Een gedeelde vorm van menselijke verlatenheid – op atelierbezoek bij Joran van Soest
Alex de Vries ging op atelierbezoek bij Joran van Soest. ‘Ik wil met mijn werk graag mezelf overstijgen en een plek voor reflectie maken waar anderen zich ook in kunnen vinden. Dat communicatieve aspect is erg belangrijk voor waar ik met mijn werk naar toe wil. Het is ook iets dat doorspeelt in het wel en niet begrijpen van anderen. Ik denk namelijk dat iedereen moeite heeft elkaar te begrijpen, en dat de ruimte om elkaar te begrijpen niet altijd vanzelfsprekend is.’
Joran van Soest hanteert Icarus als een eigentijdse stijlfiguur. Hij is erop uit dat zijn werk een hoge vlucht kan nemen, of hij het nu met een licht gas van zweefvermogen voorziet of met was gelijmde vleugels tot aan de zon laat opstijgen. In beide gevallen is het zijn opdracht om aan het lot van zijn voorgangers te ontsnappen en niet neer te storten. Over zijn intenties zegt hij: ‘Ik wil ervoor waken mezelf als het cliché van de onbegrepen kunstenaar weg te zetten. Omdat mijn werk gaat over de manieren en complexiteiten van het elkaar begrijpen.’
Het atelier van Joran van Soest bevindt zich aan de Hemelrijken in Eindhoven. Het pand is ooit gebouwd als basisschool en is daarna in gebruik genomen door de Academie voor Industriële Vormgeving Eindhoven die zich later als Design Academy vestigde in het gebouw De Witte Dame. Inmiddels werken er aan de Hemelrijken alweer langere tijd kunstenaars in de voormalige klaslokalen. Joran van Soest heeft twee naast elkaar gelegen lokalen gehuurd om zijn zwart-witte werk gescheiden te houden van schilderijen in kleur. Voor het gebouw heeft hij op het gras een aantal van zijn zeppelinsculpturen uitgestald en keramische beelden van zogeheten radiotorens die hij eind 2022, begin 2023 in het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC) in Oisterwijk heeft gemaakt.
Het kunstenaarschap is Joran van Soest niet komen aanwaaien, al heeft het wel altijd in hem gezeten. Zowel zijn vader als zijn moeder volgde een kunstopleiding aan de Academie St. Joost in Breda die ze niet voltooiden. Ze gingen uit elkaar toen hun zoon twee jaar was. Judocus van Soest verhuisde naar Amsterdam waar hij naam maakte als vj met analoge diaprojecties. Jorans moeder, Linda Veldhuizen, bleef in Nijmegen wonen en kreeg een loopbaan als manager. Sinds die tijd bewoog Joran van Soest zich tussen twee huizen. Dat voortdurend onderweg zijn, heeft hem gesterkt in de overtuiging dat de betekenis van zijn werk als beeldend kunstenaar eerder moet worden gezocht in de totstandkoming en het tonen ervan dan in het resultaat.
Het drong al in zijn vroege jeugd tot Joran door dat hij moeite had zich te verbinden aan maatschappelijke verhoudingen en processen. Altijd had hij het gevoel dat hij daarbuiten stond en dat hij zich moest inspannen om aansluiting te vinden bij wat er om hem heen gebeurde. Hij vond het niet makkelijk om anderen te begrijpen en begrepen te worden. De behoefte om zich wél te verbinden met de samenleving is daardoor de leidraad geworden van zijn kunstenaarschap.
‘Het kostte me veel energie om een evenredige relatie te hebben met de wereld om me heen,’ zegt hij daarover. ‘Ik moet extra mijn best doen om mijn wereld aan die van anderen te relateren. Daar wil ik door middel van mijn kunstwerken iets constructiefs mee doen. Als ik in een ruimte ben of een evenement bezoek heb ik er moeite mee om het geheel te overzien. Ik richt me op specifieke fragmenten waardoor ik me laat meeslepen. Aan de samenhang tussen de afzonderlijke waarnemingen ontleen ik dan later pas de betekenis. Alles wat ik observeer zit daardoor als een losse puzzel in elkaar. Daar kan ik dan iets van maken wat mij houvast geeft. Het is eigenlijk een vorm van omgekeerd kijken: ik leid niet uit het geheel delen af, maar stel uit delen het geheel samen. Personen, voorwerpen, kaders, grenzen en ruimtes vormen aanknopingspunten voor de betekenis van het geheel. Op mijn veertiende drong het tot me door dat ik op die manier beelden kon samenstellen die ook voor anderen van betekenis waren.’
Tijdens de laatste jaren van zijn middelbareschooltijd volgde Joran van Soest tekenlessen bij de Nijmeegse schilder Roderick Brenninkmeijer voor wie hij ook als assistent ging werken. Na de havo en het vwo ging hij in 2013 naar de kunstacademie in ’s-Hertogenbosch, waar hij in 2018 afstudeerde.
‘Ik deed vijf jaar over mijn studie, omdat ik tijdens mijn eerste eindexamenjaar niet tot één samenhangende presentatie kwam. In het derde jaar had ik veel geëxperimenteerd, vooral ook met dans, performance, fotografie en film en ik was op reis geweest om een film te maken met een danser en choreograaf die in Boedapest werd gepresenteerd. Ik ben toen twee maanden in Hongarije gebleven. In de kamer waar ik toen woonde begon ik met het maken van een parachute als een vorm voor het opvangen van mezelf en het vinden van een plaats in de wereld. Ik tekende toen ook al zeppelins die tegelijkertijd iets verstild hebben en iets gevaarlijks in zich dragen.’
In zijn werk hanteert Joran van Soest naar eigen zeggen drie ‘tropes’ of stijlfiguren: hoe verhoud ik me tot iets dat groter is dan mezelf, wat doet dat met mij en hoe krijg ik greep op de wereld. De figuurlijke gedaante die dat bij hem aanneemt is gevarieerd en bestaat onder meer uit de bekende Rückenfigur, die door Caspar David Friedrich in zijn schilderij ‘De wandelaar boven de nevelen’ uit circa 1818 letterlijk tot grote hoogten is gevoerd. ‘Het idee van samen onderweg zijn wordt verbeeld door iemand die voor je uitloopt in relatie tot het landschap dat je omringt. Die rugfiguur neemt vrijwel altijd een tussenpositie in. Hij staart in de verte en daardoor is hij niet hier, maar ook niet daar want hij kijkt naar waar hij nog niet is.’
De waarachtige aanwezigheid van zo’n figuur is in een schilderij doorslaggevend voor de betekenis ervan, omdat de kijker zich er dan mee kan vereenzelvigen.
‘Ik gebruik in mijn werk mijn eigen figuur en idealiter ook mijn positie in performances. Die staan tussen de echte wereld en mijn werk in. Deze echte wereld is er een van reflecties, posities, tussenruimtes en communicatieve middelen en daar beweegt mijn figuur zich als Rückenfigur tussendoor.
Ik wil met mijn werk graag mezelf overstijgen en een plek voor reflectie maken waar anderen zich ook in kunnen vinden. Dat communicatieve aspect is erg belangrijk voor waar ik met mijn werk naar toe wil.
Het is ook iets dat doorspeelt in het wel en niet begrijpen van anderen. Ik denk namelijk dat iedereen moeite heeft elkaar te begrijpen, en dat de ruimte om elkaar te begrijpen niet altijd vanzelfsprekend is.‘
De kracht van deze Rückenfigur is dat je met hem meekijkt, waardoor je als kijker in het beeld wordt opgenomen. Er wordt een eenmansperpectief geschapen dat aan jou als kijker lijkt voorbehouden. Die gedeelde vorm van menselijke verlatenheid is typerend voor het werk van Joran van Soest.
In een van zijn recente tekeningen, Within uit 2023, is de mens zelfs bijna niet te zien en toch voel je je in het werk opgenomen. Doordat het schilderij in zwart, wit en grijs acryl is geschilderd, doet het zich getekend voor. In een landschap van bomen en struiken is een fijnmazig hoog hek zichtbaar dat je het idee geeft dat je erdoor wordt omsloten en dat de ruimte ervoor en erachter van elkaar zijn gescheiden, terwijl ze toch een eenheid vormen. Sterker nog dan bij een schilderij waar een mens op de rug wordt gezien is hier het gevoel dat je op jezelf bent teruggeworpen.
Joran van Soest maakt in dit schilderij op een navrante manier duidelijk dat hij ook binnen het maatschappelijk collectief als mens op zichzelf is aangewezen. De titel Within geeft weliswaar aan dat hij ergens in is opgenomen, maar dat hij daarbinnen zelf verantwoordelijk is voor zijn handelen.
De schilderijen van Joran van Soest zijn opgebouwd uit tal van materialen: verf, inkt, krijt, kalk, houtskool. Door het gebruik van die gemengde technieken bewijst hij dat hij als kunstenaar materiaalbeheersing combineert met eigenzinnige zelfwerkzaamheid waarmee hij direct uitdrukking geeft aan zijn ideeën over zijn plaats in de wereld.
Hij zoekt naar een veelheid van vormen om die individuele positie in het bestaan een meerwaarde te geven. Naast zeppelins, parachutes, wandelaars en verlaten landschappen heeft hij radiotorens, kamers, kampvuren, tenten en stoelen aan zijn arsenaal toegevoegd. Altijd is er een vorm die menselijke aanwezigheid betekenis geeft in de zin van een grens tussen binnen en buiten. De eigen ruimte die wordt ingenomen contrasteert met het gebied daarbuiten dat staat voor het onbekende, het niet-weten. Veilige, vaste ruimtes staan tegenover tijdelijke, onzekere plekken. Hoewel zijn werk niet nadrukkelijk politiek is, spreekt Joran van Soest zich daarmee wel uit over de desolate mens die zich probeert vast te houden aan wat hem gegeven is en die, als hem dat wordt ontnomen, op zoek gaat naar een haalbaar alternatief.
Zijn werkperiode van drie maanden in het EKWC heeft Joran van Soest ervaren als een ‘make or break’ moment. Een eerste poging in maart 2022 om daar te werken moest hij afbreken omdat allerlei opdrachten en verplichtingen die hij was aangegaan te veel van zijn tijd vroegen.
‘Het EKWC is niet alleen een maakplek, maar vooral ook een ontwikkelplek en daar moet je wel de tijd voor nemen. Dat lukte eerst niet. In overleg heb ik die werkperiode toen uitgesteld en van december 2022 tot maart 2023 heb ik daar een heel goede tijd gehad. Ik maakte er radiotorens en zeven stoelen in keramiek en deed er ideeën op voor nieuw multimediaal werk. Ik wil weer dansperformances gaan maken om mezelf tussen mijn werk en de kijker te plaatsen. Ik denk na over een nieuwe film en projecten met muziek. Na de academie maakte ik een vijfjarenplan met te realiseren voornemens als: een eigen website, een solotentoonstelling, een museale presentatie, een betaalbaar atelier, het maken van een film en installaties, in contact staan met de kunstwereld en het maken van schilderijen als een constante onderstroom. Nu toont wat ik wil gaan maken zich niet zozeer in die schilderijen, maar eerder in objecten en installaties. Ik streef naar een museale solotentoonstelling in 2025. Op het programma staan nu een expositie bij Galerie Larik in Utrecht en een presentatie bij SEA Foundation in Tilburg.’
In zijn academietijd maakte Joran van Soest een paar schilderijen van iemand die in een onafzienbaar landschap op de horizon loopt, die als kleine figuur verbonden is met de grote dingen in de wereld.
De hulpeloosheid die dat beeld oproept is de essentie van de kracht van zijn beeldtaal. Hij kan niet bij de pakken neer gaat zitten. Hij moet ze uitpakken.