Drawing Now, Parijs 201
Voor de tiende maal werd in maart 2016 in Parijs Drawing Now gehouden, de tot nu toe grootste tekeningenbeurs in Europa en vermoedelijk ook daar ook buiten. Hoewel in het begin van de beurs, jaren geleden, de Franse galeries overheersten met aanvankelijk vooral veel verhalend en surrealistisch werk, vaak precies en met pen en inkt getekend, is er de laatste jaren een enorme ontwikkeling te zien. Die ontwikkeling heeft te maken met de veranderende situatie van het hedendaagse tekenen. De tekening is geëvolueerd tot een unieke en zelfstandige discipline, die zijn positie in het internationale kunstenspectrum ruimschoots heeft bewezen, al willen vooral musea voor hedendaagse kunst daar nog niet helemaal in geloven. Ik realiseer me terdege dat ik hier mijn geliefde stokpaardje berijd.
Op een beurs als Drawing Now tref je niet veel werk aan dat je experimenteel kunt noemen of dat die zogenaamde grenzen van het tekenen verkent. Dit laatste is nu juist een fenomeen dat je vooral bij jonge kunstenaars de laatste jaren veel meer ziet. Zij gaan uit van de tekening, maar schuwen het experiment totaal niet en spreken dan ook vaker van tekeningeninstallaties. Ze gebruiken de tekening, of het papier, als uitgangspunt en knippen en snijden er naar hartenlust op los. ’Trekken’ het papier de ruimte in of voegen andere materialen toe. Veel van die kunstenaars vinden zichzelf toch vaak tekenaars.
Op Drawing Now overheersen andere zaken. Het meeste werk wordt ingelijst gepresenteerd of direct op de muur geprikt. Er zijn nauwelijks solopresentaties te zien en het is duidelijk dat er verkocht moet worden. Qua inhoud en uitvoering zijn er wel een aantal opvallende aspecten te noteren. Er mag weer precies en bijna academische getekend worden, maar wel vaak met een twist door bijvoorbeeld te werken op oud papier.
Of het precieze beeld wordt aangetast door vegen of abstractere toevoegingen, waardoor de betekenis vervreemd, maar dikwijls ook meer spanning krijgt. Een ander opvallende trend lijkt het werken op een groot vel papier, maar daarop wordt dan binnen een rechthoekig kader een heel kleine tekening gemaakt, meestal ongelooflijk fraai en precies getekend, zoals bij Andreas Albrechtsen, die ook op Amsterdam Drawing te zien was. Ook Christov Venetis is een fenomeen, eveneens te zien geweest in Amsterdam. Hij tekent op de binnenkanten van boekomslagen en schept met potlood fotorealistische kleine werelden. De Portugees Joao Vilhema is elk jaar wel te zien op Drawing Now en werkt niet veel anders dan Venetis, heel precies, alleen met potlood.
Een andere trend als onderwerp is wellicht het landschap. Landschapstekenenaars en schilders zijn van alle eeuwen en tijden, maar de natuur, de futuristisiche natuur heeft grote aandacht onder de nieuwe generatie kunstenaars. Het wordt ook vaak heel precies en sfeervol getekend, maar de kunstenaar kan ook hier niet ’volstaan’ met een realistisch beeld, er worden vierkanten in geplaatst die dan in iets andere techniek worden getekend, er wordt, zoals bij Stijn Cole, een geschilderd kleurenstaal in het beeld geplaatst. Of ergens duiken ineens mensen op in het landschap, maar als poppetjes en niet al te belangrijk.
De derde tendens is toch een iets grotere aandacht voor abstractie. Thomas Muller is al jaren prominent aanwezig op Drawing Now, vaak zoals nu ook bij meerdere galeries, en van zijn werk lijkt invloed te zijn uitgegaan naar jongere kunstenaars. Zelfs in die abstractie wordt dikwijls op heel precieze manier gewerkt, delicate potloodlijnen, fijnzinnige benaderingen.
Het portret lijkt ook in de mode. Familietaferelen, meestal duidelijk nagetekende oude familiefoto’s, knap, zelfs netjes, maar dan moet er vervaagd worden, gezichten worden wazig gemaakt, in het algemeen wordt er veel ’geveegd’ over portretten om ze een eigen mysterie mee te geven. Giulia Andreani hanteert ook wat je een vervagend realisme kunt noemen.
De Amerikaan Michael Ryan tekent ook portretten of meer samengestelde groepen mensen, maar doet dat op deels aan elkaar geplakte vellen papier, zelfs van verschillende tonen, maar de tekening is zo geraffineerd, vaardig en ook weer in de toon verrassend speels, dat het een van de meest opvallende kunstenaars is op de beurs.
Dat er maar twee Nederlandse galeries op de beurs staan is teleurstellend. Niet bekend is of het komt door de selectie van de Drawing Now curatoren of dat Nederlandse galeries te weinig belangstelling hebben. Maurits van de Laar en AGNS A Gallery Named Sue, beiden uit Den Haag, zijn met goede keuzes vertegenwoordigd. Van de Laar met Henri Jacobs, Martin Assig en Robbie Cornelissen die ook nog een solotentoonstelling heeft in Parijs en die een van zijn animaties ook kan tonen in een van de belangrijke musea in Parijs. AGNS Gallery Named Sue toont Nathalie Duivenvoorde met een heel ruime presentatie.
Er is een andere prachtige getekende animatie van Neranja Nikolic. Op de achtergrond zie je steeds de pagina’s van een boek, in een Oost-Europese taal, dat pagina voor pagina wordt omgeslagen, maar tegelijkertijd bewegen er een in zwart getekende man en vrouw in het beeld, als in een ouderwetse film. Zeer geraffineerd gedaan. Gelikt en vreemd is ook het werk van Tim Plamper. Hij kan alles met potlood perfect tekenen, samplet beelden door elkaar en doet dat zo geraffineerd dat het elke opening voor de kijker mist.
In het algemeen kun je stellen dat het gepresenteerde werk wel laat zien wat er in het tekenen op dit moment gebeurt, qua inhoud, vaardigheid en visie, maar dat het experiment, de tekeningeninstallatie geen kans krijgt op deze Drawing Now. Toch is er voor elke liefhebber van het hedendaagse tekenen, in de zin van verbeelding en dus vooral techniek genoeg goeds te zien.