Een ode aan de menselijke geest – over het monumentale wandkleed van Laurence Aëgerter
Alex de Vries bezocht het Museum van de Geest in Haarlem en raakte gebiologeerd door het metersgrote wandkleed van Laurence Aëgerter waarin ze de wisselwerking tussen bewustzijn en onderbewustzijn verbeeldt.
Een wandkleed van 38,5 meter bij 3 meter hoog wordt sinds juni 2023 gedurende een jaar steeds verder ontrold in het Museum van de Geest in Haarlem. Om de twee maanden wordt een volgend deel van deze ‘ode aan de menselijke geest’ getoond. Het is gemaakt door de Frans-Nederlandse kunstenaar Laurence Aëgerter (Marseille, 1972) die daarmee de wisselwerking tussen het bewustzijn en het onderbewustzijn als een eigentijds epos verbeeld.
Bij een wandkleed met een dergelijk omvang gaan de gedachten meteen uit naar het beroemde Tapijt van Bayeux van 70 meter lang en 50 cm hoog. Het was voor Aëgerter een referentie, omdat het ook een epos laat zien. Maar in plaats van een oorlogsverhaal te illustreren, heeft zij een ‘epos van de geest’ gemaakt. Ze deed dat in nauwe wisselwerking met Hans Looijen, directeur van het Museum van de Geest. Looijen vond in Aëgerter de gedroomde kunstenaar om de historische collectie over psychiatrische zorg van het bijna 700 jaar oude voormalige Pest- Dol- en Leprooshuis van Haarlem te verbeelden. Het museum stelt persoonlijke verhalen van patiënten en zorgverleners centraal.
Opvallend aan de samenwerking met Laurence Aëgerter is dat de kunstenaar niet zozeer een verhaal met een kop en een staart wil vertellen. Zij maakt juist door middel van verbeelding inzichtelijk hoe we als mensen laveren tussen ons rationele bewustzijn en ons onderbewustzijn. Naast gezond verstand zijn het droombeelden, fantasie, hallucinaties en andersoortige waarnemingen die ons gedrag beïnvloeden. ‘Het functioneren van onze geest, maar juist ook het niet functioneren, is iets magisch voor mij,’ zegt ze. ‘Het is fascinerend hoeveel we weten zonder te beseffen wat we weten.’ De beelden die ze gebruikt hebben herkenbare aspecten, maar worden door haar in een geabstraheerde samenhang opgenomen waardoor de verhalende betekenis ervan ondergeschikt wordt aan de zinsbegoochelende monumentaliteit van het wandkleed.
Aëgerter studeerde kunstgeschiedenis in Aix-en-Provence en sloot in 1997 haar studie af aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, om daarna in 2005 aan de Gerrit Rietveld Academie als beeldend kunstenaar af te studeren. Van jongs af heeft ze haar speurzin ingezet voor haar beeldend onderzoek. Het kinderlijke verlangen om als detective, rechercheur of spion te werken heeft ze als kunstenaar een eigenzinnige invulling gegeven.
Een ander project van haar is opgenomen in de vaste collectie van het Museum van de Geest en gaat over het controversiële gebruik van de isoleercel in de psychiatrische zorg. Het heet Leviathan waarvoor ze in opdracht van het museum gedurende een week een voormalige isoleercel van de gesloten afdeling van een psychiatrische instelling bewoonde. Ze voerde er zeven installaties uit waaraan honderd patiënten en personeelsleden deelnamen. De participatieve installaties werden op video vastgelegd.
Dan is er ook nog in de ommuurde tuin van het museum Healing Plants for Hurt Landscapes te zien een project waarbij buurtbewoners werden uitgenodigd om foto’s van verwoeste landschappen met medicinale planten te behandelen.
Laurence Aëgerter laat zien dat een wisselwerking tussen wetenschappelijk en artistiek onderzoek vruchtbaar kan zijn door wederzijdse ontvankelijkheid voor elkaar te tonen. Haar samenwerking met wetenschappers is altijd respectvol, maar haar eigen kunstzinnige inbreng geeft aan het materiaal dat ze als bron gebruikt een nieuwe dimensie. De tekeningen van patiënten, de teksten uit psychiatrische handboeken, de foto’s van behandelmethoden en instrumenten die ze in het wandkleed heeft verwerkt, zijn er niet als objectieve artefacten in opgenomen, maar in stemmige bewerkingen verbeeld in het kleurrijke weefsel. Zo is een lijntekening van een deur die op een kier staat in het wandkleed een verwijzing naar de geslotenheid van de psychiatrische instelling en het isolement waarin patiënten verkeren. Dat de deur een opening naar een andere ruimte laat zien geeft toch een onverwacht perspectief en biedt een hoopvolle verwachting.
In de zaal waar haar wandkleed wordt getoond is ook haar werk Photographic Treatment te zien. Het is een reeks van visueel vergelijkbare maar verschillende foto’s bedoeld om mensen met dementie bij haar werk te betrekken en met hen in contact te komen. Ze ontwikkelde dit werk met Nederlandse experts uit de neurologie, geriatrie en psychologie, in samenwerking met VUmc en Zorgbalans en Amstelring. Het wetenschappelijk onderzoek werd geleid door prof. dr. Rose-Marie Droës, hoogleraar in de psychogeriatrie. Het project onderzoekt het therapeutisch gebruik van foto’s bij ouderen met dementie. Om een voorbeeld te geven: ze combineerde een foto van twee spiraalvormige softijsjes met een foto van een gedraaid trappenhuis. De vormovereenkomst is evident, maar het kan je vervolgens op de gedachte brengen of een trap ook kan smelten. Op haar website staat er het volgende over: ‘Hersenstimulatie is vooral belangrijk voor mensen die lijden aan de nadelige gevolgen van dementie, omdat het bewezen heeft dat het helpt om het proces van hersendegeneratie te vertragen, volgens het principe van hersenplasticiteit ‘Use It or Lose It’. Ze had er veel succes mee en in oktober 2015 ontving zij de Prix Nestlé, Prix International de la Photographie van het Zwitserse Festival Images Vevey. De vijf kunstenaarsboeken van het project werden een jaar later bekroond tijdens de manifestatie ‘Rencontres d’Arles’.
De veelzijdigheid van het werk van Aëgerter is weliswaar de uitkomst van een combinatie van artistiek en wetenschappelijk onderzoek en intensieve samenwerking met betrokkenen en deskundigen, maar wordt door haar verrassend kunstzinnig en persoonlijk uitgewerkt. Waar de wetenschapper objectief en neutraal onderzoeksresultaten presenteert, daar laat Aëgerter als kunstenaar zien wat dit materiaal met haar doet, hoe ze het ondergaat en bewerkt tot een eigen beeldtaal. Dat geldt ook voor haar wandkleed ‘Epos van de Geest’ dat ze in het TextielLab van het Textielmuseum in Tilburg maakte. In samenwerking met Stef Miero voerde ze het werk uit op de Jacquard weefmachine.
Met collectiebeheerder Willem Oosterbaan van het Museum voor de Geest exploreerde ze de objecten uit de eeuwenlange geschiedenis van het Dolhuys. Ze verwerkte die voorwerpen en documentaire beelden in het wandkleed dat ze een natuurlijk aanzien gaf. Deze bespiegeling van de werking van de menselijke geest laat ze zien tegen de achtergrond van abstracte landschappen die in elkaar overvloeien, soms ingetogen, dan weer theatraal of geëxalteerd. Ze ziet het wandkleed als haar manier om te schilderen. Ze gebruikte 58 garens zoals mohair, merinowol, linnen en reflecterend en fosforescerende textiel; in totaal 100.000 meter inslagdraad.
Het resultaat is een waanzinnig doolhof dat als een monumentaal hersenspinsel in het museum hangt. Daarmee laat Laurence Aëgerter zien dat hersenschimmen en drogbeelden niet krankzinnig hoeven te zijn. ‘Voor mij kunnen ze als een bevestiging van menselijke verbeeldingskracht juist een extra kunstzinnige betekenis aan de zin van het leven geven.’
De tentoonstelling Epos van de Geest is nog tot en met 23 juni 2024 te zien in Museum van de Geest in Haarlem.