Een gebroken identiteit en scherven van herinneringen – over het werk van Chris Rijk
Op het Delfts Blauw van Chris Rijk zijn geen molens, weilanden en wolkenluchten te zien, maar iconische beelden van queer personen. Met zijn werk bevraagt hij heteronormatieve waarden en morrelt hij aan tradities. Jasper Martens interviewde Chris en schreef een essay over de rol die zijn eigen queer identiteit speelt als hij naar dit werk kijkt.
Toen ik op een koude decembermiddag de studio van Chris Rijk binnenliep, werd ik begroet door een overvloed aan borden die op het eerste gezicht deden denken aan de iconische oud-Hollandse scènes afgebeeld op Delfts Blauw aardewerk. Maar bij nadere inspectie werd ik verrast door de erotische afbeeldingen met verwijzingen naar fetisjen, penissen en andere naakte lichaamsdelen. Rijk beschrijft deze erotische voorstellingen als een motief, eerder dan een specifiek onderwerp. Zijn homoseksualiteit speelt hierbij een belangrijke rol: ‘Ik ben gewoon homo, dus mijn werk is dat ook, dat is de bril waardoor ik naar de wereld kijk. Nu kan ik het vanuit een underdog positie doen.’
De homoseksuele identiteit is belangrijk voor de kunstenaar, maar wat is de rol van mijn eigen queer identiteit als ik naar dit werk kijk? Ik ben nieuwsgierig naar de invloed van de homoseksuele blik op de kijker; wat zegt deze kunst wanneer deze wordt bekeken door een ‘roze bril’? Concreet, wat zegt deze kunst eigenlijk over de queer ervaring en identiteit? Kijken queer personen anders naar deze objecten dan heteroseksuelen? Ik vraag me af hoe seks als motief een representatie is van ervaringen en herinneringen van queer persoon. Aangezien queer personen een andere ervaring hebben in de heteronormatieve maatschappij, kan de betekenis van kunst ook veranderen door de blik van de kijker.
Identiteit en disidentificatie
In de discussie over queer identiteit wordt vaak teruggegrepen naar het verleden om inzicht te krijgen in de hedendaagse identiteit. Een invloedrijk onderzoek is Carolyn Dinshaws Getting Medieval waarin ze bekijkt hoe het verleden invloed heeft op queer personen en gemeenschappen nu. Dit onderzoek legt een verband tussen de historische afkeer tegen queer personen en hedendaagse problematiek. Lange tijd, en in sommige landen nog steeds, werd gedacht dat seks tussen mannen pecca mutum (de stille zonde), verboden en zondig was. Heather Love beschrijft in Feeling Backwards: Loss and the Politics of Queer History hoe dit pijnlijke verleden van homofobie gevoelens van schaamte, zelfhaat en eenzaamheid kan oproepen. Deze gevoelens zijn vaak verbonden aan ervaringen van uitsluiting en de onmogelijkheid van homoseksuele relaties. Love benoemt dat het ‘feeling backwards’ een belangrijk aspect is van queer cultuur, waarin het verleden nog steeds van invloed is op onze hedendaagse denkwijzen en identiteit.
Door te werken met de vormtaal van Delfts Blauw, werpt ook Rijk een blik op het verleden. In de context van queer cultuur kan het werk van Rijk gezien worden als kritiek op de (historische) behandeling van queer personen. Delfts Blauw wordt vaak beschouwd als een iconisch symbool van Nederland, en draagt nog altijd de ‘oer-Hollandse’ normen en waarden van de zeventiende eeuw met zich mee. Het aardewerk belichaamt een tijdperk waarin queer personen onderdrukt werden. Rijks kunst kan gezien worden als een vorm van verzet en een trotse uiting van queerness.
In het boek Disidentifications: Queers of Color and the Performance of Politics beschrijft José Esteban Muñoz hoe dominante vormen van identiteit in de heteronormatieve witte samenleving ontstaan en invloed hebben op het proces van identificatie van niet-witte queer personen. Disidentificatie beschrijft de strategieën die minderheden toepassen om normatieve verwachtingen en fobieën te overleven. Omdat queer personen zich niet identificeren met de heteroseksuele standaarden, resulteert dit in een bewustzijn van de opgelegde normen en de geboorte van een nieuw perspectief. Dit bewustzijn van de heteronormatieve maatschappij, zorgt ervoor dat queer gemeenschappen ontstaan. Disidentificatie gebruikt en behoudt dus bestaande normen om iets nieuws te creëren door zich ervan af te zetten.
In het werk van Rijk signaleer ik ook disidentificatie. De homoseksuele kunstenaar identificeert zich niet met de heteronormatieve mannelijke normen. Hij omschrijft zijn werken als dagboeknotities over de man die hij wil zijn; mannelijk, sterk, met een lage stem, groot en gespierd. Dit is de man die de heteronormatieve maatschappij roemt, het is de man die Rijk niet is. Hier omschrijft de kunstenaar een moment waarop hij disidentificatie tegenkomt. In het proces van disidentificatie gebruikt Rijk de ideologieën waarmee hij disidentificeert, heteroseksueel en typische mannelijk, om een eigen queer utopie te verbeelden. Hierbij is de ideologie waarmee hij zich disidentificeert zichtbaar in de vorm van de behaarde en stoere afgebeelde mannen zichtbaar in Onbruikbaar object 1. Tegelijkertijd is de nieuwe queer toevoeging te zien in de homoseksuele verbeeldingen. Rijk biedt een nieuw perspectief op de queer ervaring. Normaal gesproken is deze gebaseerd op disidentificatie en aanwezigheid in plekken waar queer persoon niet horen te zijn. Nu geeft hij queer personen de mogelijkheid om zich te identificeren met kunst.
Seks en seksuele hiërarchieën
Rijks keramiek verbeeldt homoseksuele ervaringen die historisch als verwerpelijk werden gezien. Chris Rijk bevraagt dit systeem van seks en heteronormatieve waarden. Dat doet hij in Tulpentoren, een vaas waarop verschillende naakte mannelijke figuren zijn afgebeeld in posities en houdingen die niet aansluiten bij de heteroseksuele reproductieve seks. De vorm van het werk speelt met de vormtaal van zeventiende-eeuwse bloempiramides. Bloempiramides werden gemaakt in opdracht van de koningin en zijn generaties lang in het bezit geweest van de koninklijke familie. Hierdoor hebben ze een rol gespeeld in de bevestiging van normen en een systeem dat andere vormen van seks niet accepteerd. Daarom is seks die afwijkt van de norm een politieke daad, een protest tegen de normen en waarden. De bloempiramide, nu onderdeel van de collectie van het Rijksmuseum, speelt een rol in het versterken van de nationale identiteit. Daarentegen speelt Rijks vaas met traditionele connotaties en bevraagt het verleden. De denkwijze van de tijd waarin de bloempiramide in het Rijksmuseum werd gemaakt, blijft verbonden met het object. Door middel van zijn beeldtaal verwerpt Rijks de zeventiende-eeuwse denkwijze en introduceert het queer naaktfiguren. Het object transformeert tot een hedendaags monument dat de queerervaring documenteert, vermomd als een bloempiramide.
De werken zijn representatief voor de gemeenschappelijke ervaring van queer personen. Namelijk de gemeenschappelijke ervaring van uitsluiting, schaamte en angst maar ook disidentificatie met heteronormatieve ideologie en vormen van seks. Dit zien we terug in borden die doen denken aan profielfoto’s op de datingapp Grindr en cruising gebieden. Sweatpants doet denken aan een profielfoto op Grindr.
Vanwege de angst om herkend te worden laten veel Grindr gebruikers hun gezicht niet zien maar hun lichaam wel. Het geslachtsdeel van de man is zichtbaar door de broek
heen. Ook de afgebeelde naaktfoto’s van het geslachtsdeel met andere objecten, zoals zichtbaar in Afstandsbediening 2, laat de gewoonte zien om het geslachtsdeel te fotograferen met alledaagse objecten om de afmeting te bewijzen. Deze connotatie met Grindr zal weinig homo’s ontgaan maar minder bekend zijn bij hetero’s. Deze werken laten een gemeenschappelijke ervaring zien, het is een ‘inside joke’ die alleen de gemeenschap begrijpt. We kunnen de objecten vergelijken met de queer ervaring, op het eerste gezicht lijkt de kunst een gebruikelijk Delfts Blauw bord zoals alle andere, maar als je goed kijkt, zie je dat het werk totaal verschilt van de rest. Dit ‘afwijken’ is leidend in de identiteit van veel queer personen.
De borden die de behaarde en gespierde oerman afbeelden spelen met de fascinatie voor mannelijkheid die erg aanwezig in de homogemeenschap, die zich uit in de seksuele voorkeuren als ‘masc for masc’ maar ook het zo mannelijk mogelijk voordoen en het verhullen van meer vrouwelijke eigenschappen.
Het werk verbindt de gemeenschap door herinneringen te tonen die uniek zijn voor queer personen. Het zijn herinneringen van schaamte, ondermijning, maar ook van vrijheid en trots. Ik interpreteer het werk van Rijks als een viering van anders zijn in een wereld die dit niet altijd waardeert. De queer identiteit leeft niet in een vacuüm van tijd maar is verbonden aan het verleden. De kunst van Chris Rijk is een medium om deze identiteit en herinneringen te claimen, begrijpen en herkennen en oude denkbeelden stuk te slaan.
Literatuur:
Dinshaw, Carolyn. Getting medieval: Sexualities and communities, pre- and postmdern. Durham, NC: Duke University Press, 1999.
Halberstam, Jack. In a queer time and place: Transgender Bodies, subcultural lives. New York: New York University Press, 2005.
Love, Heather. Feeling backward: Loss and the Politics of Queer history. Cambridge, MA: Harvard University Press, 2007.
McCann, Hannah, and Whitney Monaghan. Queer theory now from foundations to futures. London: Bloomsbury Academic, 2020.
Muñoz, José Esteban. Disidentifications queers of color and the performance of politics. Minneapolis: University of Minnesota Press, 1999.
Rubin, Gayle. “Thinking Sex: Notes for a Radical Theory of the Politics of Sexuality.” Essay. In Culture, Society and Sexuality a Reader. London: Taylor and Francis, 1984.