoricus en docent Beeldbeschouwing Ingrid Grootes (heeft geen instagram).
Reproductie en representatie
Ingrid Grootes, kunsthistorica en 25 jaar docent Beeldbeschouwing op de KABK in Den Haag, heeft zelf geen Instagram: ”Ik zie de kracht van het medium vooral als beschouwer en niet zozeer als deelnemer – misschien dat ik daarom niet op Instagram zit.” Grootes stelt voorop dat de discussie rond reproducties niet iets is van de laatste tijd, maar al bestaat “sinds Walter Benjamin.” Een terecht punt, een foto van een schilderij is zowel afgedrukt op een flyer als afgebeeld op een beeldscherm een reproductie. Amerikaans kunstenaar Erin Shireff raakte lichtelijk geobsedeerd door de sculpturen van Tony Smith door de talloze reproducties die ze ervan zag op Google Images. Toen ze het werk in het echt ging bekijken viel het mateloos tegen. De realiteit stak schril af tegen de contrastrijke jaren ’60 foto’s waarin stijlvolle mensen figureerden in de setting van het moderne beeld. De reproducties van het sculptuur waren in haar hoofd een eigen leven gaan leiden. Toch voegt Instagram nog een extra laag toe aan beeld(ver)vorming door reproductie. “Het is een uniform platform waarin alles dezelfde grootte, soms zelfs dezelfde afsnijdingen of hetzelfde filter krijgt.’’ Aldus Grootes. En in het geval van fotografie, waar de foto-app zich het best voor leent, ligt er nog een ander gevaar op de loer: het is verleidelijk om te denken dat je Een Werk post op Instagram, maar volgens Grootes is het, behalve wanneer het specifiek gemaakt is voor dat platform, ”een verwijzing naar je werk. Deze nuancering is met name in de fotografie een valkuil, omdat het scherm ervoor zorgt dat het medium ‘onstoffelijk’ wordt. Fotografie kan ook een heel sterke materiële kwaliteit hebben, die daarmee verloren gaat.”
In de schilderkunst is het onderscheid tussen het echte werk en de verwijzing naar het werk duidelijker, hoewel het beeldend kunstenaar Natisa Jones irriteert wanneer mensen haar schilderijen beoordelen op basis van een pictogram. ‘’Het is belangrijk om Instagram te zien voor wat het is: een flyer place waar je voorproefjes van het echte werk kunt delen. Het is verleidelijk om te denken dat je online geïnspireerd raakt, maar twee dagen later kun je het je niet meer herinneren. Dat kan voor een vals gevoel van productiviteit zorgen. Het probleem is niet zozeer het kijken naar een reproductie, het probleem is dat men überhaupt niet écht kijkt. De kans is groot dat je ondertussen op de wc zit of tussen het Whatsappen door even Instagram opent: Instagram is vaak hetgeen dat afleidt van de eigenlijke activiteit.’’
Volgens fotograaf Lara Verheijden brengen we zoveel tijd op onze telefoons door, dat we ondertussen wel gewend zijn om een beeld te beoordelen op basis van een pictogram. ‘’Ik kan van een foto op Instagram beoordelen of ik iemand knap vind of niet. En: je kunt inzoomen.’’ Haar saved folder is vergelijkbaar met een moodboard: een verzameling van mensen die ze online selecteert voor toekomstige shoots, in combinatie met ”lieve dierenfilmpjes en foto’s van ‘gewone mensen’ die op een manier knuffelen, die ik ter inspiratie neem voor een volgende foto.’’
Een nieuw publiek en memes
Er zijn veel positieve ontwikkelingen ontstaan in de kunstwereld, dankzij Instagram. Voor kunstcriticus Hans den Hartog Jager is zijn publiek zichtbaarder geworden. Nu een abonnement op een krant eerder uitzondering dan regel is geworden, krijgt hij minder vaak reacties op zijn stukken in het NRC. Op Instagram zijn die reacties veel zichtbaarder. Daarbij is het platform voor hem een manier om een nieuw publiek aan te spreken. ‘’Via Instagram krijg ik soms reacties van mensen die op deze manier van een tentoonstelling horen, waar ze normaliter overheen hadden gekeken – dat is precies de bedoeling van mijn account. Wanneer ik bijzondere tentoonstellingen zie, vind ik het leuk om andere mensen daarop te kunnen wijzen.”
Volgens Jones zijn memes het beste dat ons ooit overkomen is: ”Kunst, ironie, referenties: het zit er allemaal in. Ik vind het fascinerend dat een meme die door een vijftienjarig kind na schooltijd is gemaakt meer kan zeggen dan veel kunst die tegenwoordig gemaakt wordt. Daarbij weergeven ze perfect de tijd waarin mijn generatie leeft. Ons concentratievermogen is zo kort; je scrollt je dag weg – daar spelen memes heel effectief op in.’’ Voor Jones, die ruim een jaar geleden vanuit Indonesië naar Amsterdam emigreerde, spiegelt het platform daarbij ook de thematiek in haar schilderijen op een bepaalde manier: ”Mijn werk draait voor een deel om de self geïsoleerd van het collectief tegenover de self als onderdeel van het collectief. Social media is om die reden voor mij een heel interessante plek, omdat ik daar allebei tegelijk kan zijn: ik kan om twee uur ’s nachts in bed liggen met niemand om me heen en tegelijkertijd in een kamer zitten met mensen uit Siberië.’’
Valkuilen
Helaas zijn er ook valkuilen in het verkeerd gebruiken van de app. Naast het vluchtige karakter, dat veel inspeelt op effect en weinig op concentratie, is een andere valkuil voor de kunstenaar op Instagram het effect dat het algoritme kan hebben op wat iemand wel of niet te zien krijgt. Daarnaast geeft het platform constant profielsuggesties op basis van wat je al volgt, wat tot een tunnelvisie kan leiden die het kan laten lijken alsof de niche van het internet waar jij je in bevindt representatief is voor kunstwereld als geheel.
Hans den Hartog Jager geeft aan geen last te hebben van deze online tunnelvisie. Als kunstcriticus en curator is hij Instagram voor, omdat hij door online uitsluitend met kunst bezig te zijn al zijn eigen rabbit hole heeft gecreëerd. Den Hartog Jager, die sinds 1994 voor het NRC over kunst schrijft, is van mening dat hij online zijn eigen keuzes maakt in wat hij wel of niet volgt en daarin niet beïnvloed wordt door wat een platform als Instagram hem voorschotelt.
Jongere gebruikers zijn waarschijnlijk gevoeliger voor de tunnelvisie die Instagram kan veroorzaken dan een doorgewinterd kunstkenner als Den Hartog Jager, omdat hun referentiekader nog geen vast raamwerk kent. Grootes ziet dit terug in de huidige generatie fotografiestudenten, die heel visueel zijn ingesteld. Als docent probeert ze dit soort visuele bubbels te doorbreken, onder andere door beginnend studenten elkaars referentiekader te laten delen in de klas en specifieke onderzoeksopdrachten te geven. Vanaf het derde jaar gaan studenten zich specialiseren en wordt er van hen verwacht hun positie te bepalen in hun toekomstige werkveld. Vanaf dat moment zou verantwoord gebruik van de app juist wel van pas kunnen komen in het specialiseren.
Tegenbewegingen
Jones is zich heel erg bewust van hoe het algoritme werkt en heeft afgelopen jaar bewust de tijd genomen om het te omzeilen ‘‘door willekeurige mensen te volgen, zoals accounts die hip zijn in Vietnam, of op zoek te gaan naar wat nu cool is in Burkina Faso. Vóór het algoritme ging zoiets moeiteloos, ondertussen is het tot een zakelijk front verworden, waardoor het tijd en aandacht kost om verantwoord te consumeren.’‘
Grootes zag de afgelopen 25 jaar met verschillende technologische ontwikkelingen ook kleine tegenbewegingen ontstaan. Ze noemt de tijd waarin laptops mainstream werden en al haar studenten meetypten tijdens haar les, terwijl ze nu soms volledige klassen lesgeeft die een Moleskine kopen en hun werkproces fysiek bijhouden. Die hang naar het traditionele en het fysieke is ook terug te zien in de fotografiewereld als geheel: Grootes benoemt dat zwart-wit fotografie al langer bezig is aan een heropleving en een toenemend aantal fotografen weer analoog fotografeert of de doka induikt om te experimenteren met traditionele technieken. De expositie ‘Back to the Future’ in Foam in 2018 is daar een mooi voorbeeld van. Onder huidige studenten is er in toenemende mate belangstelling voor traditionele technieken als cyanotypie en gomdruk.
Het grijze gebied tussen privé en publiek.
Zowel Natisa Jones als Lara Verheijden maken intiem werk dat, op twee uiteenlopende manieren, dicht op de huid zit. Het is interessant dat te beseffen tijdens het bekijken van hun Instagramaccounts, omdat het medium uitnodigt om een gecureerde versie van je privé-leven te laten zien. Wat gebeurt er wanneer een kunstenaar persoonlijk werk maakt en dit op Instagram laat zien?
Jones laat op Instagram sinds kort naast haar hoofddiscipline schilderkunst ook video’s zien, waarin ze fragmentarisch momenten en gedachten uit haar privéleven deelt als videokunst. “Ik probeer altijd een universeel verhaal te vertellen. Zelfs in mijn video’s, waarin ik persoonlijke momenten deel en ik degene ben die in beeld is, gaat het niet om mij, maar om de boodschap die via mij naar buiten gebracht wordt.”
Omdat ik haar video’s bekijk op een platform dat de meeste mensen gebruiken om op persoonlijk niveau interactie te zoeken, geef ik toe het moeilijk te vinden om haar in haar video’s als persoon los te koppelen van haar werk. Volgens Jones is die verwarring onvermijdelijk tussen publiek en persoonlijke kunst, of het nou op Instagram gedeeld wordt of in een galerie te zien is: “Tracy Emin maakte veel videowerken over haar abortus. Vervolgens was het enige waar de kranten zich op konden concentreren dat het Tracy was die haar verhaal vertelde. Het was zo’n goed doordacht en samengesteld werk en toch kon men het niet los van de kunstenaar zien.”
Verheijden plaatst foto’s van haar net uitgebrachte naaktkalender of uploadt intieme foto’s die haar werk kenmerken, maar ze deelt net zo goed een metroritje richting de Bijenkorf met haar ouders. Uitsluitend foto’s van werk posten vindt ze niet interessant. Qua bereik denkt ze dat het slimmer zou zijn om dat wel te doen, maar blijft daar bewust van weg. “Op Instagram is het heel verleidelijk om een one trick pony te worden. Het delen van veel dezelfde content binnen hetzelfde thema wordt beloond. Ik probeer mezelf ervoor te behoeden om dat niet te doen. Om niet een naaktfoto te plaatsen, alleen maar omdat ik dan meer likes krijg.”
Censuur
Onlangs bracht Verheijden een naaktkalender uit en ze verkoopt deze voornamelijk via Instagram. Daarover zegt ze, “Hoe afhankelijker je wordt van Instagram qua geld, hoe afhankelijker je wordt van hun regels. Dat is, zeker in mijn geval, een vreemde situatie, omdat ik iets verkoop waarvan Instagram eigenlijk niet wil dat ik het verkoop.” Aangezien haar account al twee keer geblokkeerd is, was Verheijden op het moment van ons gesprek bezig met nog eens goed haar feed doorlopen op mogelijk ‘gevoelige inhoud.’ Op dit moment geblokkeerd worden zou betekenen dat ze minder kalenders kan verkopen. Wat dat betreft is zij min of meer financieel afhankelijk van het censuurbeleid van Instagram.
Naast een inkomstenbron is Verheijdens account ook een chronologisch archief. Wanneer ik het artikel in het Parool noem, waarin ze over de tweede ‘schorsing’ op Instagram vertelde dat het voelde alsof haar harde schijf werd gewist, zegt ze: “Daarnaast voelde het ook alsof ik mijn publiek kwijt was geraakt. Volgers zien mijn werk vooral wanneer ze door hun tijdlijn scrollen. Op het moment dat ik geblokkeerd word, is er maar een klein percentage dat erachter komt dat mijn profiel weg is.” De tweede keer kwam haar profiel, anders dan de eerste keer, niet na een paar dagen weer terug. Ze nam een social-media advocaat in de hand om gezamenlijk bewijs aan te voeren dat ze haar foto’s censureert, maar ook om te laten zien door welke partijen ze tot dan toe gesubsidieerd werd, om aan te kunnen geven dat wat ze doet geen porno is, maar kunst.
In de toekomst
Terugkijkend heeft Instagram in tien jaar tijd een vanzelfsprekende rol aangenomen in het grijze gebied tussen werk en privé van kunstenaars, curatoren en verzamelaars. Het heeft het makkelijker gemaakt om een nieuw of groter publiek aan te spreken, zoals voor Lara Verheijden. Het heeft inzichtelijker gemaakt wie dat publiek is, zoals het geval is voor Hans den Hartog Jager. Het heeft ons de meme geschonken, aldus Natisa Jones. Maar het heeft ons ook doen beseffen dat het wezenlijke verschil tussen de reproductie van een werk en het eigenlijke werk niet meer altijd vanzelfsprekend is voor de digitale generatie, zoals de studenten van Ingrid Grootes. Hoe zullen de veranderingen die de app tot nu toe teweeg heeft gebracht zich ontwikkelen in de nabije toekomst?
Den Hartog Jager ziet online tentoonstellingen groter worden, ‘’er is meer te zien dan een mens kan afreizen – zeker in deze tijd. Maar ik verwacht dat de fysieke ervaring nooit helemaal zal verdwijnen, want in de basis bestaat kunst grotendeels uit fysieke objecten. Dat kan nooit helemaal vervangen worden door internet.’‘
Grootes: “Het één sluit het ander niet uit. Toen Daguerre zijn uitvinding de Daguerrotype in 1839 publiekelijk introduceerde en men ervan overtuigd was dat dit het medium van de toekomst was, zei de schilder Paul Delaroche “van nu is de schilderkunst dood.”
Inmiddels weten we dat dat scenario niet is uitgekomen, er kwamen alleen nieuwe mogelijkheden bij. Dat geldt nog steeds. Ik denk niet dat fysieke kunst of alle traditionele technieken zullen verdwijnen, ik denk dat nieuwe media en nieuwe platforms alleen een toevoeging zijn aan het spectrum.”