Een ode aan de materie
‘Pics or it didn’t happen – de fotografische documentatie van een tentoonstelling is belangrijker geworden dan de tentoonstelling zelf.’, Aldus Melanie Bühler, curator van Inflected Objects en schrijver van het boek No Internet, No Art. Het eerste deel van de tentoonstelling, #1: Abstraction – Rising Automated Reasoning, vindt in juni 2015 plaats in Milaan. Deze analyseert de abstractie van technologische en economische stromen die onze levens bepalen en de materiële kunst beïnvloeden. De huidige expositie van De Hallen in Haarlem #2: Circulation – Mise en Séance ‘reanimeert verborgen objecten die stil stonden in het depot, onaangetast door de digitale drukte om hen heen. Ze gaan nieuwe relaties aan met kunstwerken die voor deze tentoonstelling zijn gemaakt, maar worden ook op de proef gesteld, wat is hun huidige waarde?’
De tentoonstelling start met een groot scherm waarop een aftiteling te zien is van de gegevens die bij de kunstwerken horen; titel, kunstenaar en jaartal rollen aan het oog voorbij. Wie achterhalen wil welke beelden behoren tot deze namen is echter genoodzaakt Google te gebruiken en wordt hierdoor direct geconfronteerd met de digitale beeldcultuur: No internet, No art. Tegenover het projectiedoek hangt hoog aan de muur een langwerpige kroonluchter, gehuld in plastic. Je wordt als toeschouwer herinnert aan de opslagruimtes waar de curator vele objecten heeft opgediept en je waant je tussen rijen van schappen met kostbare vondsten.
Objecten van de 16e tot en met de 20e eeuw uit de depots van het Frans Hals Museum en De Hallen staan zij aan zij met hedendaagse kunst en gaan een dialoog aan met elkaar. De oude objecten, die voor het eerst zichtbaar zijn voor publiek, staan als kostbare vondsten uit een oude zolder opgesteld. Ze zijn vaak fragiel, haast teder in hun verschijning en worden tentoongesteld in een soort vitrinekast. Echter is deze kast opgebouwd uit vier naast elkaar hangende lichtbakken, laag bij de grond. Er vindt letterlijke ‘uitlichting’ plaats, wat een mooie verwijzing is naar het uitgangspunt van Mise en Séance: een podium geven aan ‘vergeten’ objecten. Het felle schijnsel zorgt ervoor dat de objecten tot silhouetten worden teruggebracht en de toeschouwer wordt hierdoor gedwongen te knielen en de voorwerpen de aandacht te geven die ze verdienen.
Er klinkt zacht geklingel van een mobiel dat boven een ledikant van Katja Novitskova hangt. Het babybedje wordt heen en weer geschommeld door een electronic baby swing en erboven bungelt een mobiel met kleine hersenen van plastic. Het bedje is afgedekt met een transparante afdruk van iets dat lijkt op ingewanden. Het totaalbeeld is verontrustend. Er is niemand aanwezig die het kindje wiegt, de lieflijke klanken suggereren een moeder die afwezig blijft.
Boven de wieg hangen twee schilderijen: een vrouwenportret en een abstract tafereel, dat met roodtinten de gedrukte organen op het ledikant benadrukt. De melancholische blik van de dame kijkt weg van het tafereel; Portret van een onbekende vrouw uit 1867 krijgt een twijfelachtige moederrol toegewezen.
Martijn Hendriks toont grote installaties met hangend, staan, liggend geplaatste ‘found objects’: een wit masker, een katheterzak en transparante gietsels van sneakers zijn onder meer te vinden in de stalen constructies. De gevonden objecten bezitten een directe verwijzing naar de kunstvoorwerpen uit depots, maar tonen een ander tijdsbeeld. Zes eeuwen worden hier vervlochten. Ook een tweede serie lichtbakken brengen dit teweeg. De Roze geschilderde kreeftenschaar van een anonieme maker uit een onbekend jaar ligt stoïcijns te midden van afgietsels van handen, gemaakt door Vanessa Safavi. Ze heeft het doen lijken alsof de warmte van de lampen die de handen van onder beschijnen de vingertoppen laten smelten; er ligt een roodoranje poeltje onderaan elk van haar kunstwerken.
We leven in een gedigitaliseerde wereld, waarin weinig plaats is voor het oude. Althans, dat lijkt Mise en Séance uit te willen drukken met zijn halfdonkere ruimtes. Hedendaagse kunstwerken willen een nieuwe stem geven aan verborgen objecten uit de depots van De Hallen en het Frans Hals Museum. De mechanische beeldtaal van Martijn Hendriks toont een benadrukking van de digitale wereld in de gehele tentoonstelling. Kunst kan over de hele wereld verspreid worden via nieuwe media, via machines, en ons in contact brengen met beelden die ons tientallen jaren geleden niet hadden kunnen bereiken. Filosoof Walter Benjamin leefde ten tijde van de opkomst van fotografie en film (lang voordat er selfies met kunstwerken werden gemaakt) en spreekt al in 1955 van het wegkwijnen, ineenschrompelen en vergruizen van de aura van kunstwerken door reproductie. Mise en Séance is een eerbetoon aan ‘echte’ kunstwerken, zonder melancholisch te zijn; de tentoonstelling lijkt de toeschouwer aan te moedigen om goed te kijken, kunst te ervaren en stil te staan bij de schoonheid van het object.
Bronnen:
http://www.curamagazine.com/?p=20737
http://www.gjerutten.nl/OverWalterBenjaminsKunstwerkessay.pdf
Inflected Objects #2: Circulation – Mise en Séance is tot en met 16 mei 2016 te bezoeken in De Hallen in Haarlem.