Een stille getuigenis van een gekwelde geest
In de vroege morgen van januari 1992 als de bleke ochtendzon het stof in de slaapkamer van William omtovert tot een sterrenstelsel op klaarlichte dag, voelt hij zich vervreemd.
Hij opent zijn ramen, het geluid van het razende verkeer, de subway en de miljoenen mensen bellend op weg naar hun werk klinken anders dan anders. Hij heeft een unheimisch gevoel dat zich in de loop van de maanden evolueert tot een gevangen gevoel in zijn eigen lijf. Het concentreren op gesprekken wordt ingewikkelder, het lezen van de krant, het doen van boodschappen zonder lijstje, het vinden van de weg in wijken waar hij minder bekend is: dagelijkse inspanningen worden beslommeringen.
William Utermohlen is een Amerikaanse kunstenaar die in Londen woont. In het atelier, afgezonderd van de wereld, wordt hij niet gekweld door zijn onaangename gevoelens. In 1992 werkt hij aan een serie schilderijen die ‘The Conversation Pieces’ heten. Schilderijen van mensen in een gesprek aan tafel. Het gebrek aan concentratie dat hij zelf ervaart tijdens de gesprekken met zijn thuisfront, zijn mede kunstenaars en toevallige passanten, lijkt hij te willen transformeren naar schilderijen waar hij mensen weergeeft die in een diepzinnige conversatie verstrengeld zijn, getuigen de wijn, de handgebaren en de aandacht waarmee de afgebeelde personages naar elkaar kijken.
In het voorjaar van 1995 raakt hij in paniek. Dat past niet bij zijn persoonlijkheid, die zich kenmerkt door zijn rust en ingetogenheid. Een bezoek aan het ziekenhuis op een doodnormale doordeweekse dag, eindigt in een persoonlijk catastrofe voor William Uthermohlen als hij te horen krijgt dat hij gekweld wordt door de ziekte Alzheimer. Een duivel die zich als trage lava langzaam en onomkeerbaar over zijn brein uitspreidt. William Utermohlen is dan 62 jaar oud. Hij beseft zijn lotsbestemming en besluit zijn helderheid zo lang mogelijk gevangen te houden achter zijn ogen, zijn hoofd, zijn karakter.
In 1996 begint William Utermohlen moedig aan een reeks zelfportretten die zal voortduren tot op de dag dat hij helemaal niets meer kan. Het voornemen bij deze portretten is om grip te houden op de veranderende situatie. Het is een poging tot zelfgenezing, of een uitstel van een ziekte die eigenlijk niet te bevechten valt. Het kijken naar jezelf is een belangrijk onderdeel van het bepalen van identiteit, het besef van een persoonlijkheid. De eerste ervaring van jezelf in een spiegel herkennen is een belangrijk deel van ieders persoonlijke ontwikkeling. In de portretten is de wanhopige zoektocht naar zijn eigen geest duidelijk zichtbaar. De ziekte zorgt voor een sluimerende persoonlijkheidsverandering die hij uit alle macht probeert tegen te gaan door het meest existentiële te doen binnen de macht van een kunstenaar: het vertalen van een binnenwereld naar beeltenissen voor de buitenwereld. De werken laten op een hartverscheurende manier zien hoe zijn persoonlijkheid zich van hem ontvreemd en hoe hij wordt gekweld door donkere gedachten en angsten, tot op de dag dat hij zichzelf tekent als een wanhopige kluwen aan lijnen met twee zwarte kralen als ogen die zielloos de wereld in staren. Vreselijk verlaten gevoelens, het isolement, het gebrek aan zelfbeheersing, deze man is een geest geworden van zijn eigen bestaan. Het spiegelbeeld van William is niet langer een herkenning van zijn identiteit, maar een vreemde dubbelganger, eentje waarmee hij zich niet langer kan identificeren. Daarmee is een strijd verloren tegen de diepe wil om niet te verdwijnen.
Niet alleen tonen de zelfportretten een stille, subjectieve getuigenis van de gekwelde geest, de medische wereld gaf blijk van grote interesse in de schilderijen, omdat patiënten naar mate de Alzheimer steeds erger wordt niet meer kunnen uitleggen wat ze ervaren. Tevens verleren patiënten te schrijven, dus het bijhouden van dagboeken kunnen zij ook niet. Ook William verloor het vermogen om te schrijven. Dit toont hij doordat hij op een middag in het verzorgingstehuis keer op keer zijn naam probeerde te spellen. Op de pagina’s zien een blijk van wanhoop: Ik ben William, ik kan niet lezen, ik kan niet schrijven.
De serie zelfportretten van de kunstenaar tonen stapsgewijs de verandering van zijn perceptie op de wereld, gelijktijdig met het aftakelen van zijn brein. Dat een patiënt niet meer kan schrijven en lezen, maar een kunstenaar nog wel kan schilderen is zeer uniek en daarom zo waardevol voor medici en hulpverleners. Niet alleen de zelfportretten, maar ook ‘The Conversation Pieces’ serie tonen een inkijk in de gestage transformatie van zijn geest. In deze serie is, weliswaar achteraf beschouwend, een verandering waarneembaar waarin perspectief en vlakverdeling steeds chaotischer worden.
William Utermohlen schildert uit alle macht tot eind 2000. In 2007 overlijdt aan de gevolgen van Alzheimer.