Een stukje niemandsland in Coevorden
Grenzen kunnen dicht zijn of open, beperken of juist kansen geven. Mijn idee van een geografische grens is die van een machtige lijn: een duidelijk voelbaar, zichtbaar en beladen concept dat twee landen van elkaar scheidt. Als ik me een grens moet verbeelden dan zie ik een dikke muur, een hoog hek of een zware ketting voor me. Is mijn beeld ontstaan door de manier waarop grenzen meestal ter sprake komen in de media? Het idee van een grens als een duidelijke fysieke aanwezigheid zorgt er in elk geval voor dat ik ervan uit ga dat ik iets substantieels zou moeten voelen wanneer ik een grens overga. Dat valt echter iedere keer weer tegen.
Ik voel niets als ik in de auto zit en de grens tussen Nederland en België overga.
Het is natuurlijk een voorrecht. Dat ik – een Europese, witte vrouw in het bezit van een Nederlands paspoort – er geen erg in heb wanneer ik een grens oversteek. Dat ik welke grens dan ook zomaar over mag en kan oversteken. Ik voel niets als ik in de auto zit en de grens tussen Nederland en België overga. Ik voel niets als ik een grens passeer terwijl ik in een vliegtuig zit en vorige week voelde ik niets toen ik in de buurt van Coevorden ineens een lange strook ‘niemandsland’ betrad. Ik liep van Nederland door het niemandsland naar Duitsland en er gebeurde niets. Er veranderde niets.
Het gebeurt niet vaak, dat er twee landen zijn die géén aanspraak maken op een stuk grond. Het tegenovergestelde is gebruikelijker: dat beide landen eenzelfde stuk grond claimen, waardoor er een grensconflict ontstaat. In de buurt van Coevorden is een misverstand tussen Nederland en Duitsland over de plaatsing van grenspalen uitgelopen op een stukje niemandsland. Het stuk land is een U-vormige strook land van ongeveer vijf meter breed en driehonderd meter lang. De familie Beukeveld – eigenaar van het stuk land – heeft het in 2010 uitgeroepen tot de soevereine staat Eurostaete. Door de vorm en de relatief kleine oppervlakte van het land zouden er nooit huizen of gebouwen in deze microstaat gebouwd kunnen worden. Wel waren er plannen om het vol te zetten met postbussen, waarop personen en bedrijven zich vervolgens zouden kunnen registreren. Verder wilde Beukeveld het bankwezen en geldsystemen aan de tand voelen, dit deed hij door er vier verschillende banken te registreren en een eigen munteenheid te bedenken: de GuldenMark. Ook had hij plannen om een belastingparadijs van Eurostaete te maken, bijvoorbeeld door er casino’s te vestigen. Idealistisch als Beukeveld was, wilde hij zich ook aanbieden als klokkenluider voor Nederlanders. Hoe optimistisch en interessant deze plannen ook zijn, geen enkele is ooit gerealiseerd. Eurostaete was en bleef een leeg en onhandig-gevormd stuk land.
Hij wilde met deze nieuwe grenzen bepaalde, volgens hem problematische, systemen van zijn buurland Nederland bevragen.
In 2015 is Eurostaete omgedoopt tot de soevereine staat Wonderland. Ook van het bestaan van die staat merk ik maar weinig wanneer ik over de strook grond heen en weer wandel. Een voorbijganger vertelt me dat een maand voor mijn bezoek de laatste tenten met ‘bewoners’ – die het stuk land dag en nacht bewaakten – door de gemeente Coevorden verwijderd zijn. Ze hadden volgens de gemeente geen recht om op de grond te kamperen, omdat de grond gebruikt wordt door een bedrijf. Wat ooit Eurostaete was, is op dit moment namelijk een gloednieuw industrieterrein met glad geasfalteerde wegen, nieuwe rotondes en een glanzend kantoorgebouw van Intergas. De Eurostaete- of Wonderland-vlaggen die ik verwacht had aan te treffen hangen er niet meer. Ik zoek de grenspalen op waardoor het stuk niemandsland ooit ontstaan is. Die zijn met mos overgroeid en staan scheef weggezakt in de grond. “Op die nieuwe parkeerplaats daar, waar die auto’s staan, dat was Wonderland” vertelt diezelfde voorbijganger me. Onzichtbaar dus, deze staat, maar als concept wel aanwezig.
Dat ik een grens zie als een vaststaand gegeven en teleurgesteld ben als ik er in werkelijkheid niets van merk, komt misschien omdat ik ervan uit ga dat een grens een antwoord is. Een antwoord op de vraag waar het ene land ophoudt, en waar het andere land begint. Een antwoord op de vraag welke regels er op het desbetreffende stuk land gelden. Maar dat is het niet; een grens kan eerder juist de belichaming van een vraag zijn. Het biedt de mogelijkheid om na te denken over concepten zoals vrijheid, burgerschap of landloosheid. Want was dat niet wat Beukeveld met zijn eigen soevereine staat wilde? “Mijn eigen land is een unieke manier om ellende aan de kaak te stellen en de wereld te verbeteren,” zei hij ooit in een interview met Vice. Hij wilde met deze nieuwe grenzen bepaalde, volgens hem problematische, systemen van zijn buurland Nederland bevragen. Door een soevereine staat op te richten kan bijvoorbeeld het concept burgerschap bekritiseerd worden: hoe worden mensen burger van dit nieuwe land, en wat houdt dit burgerschap precies in? Voor EuroStaete gold dat iedereen zich tegen een betaling van €50,- kon inschrijven als burger. Vanaf dat moment zou je als burger gelijk zijn aan alle andere burgers, ongeacht je afkomst, inkomen, leeftijd of tot welk geslacht je behoort. Alleen op die manier kon volgens hen een stabiele maatschappij opgebouwd worden. Op een stukje land van 3000 vierkante meter zijn de mogelijkheden, zo staat op de website van EuroStaete vermeld, “onbeperkt en onbegrensd”.
Binnen de filosofie wordt wel gesteld dat onze vrijheid bestaat bij de gratie van grenzen. Hoogleraar Paul Scheffer (1954) verkent in zijn boek De Vrijheid van de Grens bijvoorbeeld het idee dat een open samenleving alleen kan bestaan door ruimtelijke afbakening: hoeveel begrenzing heeft een beschaving nodig die democratie en mensenrechten wil bevorderen? Een soortgelijke vraag kan ook voor het individu gesteld worden: hoeveel of wat voor begrenzing heeft een mens nodig om werkelijk vrij te zijn? Misschien is dat waarom het effect dat een grens op mij heeft me zo teleurstelt. Dat ik als Nederlander op papier misschien wel vrijer ben dan burgers van de meeste andere nationaliteiten, maar ik dat niet zo voel omdat ik in zekere zin niet begrensd word. Heb ik de fysieke aanwezigheid van grenzen nodig om geïnspireerd te worden en me werkelijk vrij te voelen?