Een blik op Prospects
Van 1 tot en met 4 juli vindt dit jaar de 22e editie van Art Rotterdam plaats.
Een hedendaagse kunstbeurs bezoeken blijft een makkelijke manier om in sneltreinvaart tijd veel nieuwe kunst te zien. Na een lange periode waarin kunst minder toegankelijk was, is één rondje over de beurs echter al genoeg om het je te laten duizelen. Gelukkig zijn er de Prospects. Het wat mij betreft meest spannende onderdeel van Art Rotterdam is al bijna tien jaar lang te vinden bij de Prospects & Concepts tentoonstelling. Dit keer laten 74 jonge kunstenaars daar hun werk zien. Allen ontvingen zij in 2019 de Werkbijdrage Jong Talent (1) van het Mondriaan Fonds.
De tentoonstelling voor nieuw talent heeft een naamsverandering ondergaan en heet voortaan ‘Prospects’, zonder de ‘Concepts’ dus. Dit betekent echter niet dat de conceptuele dichtheid dit jaar minder hoog is. Er is veel te zien dat meer dan één blik nodig heeft om te begrijpen. Maar waar de overdaad aan kunst op de rest van de beurs soms nogal heftig kan overkomen, is de lading aan verschillende ideeën en vormen bij de Prospects goed verdeeld over de tentoonstelling. Hier hoeven de kunstenaars elkaar minder af te troeven dan op de beursvloer en voelen de twee expositiezalen in balans door de relatief ruime opstellingen.
Eva Hoonhout
De rust van de Prospects zalen heeft misschien ook te maken met een aantal trends. Zoals valt te verwachten in pandemische tijden is zelfzorg een terugkerend thema. Veel werk gaat over het eigen lichaam en hoe je als individu te verhouden tot de wereld om je heen. Neem bijvoorbeeld het werk “Here Is To The Mess We Make” van Eva Hoonhout. Deze installatie toont twee kledingstukken aan een hanger en het bijhorende naaipatroon als maquette. Als je zelf je eigen kleren maakt dan is het gangbaar om gebruik te maken van dergelijke patroontekening; een groot vel papier waar alle losse onderdelen op staan. Hoonhout heeft van de patroontekening zelf een driedimensionaal object gemaakt door de omlijningen als wanden omhoog te trekken. De maquette maakt van het kleding maken zelf letterlijk een beschermend fort tegen de buitenwereld.
Tegelijkertijd is dit fort een keurslijf. De witte pijlen die op de plattegrond van de maquette lopen verwijzen naar het sturende karakter van de openbare ruimte. Zodra je de voordeur uitloopt dwingen talloze details als stoepranden, wegbelijning en straatmeubilair ons in een bepaalde richting op straat. Zo stuurt ook kleding de manier waarop je je lichaam kan bewegen.
Myrte van der Molen
Het werk “SOSocial” (2020) van Myrte van der Molen is moeilijk te missen, de serie van 25 videos begroeten je bij de ingang van Prospects. Ondanks dat de reeks videoschermen de hele gang beslaat, gaat ook dit werk over hoe je lichaam zich verhoudt tot de wereld om je heen. Ditmaal is de wereld de ander. Molen onderzoekt in een uniforme white cube met mimespelers, kostuums en attributen de maakbaarheid van de specifieke regels en conventies van sociale interactie. Hoe beweegt een cirkel van vijf mensen door de ruimte als alle hoofden met een touw aan een bal in het midden zijn bevestigd? Maken stootkussens op je wangen begroetingen beter? De video’s leveren een speels theater op vol kleine verwondering, ergernis en humor zonder dat het slapstick wordt.
Katarina Jazbec
Het werk van Katarina Jazbec op Prospects lijkt vooral over ‘de ander’ te gaan en hoe je deze dichter kan naderen. Ze laat een stuk van haar film “You Can’t Automate Me” (2021) zien waar ze sjorders in de Rotterdamse haven in beeld brengt. Ze filmt het loodzware werk dat de mannen bij de schepen doen, hun onderlinge gesprekken tussendoor en wisselt dit af met beelden waarin ze gezamenlijk meditatieve oefeningen doen. Een sjorder vertelt hoe het werk een goede manier is om zijn energie kwijt te kunnen. Energie die voorheen alleen maar tot ‘rottigheid’ leidde toen hij nog dakloos was. Even later vertelt een collega aan de groep over zijn overleden vriend Yoshi die hetzelfde werk kwam doen op zijn aanraden. “Ik geloof niet zo in dingetjes” zegt hij, terwijl toevallig het schip langsvaart waar Yoshi dodelijk ten val kwam.
De oprechtheid van de gesprekken is mooi en brengt je dicht op de huid van de sjorders. De dromerige sfeer van de mediatiesessies staat hier op een soms verwarrende manier mee in contrast. Liggen ze ineens allemaal in het donker met sfeerverlichting op de grond. Toch werkt het. Door de kabbelende muziek en krekel geluiden lijkt het soms alsof je naar een grijze versie van een Terence Malick film (denk ‘The Thin Red Line’) aan het kijken bent.
Liv Liberg
Liv Liberg richt de camera op iemand dichter bij huis. In de serie ‘Sister Sister’ toont ze foto’s van haar zusje Britt die ze sinds ze zelf tien jaar oud was al vastlegt met haar camera. De obsessie met dit ene onderwerp binnen haar fotografie lijkt de foto’s extra kracht mee te geven. Zijn de portretten een toneelspel voor de twee zussen dat al jaren voortduurt? Of zie je vooral Britt terugkijken naar haar zus, en niet zozeer naar de camera? De vervreemdende uitstraling van de beelden wordt versterkt door de neutrale gezichtsuitdrukking en de nadrukkelijke referenties naar de modefotografie.
Lisa van Casand
Lisa van Casand toont twee werken in de Schiehal van de Prospects waarin ze onze relatie met de aarde onderzoekt en specifiek onze band met het gesteente. “Set in Stone” (2020) zijn twee grote lappen stof die dwarsdoorsnedes van stenen voorstellen. Een bruine, geweven steen ligt als het reliëf van de aarde op een tafel en het andere stoffen gesteente hangt als de donkere nachthemel in de lucht. De structuur van de stoffen is prachtig en lijkt te glinsteren. De kleine installatie “Ichor” (2020) verspreid een geur alsof net de regen op het steen heeft gespetterd. Met haart werk probeert Casand de manier waarop wij ons verhouden tot alles wat niet-menselijk is te veranderen en op te roepen tot solidariteit met de aarde.
Het zoeken naar nieuwe verhoudingen tussen individuen onderling en tussen mens en de aarde speelt als een rode draad door de Prospects tentoonstelling. Ondertussen staat de tentoonstelling ook niet helemaal losgezongen van de rest van de beurs. Zo hangt het textielkunstwerk ‘tittle-tattle’ (2021) van Afra Eisma prominent in de Prospectstentoonstelling terwijl meerdere van haar werken ook te zien zijn in de booth van No Man’s Art Gallery. Werken die ondanks hun formaat een intieme uitstraling hebben en een herkenbare stijl vol kleur en vrije vorm. Zo zijn de deelnemers van de Prospects natuurlijk niet alleen interessant voor de bezoekers en de kunstenaars zelf, maar ook voor de deelnemende galeries als potentiële nieuwe vertegenwoordigers. Hieronder nog een aantal andere werken die opvielen.
Blumenschein speelt in dit werk met het idee van de deur als betekenisdrager en hoe dit soort begrippen niet neutraal zijn maar gekleurd door economische en politieke geschiedenissen. Je zou kunnen zeggen: Jospeh Kosuth meets New Materialism.
Het werk van Murphy hoor je voordat je het ziet. Lucht blaast in een sequentie langs de hand geblazen sculpturen om zo fluitende tonen door de zaal te laten klinken. Als je goed kijkt zie je dat de blazende lucht heel langzaam het glas slijt.
Yedida maakt performatieve sculpturen. Op de bijhorende video is te zien hoe ze met veel kracht en theater hompen klei omvormt tot silhouetten. Ze reageert daarmee op problematische concepties over het vrouwenlichaam. De brute actie van het klei schaven maakt de aanklacht tegen de bizarre verwachtingen en ideaalbeelden ten opzichte van vrouwelijke lichamen fysiek.
(1): Het Mondriaan Fonds noemt deze beurs tegenwoordig “Kunstenaar Start”.
——————–
Vandaag is de laatste mogelijkheid om Art Rotterdam te bezoeken. Klik hier voor meer info.